Twee nationale monumenten
Heemschut
Jaargang 57
no. 3 maart 1980
Maandblad van de
Bond Heemschut
Opgericht in 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Juliana
Eindredacteur:
J.E. van der Wielen
HEEMSCHUT verschijnt 10 keer
per jaar
Alle correspondentie betreffende
de redactie van het tijdschrift:
Secretariaat van de Bond
Heemschut
Korenmetershuis
Nieuwezijds Kolk 28
1012 PV Amsterdam
Postbus 10525
1001 EM Amsterdam
Postgiro 124326
Tel. (020) 22 52 92
Ledenadministratie
Tel. (020) 23 09 94
Alle correspondentie betreffende
advertenties: B.V. 't Koggeschip
Postbus 1198
1000 BD Amsterdam
Tel. (020) 22 97 21
BOND HEEMSCHUT
Lidmaatschap per jaar:
individuele leden 40,-
mogelijkheid van reductie
voor 65 en 25- 20,-
donateurs niet-indiv. leden 55,-
losse nummers (incl.
porto) 3,70
Uit de inhoud:
44 Monumentenwetgeving
onvoldoende
45 De restauratie van de Nieuwe
Kerk duurde bijna een kwart
eeuw
50 J. Jessurun: waarom een
herinventarisatienota?
51 Het Oude Hof in restauratie
55 Boekennieuws
57 Vier eeuwen Bourtange
61 Op de lijst
62 Heemschut in actie
Foto omslag:
Het koperen koorhek ontworpen
((oor geelgieter Johannes Lutma.
Foto: G. J. Schellevis, Amerongen
Een deel van deze aflevering van ons tijd
schrift is gewijd aan de gereed gekomen
restauratie van de Nieuwe Kerk te Am
sterdam èn aan de onderhanden zijnde
restauratie van het Koninklijk Paleis in
Den Haag. Het toeval heeft hierbij een rol
gespeeld. Uit vertrouwelijke voor-infor
matie was ons bekend, dat de Nieuwe
Kerk na haar jarenlange restauratie in de
loop van april 1980 op enigszins feestelij
ke wijze, in tegenwoordigheid van leden
van het Koninklijk Huis, weer in gebruik
zou worden genomen. Voor ons reden
om het resultaat van de restauratie tevo
ren in ogenschouw te nemen; we wilden
graag enigszins bij de tijd blijven. Het
eerste artikel over de restauratie van het
Koninklijk Paleis in Den Haag lag al ge
ruime tijd in portefeuille; publicatie werd
opgehouden omdat nog actueler zaken
onze aandacht vroegen. Nog vóór de
aankondiging door H.M. Koningin Ju
liana, dat zij op 30 april a.s. afstand van de
troon zou doen, was echter besloten in
het februari-nummer van ons tijdschrift
op de grote Haagse restauratie de aan
dacht van onze lezers te vestigen. Het
toeval wil, dat we nu in dit nummer voor
twee belangrijke monumenten belang
stelling vragen in het kader van de onver
wachte aankondiging van de troonswis
seling. Deze wat ongebruikelijke uiteen
zetting over redactiebeleid in wat door
gaat voor het 'hoofdartikel' achten we
wel op haar plaats, omdat men er anders
misschien iets van gelegenheidsjournalis-
tiek in zou zoeken. Dat is, zoals men
hiervoor heeft kunnen lezen, niet het ge
val. De restauratie van beide monumen
ten bood ons intussen de gelegenheid een
bepaald aspect te belichten. Hier en daar
namen we al enige tijd kennis van nogal
schampere opmerkingen over de op .het
eerste gezicht hoge kosten die aan deze
restauraties zijn verbonden. Men deed er
beter aan 'al die miljoenen' aan andere
doeleinden te besteden. Meestal liet men
aan 'doeleinden' dan nog het adjectief
'nuttiger' vooraf gaan. Het behoeft geen
betoog dat we het met deze kritiek in
geen enkel opzicht eens zijn. De
cultureel-historische betekenis van de
Nieuwe Kerk in Amsterdam is zó groot
dat de dringend nodige restauratie volko
men terecht is ondernomen. Voor het
paleis aan het Noordeinde geldt dat we
hier te doen hebben met een monument
dat in de nationale geschiedenis van het
Nederlandse volk telkens weer een be
langrijke rol heeft gespeeld.
In beide gevallen gaat het eenvoudig om
de restauratie van twee belangrijke natio
nale monumenten, het ene in de hoofd
stad, het andere in de toekomstige resi
dentie en - door de eeuwen heen tevens-
regeringsstad.
Het bewaren van cultuur-historische
waarden staat hoog in ons vaandel ge
schreven. Maar er is meer. Beide gebou
wen zullen straks levende monumenten
zijn. Zij zullen er niet alleen voor de sier
staan. Voor wat de Nieuwe Kerk betreft,
die zal bovenal dienstig worden gemaakt
aan allerlei manifestaties ten behoeve van
de Amsterdamse burgerij. Het paleis aan
het Noordeinde wordt een monument
waarin gewerkt zal worden, een gebouw
dat de regering zal kunnen gebruiken
voor zeer uiteenlopende representatieve
doeleinden, waaraan zeker sinds de eerste
Vredesconferentie aan het einde van de
vorige eeuw grote behoefte bestond.
Er is en wordt dus niet gerestaureerd
louter tot behoud van het monument,
ook al zou dit te rechtvaardigen zijn.
Een ander aspect van betekenis achten
we, dat de weinige vakbekwame am
bachtslieden in de restauratiesector op
nieuw de gelegenheid hebben gekregen
tot het uitoefenen van beroepen, die an
ders dreigen uit te sterven, een gevaar dat
met het oog op andere restauraties in de
toekomst beslist voorkomen moet wor
den. Wie weet met hoeveel liefde juist
deze vaklieden hun werk verrichten,
moet bij dit soort restauraties ook de ar
beidsvreugde die er in gelegd wordt in
calculeren.
Tenslotte nog een enkele opmerking.
Beide restauraties kosten veel geld.
Vooral wat de Nieuwe Kerk betreft,
hebben die jaarlijks op de begroting van
CRM drukkende lasten gelegd en belet
financiële middelen beschikbaar te stel
len voor andere, eveneens dringende res
tauraties. Welnu, die lasten zijn althans
wat de Nieuwe Kerk aangaat thans voor
bij en dat opent perspectieven voor res
tauraties van monumenten - ook woon
huismonumenten - die al lang, te lang,
op herstel wachten.