Het huis op de dijkeen sieraad voor Maassluis 'Slechts dat wat men gebruikt, bezit men.' La Fontaine 135 Waterschappen behoren tot de oudste publiekrechtelijke instellingen in ons land. Geen wonder. We weten immers hoe belangrijk de waterbeheersing voor onze lage landen is. Met de strijd tegen een onberekenbare zee, tegen rievieren, die zwellen en omliggende gronden onder water zetten, is de bevolking, die zich in de vroegste tijden hier vestigde, altijd vertrouwd geweest en zo is het tot op de dag van heden. In de bestrijding van de gevaren van het water hebben de waterschappen al in heel vroeg stadium van ons volksbestaan een belangrijke plaats ingenomen. In het westen des lands kan het Hoogheemraadschap van Delfland in elk geval terug zien op een geschiedenis van verscheidene eeuwen. Het is een boeiende geschiedenis, die er gemakkelijk toe zou kunnen leiden er hier wat dieper op in te gaan. We zullen dat echter niet doen, hoe aantrekkelijk ook. De bestuurlijke macht van de waterschappen is altijd groot geweest. De bestuurders met hun historische titels als dijkgraaf, hoogheemraden, hoofdingelanden enzzijn zich van die macht steeds bewust geweest. Ze kwam o.m. tot uitdrukking in de gebouwen van waaruit de waterschapsbestuurders hun functie uitoefenden en tot op de dag van heden nog uitoefenen: In verschillende steden kan men daarvan opvallende voorbeelden aantreffen. Zo in Delft, waar het Hoogheemraadschap van Delfland aan het Oude Delft in een kostelijk monument (1645) 'regeert' over een belangrijk deel van de waterhuishou ding in Zuid-Holland. Intussen is het Ge- meenlandshuis in Delft niet eens het oud ste monument dat het Hoogeheemraad- schap van Delfland bezit. Het Gemeen- landshuis in Maassluis is ouder. Daarvan gaat de geschiedenis terug tot 3 januari 1626, toen hoogheemraden en hoofdin gelanden besloten tot "t maecken ende vernyewen van 't Gemeenlantshuys op Maessluys'. In het register van beschermde monu menten wordt het als volgt omschreven: 'Rechthoekig bakstenen bouwwerk, 1626, gedekt door een hoog, dwars schilddak met dakspellen en bekronende schoorsteen met smeedijzeren bekro ning. Vensters met natuurstenen kruis kozijnen, geblokte ontlastingsbogen met sluitstenen en luiken. In de voorgevel ge profileerde imposten tussen de vensters en een rijk gedetailleerd poortje met zij voluten, engelenkopjes in de zwikken en gebroken fronton, waarin wapens. Jaar tal in de kroonlijst van het poortje. In de voor- en achtergevels sierankers. Tegen het midden van de achtergevel een veel hoekige traptoren. Inwendig in de Hoogheemraadskamer een schouw uit de bouwtijd en gebeeldhouwde balkcon- soles. Eiken spiltrap'. Het Gemeenlandshuis is een van de oud ste monumenten in Maassluis. Het kwam in de plaats van het dijkmagazijn, dat - in 1626 - 'ter neder gevallen ende vergaen' was. Uit het boekje dat ver scheen ter gelegenheid van de gereedge komen restauratie van het Gemeen landshuis in Maassluis - geschreven door de chartermeester C. Postma en de voor lichter Th. W. Westerwoudt- is ons niet gebleken dat er aan de bouw een bouw meester of architect te pas is gekomen. Het in Hollandse Renaissance-stijl opge trokken pand is het werk van vakbekwa me handwerkslieden. Cornelis Ghijs- bertszoon uit Delft nam het metselwerk aan. Egbart Lenaertszoon maakte de ver gulde wimpel op de door een kevie of kooi van ijzer vlechtwerk afgedekte to ren. Het hardsteenwerk, ter versiering van het in baksteen gemetselde huis, be werkte Delflands landmeter Jacob Ma thijs de Been van Wena. V oor het interieur timmerdejan de Jonge o.m. van wagenschot (dunne eiken plan ken) twee spiltrappen. De gebrandschil derde ramen waren het werk van Wouter Lenaertszoon, meester-glaseschrijver te Maasland. Dezelfde schilderde en ver gulde het Wapen van Delfland en de wa pens van dijkgraaf en hoogheemraden in de kroonlijst boven de toegangsdeur. Aan de afwerking van het interieur kwa men overigens nog meer kunstzinnige vaklieden te pas. Zo maakte Cornelia van Diest in 1681 een 'stoffatie goutleer den gront groen' op 170 bladen voor de (gro te) zaal; een goudleren behang met groe ne ondergrond dus. Van de inventaris is

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 20