Heemschut in actie
Amsterdam
omstreeks 1850 - werd uit een oogpunt
van oudheidkundige en volkskundige
waarde op de aanvullende lijst geplaatst.
Eveneens op de voorlopige lijst kwam
het bijzonder karakteristieke Twentse
boerderij-complex aan de Weerninkweg
8 in Haaksbergen. De uit baksteen en
op een plint van Bentheimer zandsteen
rustende boerderij is van het langsdeel-
type. De deur- en vensteromlijstingen
zijn verlevendigd met witgeschilderde
Bentheimer-zandsteenblokken. In het
woongedeelte zijn nog aanwezig de
visgraat-bestrating met Duitse oven
steen de eenvoudig geprofileerde schouw
en een kastenwand met kast voor Goorse
klok. In het interieur ook restanten van
19e-eeuwse tegels met figuratieve en flo
rale motieven.
Verschillende ontwikkelingen in de
hoofdstad hebben in de afgelopen perio
de de aandacht van onze bond gevraagd.
Zoals de voorgenomen renovatie van
woningen gelegen aan de Lutmastraat,
de Burg. Tellegenstraat, de Talmastraat
en de Mauvestraat, eigendom van de wo
ningbouwvereniging Schaepman. Na
tuurlijk stelt ook Heemschut dat bij reno
vatie aanpassing aan het wooncomfort
voorop moet staan. Maar waar het hier
gaat om woningen uit het begin van deze
eeuw, produkten van de 'Amsterdamse
School' - waarvan overigens al voorbeel
den onder de bescherming van de wet
vallen meent Heemschut dat bij de
voogenomen renovatie zo weinig moge
lijk aan de indeling van de gevels zou
moeten worden veranderd om het aan
trekkelijke en karakteristieke uiterlijk te
bewaren. Bij de noodzakelijke vervan
ging van versleten delen verdient het de
voorkeur dat dezelfde (of bijna dezelfde)
materialen worden gebruikt, zo heeft on
ze bond aan genoemde woningbouwver
eniging geschreven. Zo meent Heem
schut bijvoorbeeld ook dat de ramen zo
mogelijk enige onderverdeling door
middel van houten roeden behoren te
worden behouden. Grote, geheel onver
deelde ramen zijn hier niet op zijn plaats.
Verder wordt aangedrongen op handha
ving van vorm en materiaal van de bal
konhekken.
Een tweede Amsterdamse aangelegen
heid waaraan Heemschut aandacht
meende te moeten schenken betreft de
binnenkort aan te vragen renovatie van
het Zwanenplein en omgeving, een com
plex dat tot stand kwam onder architec
tuur van ir. Jan Gratama, die hier moge
lijk, zoals ook bij andere wijkjes van zijn
hand, samenwerkte met H. P. Berlage en
G. Versteeg. Heemschut heeft er bij de
wethouder voor de stadsvernieuwing èn
bij de hoofdingenieur-directeur van de
volkshuisvesting Noord-Holland op
aangedrongen dat karakteristieke details
van de onderhavige woningen terugge
bracht c.q. hersteld zullen worden, zoals
- met subsidie - o.a. is geschied in En
schede (Pathmos), Almelo (De Riet),
Hengelo ("t Lansink') en Deventer
(Knutteldorp).
Heemschut heeft zich verder tot de des
betreffende Amsterdamse instanties ge
wend over de in voorbereiding zijnde
partiële herziening van de bestemmings
plannen voor het gebied Overbraker
Binnenpolder en omgeving, waarbij in
het bijzonder aandacht wordt gevraagd
voor het gebied Sloterdijk, nu een encla
ve tussen enerzijds het industrieterrein
Havengebied-West en anderzijds de
woonwijk Bos en Lommer.
Sloterdijk is van oorsprong een dijkdorp
aan het voormalige IJ. Typische kenmer
ken van een dijkdorp zijn in het thans
overgebleven gedeelte van Sloterdijk
goed bewaard gebleven. Het dijkje, de
kleine steegjes en trappetjes tussen de
huizen naar de dieper gelegen achtertui
nen in de polder - in enkele gevallen met
de originele klinkerpaadjes - zijn er nog.
Hoewel enigszins verwaarloosd, zijn de
kerk van het oude dorp, het kerkhof en
de bijbehorende gebouwen als een vrij
authentieke eenheid bewaard, waar ook
hier weer de zorg die onze voorouders
aan de kleine details van hun omgeving
gaven, duidelijk zichtbaar is. Nostalgie
ten aanzien van de overblijfselen van het
dorp Sloterdijk is, naar Heemschut
schreef, zinloos indien het onmogelijk
zou zijn deze enclave een nuttige functie
te geven. Door gebruik te maken van de
aanwezige sfeerbepalende elementen kan
echter de aparte plaats die dit gebied ten
aanzien van het omringende gebied in
neemt, op de juiste wijze worden benut.
Algemeen uitgangspunt moet volgens
onze bond zijn, dat het 'dorp' zoveel mo
gelijk buiten het doorgaande verkeer
wordt gehouden en dat de kerk als cen
trum behandeld wordt bij een nieuw in
richtingsplan. Wat betreft de bebouwing
wijst Heemschut op het theehuis van de
pastorie en het restant van de oude sme
derij met rieten dak, waarvoor ingrijpen
de restauraties nodig zijn. De hiervoor
genoemde kerk is de Petruskerk, waar
voor een stichting in het leven is geroe
pen, die zich, zoals we eerder meldden,
inzet voor het behoud van deze kerk.
Heemschut heeft zich tenslotte ook nog
tot Ben Wvan Amsterdam gewend om
uiting te geven aan zijn vreugde over het
feit dat de bouwvergunning voor