Wegens plaatsgebrek moest deze kopij eni ge nummers blijven liggen. 3. Bepleit wordt het her-invoeren van de zgn. pionierssubsidieregeling. 4. Van het begin af dienen renovatiepro cessen ook begeleid te worden door stedebouwkundig/architectonische des kundigheid. 5V olledige inventarisatie van positief te waarderen woonwijken, gerealiseerd na 1850, is dringend gewenst. De vierde werkgroep besprak het onder werp: Kleine steden met een oude binnenstad. Deze werkgroep stond onder voorzit terschap van de heer D. J. Reeskamp, hoofd afd. Monumentencommissie van 'Het Oversticht'. Deze werkgroep kwam tot de volgende constateringen en aanbe velingen: 1Stadsvernieuwing dient een voortdu- 3 HET FORUM OP DE NATIONALE MONUMENTENSTUDIEDAG TE UTRECHT FOTO: JOH. VAN WIJK. ZOETERMEER GEZICHT OP AMSTERDAM: PRINSENGRACHT EN JORDAAN RESTAUREREN IN DE OUDE BINNENST AD VAN ZUTPHEN. HET WIJNHUISFONDS AAN HET WERK BROEK IN WATERLAND 142 rend, integraal en 'planmatig' proces te zijn. 2. Stadsvernieuwing mag niet, op korte termijn, met toevallige subsidiemoge lijkheden, het bestrijden van symptomen zijn. 3. Ten behoeve van de planvorming dient een snelle, op de praktijk gerichte en gecoördineerde inventarisatie van alle cultuur-historische waarden van elk bin nenstadselement te worden opgesteld. 4. Elk binnenstadselement, of dat een boom, een binnenhof of een stuk ves tingwal betreft, heeft recht op voortbe staan, tenzij het tegendeel wordt bewe zen. 5. De verantwoordelijkheid voor de stadsvernieuwing dient primair bij het gemeentebestuur te berusten. Een voor waarde hiertoe vormt het opstellen van een bestemmingsplan voor het gehele (klein-)stedelijke gebied. 6. Gewenst is een coördinatie van de subsidietoezeggingen. Steden en dorpen met een min of meer museaal karakter waren het onderwerp van dis cussie in de vijfde werkgroep. Deze stond onder leiding van de heer S. Bud- dingh, burgemeester van Steendcrcn. Deze werkgroep kwam tot de volgende aanbevelingen: 1Het bestemmingsplan is het middel bij uitstek om het karakter van een ge bied vast te leggen. Een samenhangend beleid tussen de ministeries van CRM en VRO is onvoldoende aanwezig en moet worden bevorderd in het kader van het subsidiebeleid.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 27