Grote belangstelling voor Monumentenstudiedag
jn$
Voor de Nationale Monumentenstudie
dag, die op 5 maart jl. in het Jaarbeurs
congresgebouw te Utrecht werd gehou
den en waarover we in het vorige num
mer berichtten, bestond een verheugend
grote belangstelling. Er waren ca. 900
deelnemers, een aantal, dat vorige studie
dagen verre overtrof. Tot de aanwezige
autoriteiten behoorden o.a. de commis
saris der koningin in de provincie
Utrecht, mr. P. van Dijke en (later op de
dag) staatssecretaris Wallis de Vries van
CRM. De studiedag van NCM was dit
maal in samenwerking met het Ned. In
stituut voor Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting georganiseerd. Het was
daarom dat het welkomstwoord werd
uitgesproken door de voorzitter van
laatstgenoemd instituut, de heer W. R.
van der Sluis. Hij constateerde dat sinds
het Europese Monumentenjaar '75 de
doelstellingen, die toen in Amsterdam
werden aanvaard, helaas nog vaak niet
worden nageleefd. Er valt sindsdien nog
steeds aantasting van stads- en dorpsge
zichten te constateren, hetgeen tot on
herstelbaar verlies van waardevol archi
tectonisch erfgoed leidt. In sommige ge
vallen is er bepaald sprake van vermink
ingen. Aan Monumentenzorg zal dan
ook nog meer aandacht moeten worden
besteed. In dit verband meende de heer
Van der Sluis, dat samenwerking tussen
NCM en NIROV nuttig kan zijn.
Voorzitter van NCM, de heer H. J. L.
Vonhoff gewaagde met voldoening van
het feit dat NCM thans in het Pinto-huis
een zelfstandig onderdak heeft gevon
den. Uitgaande van het thema voor deze
studiedag: Monumentenzorg in de stads
en dorpsvernieuwing, stelde dhr. Von
hoff, dat we ons in de tijd die voor ons
ligt er goed van bewust moeten zijn, dat
voor het leefmilieu duidelijke beleidslij
nen zullen moeten worden vastgesteld.
We zullen met kracht moeten streven
naar nauwe samenwerking tussen monu
mentenbescherming en landschapsbe
houd. Zonder vele enthousiastelingen -
en die zijn er gelukkig - kan dit doel niet
worden bereikt. Hun activiteiten
beïnvloeden in positieve zin hetgeen er in
ons land op dit gebied moet gebeuren.
De problematiek is groot en neemt nog
steeds in omvang toe. In dit verband zag
dhr. Vonhoff de financiële ontwikkeling
met enige zorg tegemoet. De armslag die
DE 'VOLLE BAK'
IN HET
CONGRESCENTRUM
TE UTRECHT
FOTO:
JOH. VAN WIJK.
ZOETERMEER.
CRM ons bij ons 'werk geeft, moet be
houden blijven. Het gaat immers om de
kwaliteit van ons leven in dit land. Zeker,
er valt soms enige vooruitgang te consta
teren, maar die moet wel milimeter voor
milimetcr worden bevochten.
Op onze weg vinden we problemen van
verschillende aard. Voor de boerderijen
bestaat op het ogenblik nog niet eens een
landelijke organisatie. De NCM fungeert
in deze tijdelijk als brievenbus en zoekt
daarbij, geadviseerd door de Werkgroep
Boerderijenbehoud, naar adressen om de
post door te sturen.
De monumenten van bedrijf en techniek
hebben wèl een landelijke vereniging,
maar die kampt met een gebrek aan een
operationeel apparaat. CRM zoekt naar
oplossingen, maar heeft die nog niet ge
vonden. We mogen hopen op een door
braak in deze, maar de ongunst der tijden
schijnt afronding voor een beslissing in
de weg te staan. Toch zullen we juist in
deze sector door moeten zetten; anders
dreigt veel kenmerkends verloren te
gaan. In dit verband herinneren dhr.
Vonhoff aan initiatieven tot behoud van
oude stationsgebouwen, zoals in het oos
ten des lands. Het is jammer, dat de Ned.
Spoorwegen maar moeilijk zijn te over
tuigen van de noodzaak zo enigszins mo
gelijk oude stationsgebouwen te behou
den. Een positief voorbeeld vormt het
stationsgebouw in de dorpskern van
Lunteren. Dat is nu een gemeenschaps
ruimte. Negatief noemde dhr. Vonhoff
de benadering van de N.S. ten opzichte
van het stationsgebouw in Vorden. In
Utrecht vindt men dat een modern abri
naast zo'n oud gebouw geen 'gezicht' is.
Laat men het oordeel daarover nu maar
over aan degenen, die dagelijks met het
bijltje van bescherming van stads- en
dorpsgezichten hakken.
Het is overigens ook jammer dat men de
strijders voor het behoud van oude stads
en dorpsgezichten, nog steeds het stem
pel van 'elitair' opdrukt. Het tegendeel is
het geval. De beschermers van het mo
nument zijn juist bezig met het handha
ven van de menselijke maat. Er is moet-
mentenstudgeen sprake van hobby-is
me, ook al worden er onrijpe sociologi
sche beschouwingen gehouden, die het
tegendeel beweren. Zij, die de monu
mentenbeschermers veelal particulieren
die er veel vrije tijd voor over hebben -
van elitair optreden beschuldigen, deden
dhr. Vonhoff denken aan een trolley
bus, die de draad kwijt is! Op de rede van
de heer Vonhoff volgde de vertoning van
een nieuw klankbeeld, tot stand geko
men door samenwerking van CRM en
VRO, het werk vanj. Burcksen en Ruud
Herblot. Het waren prachtige, verrassen
de, indringende beelden, die men te zien
kreeg. Het is te hopen dat dit klankbeeld
overal in het land, vooral ook op de scho
len, vertoond zal worden.
Hierna volgden de inleidingen van prof.
mr. R. Crince le Roy en J. Jessurun,
waarvan we in het maart-nummer van
ons tijdschrift al een samenvatting gaven.
Vervolgens begaven de congresleden
zich in de werkgroepen die des middags
voor het forum met een groot aantal aan
bevelingen kwamen. Wegens plaatsge
brek moeten we hiervoor naar een vol
gend nummer verwijzen.
v.d.W.