veel te doen 'Een probleem is het beplakken of be schrijven van gevels van bouwwer ken. In verschillende steden in ons land is dat een ware plaag geworden. Door dit geklicdcr op muren, door sommigen eufemistisch wel eens 'graffiti' genoemd, worden vele fraaie straatbeelden, volgens mijn niet erg competente kunstopvattingen, ont sierd. De gelden die nodig zijn om deze 'ontsieringen' te verwijderen zouden wellicht voldoende zijn om een niet onaanzienlijk aantal restaura ties te realiseren!' Z.K.H. Prins Claus verantwoorde nieuwbouw en restauratie aan gezicht en harmonie worden gewon nen! Daarbij lijkt het goed dat de gren zen, die nog vaak veel te scherp getrok ken worden, tussen natuur en bouwcul- tuur vervagen. Al te vaak is men wat dat betreft nog bezig met verkokerd denken. Dat is niet kwalijk te nemen, want binnen de eigen koker is geweldig veel te doen, maar het zou toch erg belangrijk zijn als in toenemende mate de zorg voor de bouwkundige cultuur en de zorg rond de natuurmonumenten wa; dichter naar el kaar te brengen zouden zijn, zoals met aanplant van bomen. Dat stukje natuur zal dan een duidelijke en esthetische rela tie hebben tot het totaal van de bebouwde omgeving. Soms is het niet alleen mogelijk, maar ook wenselijk om naast restaurantie ook verantwoorde nieuwbouw toe te passen. Door invullen van kleinschalige bouw, eigentijds, maar wel van een architectuur die zich bescheiden aanpast aan de tradi tierijke omgeving. Restauratie, ver nieuwbouw of gehele nieuwbouw die nen hand in hand te gaan. Het hele stads vernieuwingsproces moet er op gericht zijn om behoorlijke leef- en woonom standigheden te scheppen. Monumen tenzorg past daar op een hele goede wijze in. En dat is dan ook zeker niet iets dat door sommigen m.i. ten onrechte nog als 'elitair' bestempeld wordt. Na terloops aandacht te hebben ge schonken aan de parkeerproblematiek wees prins Claus op de plaag van het beplakken of beschrijven van gevels, woorden die we hiernaast bijna letterlijk weergeven. De prins vervolgde: De eigen sfeer komt soms op een leuke wijze terug in een klein winkeltje, dat zich wonderwel lijkt te handhaven oftewel herrezen is. Een klein extra elementje, dat lang niet overal kan voorkomen. Het verlangen naar kleinschaligheid en naar menselijke warmte zit ook aan goede re stauraties verbonden. Restauratie in stadsvernieuwingsgebieden heeft be paald ook te maken met het terugbren gen van meer menselijke verhoudingen in onze samenleving. Niemand zal kun nen ontkennen dat dat een belangrijke en positieve zaak is. Daarmede wilde de- prins niet ten nadele zeggen van bijv. grote kerkrestauraties of die van 'monu mentale' panden en huizen. Het is een kwestie van evenwicht. Stadsvernieu wing zonder die wezenlijke mooie histo rische elementen ook aan te pakken, is een onvolkomen stadsvernieuwing. Als het maar niet beperkt blijft tot het aan pakken van mooie buitenkanten en grote gebouwen De prins voerde zijn gehoor vervolgens naar de (Utrechtse) Vecht. Een ingreep door afbraak is niet altijd een verkeerde- zaak. We moeten, zo meende de prins, als we spreken over stadsvernieuwing en restaurantie, goed zien dat dogmatisme in dat opzicht ook gemeden moet wor den. Als voorbeelden toonde de prins Breukelen en Loenen, maar met z'n dia's vertoefde hij ook even in Woudrichem 'waar men zich op geweldige wijze inzet om te komen tot een grootscheeps her stel van die stad. Ik vind zulke initiatie ven bewonderenswaardig, ook al zullen ze maar op weinig plaatsen mogelijk zijn'. Stadsvernieuwing en restauratie worden soms met elkaar in concurrentie gebracht. Men spreekt dan met een ver foeilijk woord over de haalbaarheid van de stadsvernieuwing als die niet te zeer belast wordt door de restauratie. Zijn wandelingen door Nederland hebben de prins, naar hij tenslotte opmerkte, ge leerd, dat restauratie in stadsvernieu wingsgebieden behoorlijk harmonisch plaats vindend, een bijdrage levert tot aanmerkelijke kwaliteitsverbetering van het wonen. Daarom moeten we voor zichtig zijn met het hanteren van te- korte-termijn-argumenten. Daarbij zul len ook bruggen geslagen moeten wor den - nog meer dan tevoren - tussen monumentenzorg en natuurmonumen ten zorg. v.d.W. PRINS CLAUS. BEGELEID DOOR DE VOORZITTER VAN DE NCM. DE HEER H. J. L. VONHOFF. FOTO: JOH. VAN WIJK. ZOETERMEER

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 27