'j
DE EIKEHOUTEN KANSEL VAN ALBERT
JANSZOON VINCKENBRINCK, GEMAAKT
TUSSEN 1646 EN 1649
FOTO: G. J. SCHELLEVIS, AMERONGEN
kan op enige plaatsen in de kerk warme
lucht worden ingeblazen (zijbeuken van
het schip en de Boelens en Meeuskapel-
len, gelegen achter het hoge koor), maar
heel veel mag de temperatuur niet stijgen
terwille van het orgel. Om z.g. valwin
den te neutraliseren-en bezoekers van de
ronde Lutherse kerk, de koepelzaal van
het Sonesta Hotel, kunnen daar bij koud
weer over mee praten - zijn onder de
hoge vensters in het noorder en zuider
transept radiatoren bevestigd.
De hoogtewerking in deze grote ruimte
is geringer dan in veel andere gotische
kerkgebouwen - een gevolg van het feit
dat het verticalisnie in de vormgeving
van nogal tamme aard is. Het bezit aan
oud glad is maar beperkt; door verwaar
lozing is er veel verloren gegaan. Boven
de ingang aan de Gravenstraat is nog het
onderste deel van een glasschildering van
Jan van Bronckhorst (omstreeks 1650) te
zien. Het stelt de verlening voor van het
stadswapen door graaf Willem IV. In het
zuidelijke dwarspand aan de Dam is een
groot raam beschilderd met beeltenissen
van de oranjevorsten en een allegorische
voorstelling van de inhuldiging van ko
ningin Wilhelmina. Na de brand in de
kerk in 1645 als gevolg van de onvoor
zichtigheid van een loodgieter schilderde
Simon de Vlieger dit raam, maar in de
19de eeuw was hier al niets meer van
over.
In 1939 kreeg de kerk, ter gelegenheid
van het veertigjarig regeringsjubileum
van koningin Wilhelmina, twee glazen
van Joep Nicolas naar een ontwerp van
Willem van Konijnenburg.
Het doophek in de kerk wordt weer aan
gebracht, het koorhek-werk van niemand
minder dan Johannes Lutma en vervaar
digd van koper op een marmeren voet is
al tal van jaren geleden gerestaureerd en
weer ter plaatse aangebracht. Het was
tijdelijk bedekt met een conserve
ringsmiddel maar het heeft nu wel heel
wat moeite gekost om het materiaal te
vinden waarmee de conserverende laag
kan worden verwijderd vóór de officiële
opening, die op 17 april aanstaande is
vastgesteld. Ook al op zijn plaats is de
rijkste preekstoel die er in den lande is te
vinden - de overdadig weelderig met
houtsnijwerk versierde schepping van
Albert Vinckebrinck die er met zijn me
dewerkers van 1649 tot 1664 aan werkte.
De Nieuwe Kerk, nu nog eigendom van
de Nederlandse Hervormde gemeente,
wordt in erfpacht gegeven aan de
stichting de Nieuwe Kerk. Daar is veel
overleg aan vooraf gegaan. Er is 21 jaar
gerestaureerd en vijftien jaar lang heeft
men zich afgevraagd: Wat moetje doen
met zo'n kolossale kerk? Kerkeraad en
kerkvoogdij hebben er nooit aan willen
denken deze unieke kerk in het hart van
de hoofdstad, de inhuldigingskerk van
ons koninkrijk, af te stoten.
Men wil er nu een trefpunt van maken
tussen de christelijke gemeente en de ge
meenschap. Alle kerkgemeenschappen
verenigd in de Raad van Kerken zullen er
deel aan hebben. Hoe? Op een door de
voorzitter van de stichting, prof. dr.
I. A. Diepenhorst, geleide persconferen
tie getuigde ds. W. G. Overbosch: 'We
beginnen aan een groot avontuur.'
In het kort samengevat komen de plan
nen van de stichting neer op een zondag
middagviering, een dienst op een avond
in de week in een der kapellen of in het
koor (dienst van schrift en tafel), mid-
dagpauzebijeenkomstcn maar dan niet in
concurrentie met de alledagkerk in de
Begijnhofkerk, zielszorg, hulpdienst.
Ook de Amsterdamse oud-wethouder
A. A. Verheij, eveneens bestuurslid van
de stichting, gaf een toelichting. De
kerk, zo zei hij, moet een 'praathuis der
democratie' worden en een bijdrage ge
ven in de aanpak van de kernproblemen
waar mensen antwoord op verlangen,
een 'stralingsccntrum'. Men overweegt
het uitgeven van Nieuwe Kerkcahiers
om te bundelen wat hier aan de orde
komt - wars van propaganda; naar
objectiviteit zal zoveel mogelijk worden
gestreefd.
Men schat dat voor de activiteiten die
men zich in de Nieuwe Kerk denkt, jaar
lijks een half miljoen gulden nodig zal
zijn. Maar voor het zover is zal de aan
dacht van de hele wereld op 30 april aan
staande op de kerk aan ons nationale
plein de Dam gevestigd zijn en zal prin
ses Beatrix voor haar inhuldiging onder
het traditionele baldakijn van Schcve-
ningse vissersnetten van het Paleis naar
de Nieuwe Kerk gaan voor haar inhuldi
ging tot Koningin der Nederlanden - de
zesde inhuldiging van een Oranjevorst.
J.Th. Balk