f mm lit Appingedam: een heel bijzonder stadje In de vorige eeuw moet Appingedam een beeldschoon stadje geweest zijn. Het Damsterdiep vormde het schitterende middelpunt ervan. Ter weerszijden van het water rezen de achterkanten van de woonhuizen - waarvan een aantal met boven het water hangende keukens - bij na uit het water omhoog. Aan de Solwer- derstraat en de Dijkstraat, evenwijdig lo pend aan het Damsterdiep stonden bur gerbehuizingen, gevarieerd in architec-, tuur en voornaamheid. Een heel bijzon der stadje moet dat Appingedam geweest zijn toen het nog niet was aangetast door de twintigste-eeuwse neiging tot veran dering en 'verbetering'. Die apartheid dankte de stad vooral aan de bijzondere stedebouwkundige structuur en in hoofdzaken heeft die structuur de mo dernisering van Appingedam overleefd. Gelukkig maar, want mede dank zij de aandacht van het gemeentebestuur is Ap pingedam nog steeds een heel bijzonder stadje. Een van de meest bijzondere charmes van Appingedam, de hangende keukens bo ven het Damsterdiep, bestaat nog steeds en ze zullen met zorg worden gekoes terd. Maar een aantal van de woningen van de vroegere kooplieden en burgers, ter weerszijden van de vroegere Delf, thans het Damsterdiep, aan de Solwer- derstraat en de Dijkstraat, is verworden tot zakenpand met een meer of minder lelijke en storende voorgevel. Gelukkig zijn er ook Damster zakenlieden, die met open oog voor het bijzondere karakter van hun stad, hun winkelgevel zo veel mogelijk in stijl hebben teruggerestau- reerd. Maar op dit gebied moet er in de binnenstad nog veel gebeuren eer de wonden van de laatste vijftig jaar wat zijn weggewerkt. En voor een paar panden in de binnenstad moet heel gauw een liefheb ber komen opdagen voor restauratie, want anders worden deze panden voer voor de slopershamer. En dat zou dood zonde zijn. Het gemeentebestuur van Appingedam heeft - gelukkig nog nèt op tijd - de hand aan de ploeg geslagen en het is bezig aan een actief restauratiebeleid. In 1972 werd Appingedam 'beschermd stadsgezicht'. Inmiddels is de beschoeiing van het Damsterdiep voor een goed deel ver nieuwd; aan het laatste deel wordt ge werkt. De dertiende eeuw is de glorietijd van Appingedam geweest. Wij ontlenen de volgende gegevens aan het boekje van J. Dik: 'Uit de geschiedenis van Appinge dam'. De zeeschepen brachten bij de dam in de Delf buitenlandse waren binnen en voerden inlandse weer af. Door de Sont hadden de Appingedammer schepen vrije doorvaart zodat ook de kust van de Oostzee evenals de Rijnlanden tot de handelsgebieden behoorden. Maar ook de binnenscheepvaart bloeide. Bij de dam vestigden zich kooplieden en am bachtslieden. Langs de Delf verrezen de huizen. Oorspronkelijk werden de dijken langs de Delf slechts aan één kant be bouwd. De Buitendelfstraat, de tegen- woordige Solwerderstraat, had in het be gin alleen huizen aan de Noordzijde en de Dijkstraat aan de Zuidzijde. Over de ge hele breedte van de dijken en de afhellin- gen naar de Delf had men voldoende ruimte om de aangevoerde waren ten verkoop aan te bieden. De jonge plaats had zijn eigen geestelijk leven. Een houten kerkgebouw van de Augustijners werd waarschijnlijk in 1256 door een stenen kerk vervangen. De Au gustijner monniken woonden op de Wierde. In diezelfde tijd verrees ook, omstreeks 1250, de nu nog bekende Ni- colaikerk. Tot zover een brokje geschiedenis. En dan nu weer terug naar de tegenwoordi ge tijd.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 14