Uw buurman Heemschut porto) 3,70 Jaargang 57 no. 2 februari 1980 Maandblad van de Bond Heemschut Opgericht in 1911 Beschermvrouwe: H.M. Koningin Juliana Eindredacteur: J.E. van der Wielen HEEMSCHUT verschijnt 10 keer per jaar Alle correspondentie betreffende de redactie van het tijdschrift: Secretariaat van de Bond Heemschut Korenmetershuis Nieuwezijds Kolk 28 1012 PV Amsterdam Postbus 10525 1001 EM Amsterdam Postgiro 124326 Tel. (020) 22 52 92 Ledenadministratie Tel. (020) 23 09 94 Alle correspondentie betreffende advertenties: B.V. 't Koggeschip Postbus 1198 1000 BD Amsterdam Tel. (020) 22 97 21 BOND HEEMSCHUT Lidmaatschap per jaar: individuele leden 40, mogelijkheid van reductie voor 65+ en 25- 20, donateurs niet-indiv. leden 55, losse nummers (incl. Uit de inhoud: 20 Een paleis komt tot leven 24 Arnhem toont trieste balans 28 Heemschutkring moet groter worden 30 'De Oude Knegt' 31 Een Winterkerk in de Sint Maarten te Zaltbommel 35 De eerste paal voor NZ-Hollands koffiehuis 38 Gorinchem steekt haar nek uit 39 Boekennieuws 40 Heemschut in actie Foto omslag: Vogelvluchttekening van het Oude Hof aan het Noordeinde in Den Haag, meer bekend als Koninklijk Paleis (1616). Bij tijd en wijle dwarrelen er knipsels uit kranten en tijdschriften op onze redactie tafel, waaruit blijkt dat de opvattingen over het behoud van ons architectonisch erfgoed - kortweg: onze monumenten - sterk uiteenlopen. Er is bovendien een niet aflatende strijd over de wijze waarop monumenten gerestaureerd moeten worden. En ook is er kritiek op de keus van de monumenten die worden geres taureerd. Volgens drs. F. van Engeldorp Gastelaars, docent aan de Interfaculteit Bedrijfskun de te Delft en drs. ir. A. Dreimuller, ver bonden aan het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid te Amsterdam- in 'Intermediair' - is er sprake van een falen van de monumentenzorg. Verder heeft de monumentenzorg zich in ons land eenzijdig gericht op de restauratie van grote objecten. Gewone panden, ar beiderswoningen e.d. komen nauwelijks aan bod. En nog een overigens bekende kreet: 'monumentenzorg is een elitaire aangelegenheid.' Tijdens een gemeente lijke discussiedag in Dordrecht werden ook kritische opmerkingen over monu mentenzorg en -behoud gemaakt. Ir. A. W. Oskam, hoofd stadsontwikke ling in Dordrecht zei o.a.: "Al dat geld dat naar restauratie gaat, remt de ontwik keling van de binnenstad af. De verpau pering gaat sneller dan het behoud. Er moet geld komen voor goede nieuw bouw." Prof. W. G. Quist, tot voor kort rijks bouwmeester, zei op dezelfde bijeen komst: "Het vertrouwen in het verleden is vaak sentimentaliteit, een gebrek aan mentaliteit." En prof. Carel Weeber ver klaarde: "We moeten niet proberen het oude te repeteren. De stedebouwkundige structuur, bijv. het stratenpatroon, is soms helemaal niet goed en niet bruik baar." Het zijn opmerkingen die degenen die zich voortdurend inspanning getroosten voor het behoud van ons architectonisch erfgoed triest in de oren klinken. We zul len de laatsten zijn die menen dat alles zo goed gesteld is met de monumentenzorg in ons land. Er is heus wel reden tot kri tiek op onderdelen van het beleid. Daar van geven sommige deskundige schrij vers in een serie artikelen in 'Bouw' - als reactie op het artikel in 'Intermediair' - ook wel blijk. Maar bij hen staat vast dat monumentenzorg een goede zaak is. Ook wij zouden geen moeite hebben met het weerspreken van de argumenten van de heren Van Engeldorp Gastelaars en Dreimuller, maar we zullen dat op dit moment niet doen, omdat we op de extra algemene ledenvergadering van onze Bond Heemschut met het feit werden geconfronteerd dat er wel degelijk sprake is van een in brede lagen levend gevoel voor monumentenbehoud. Sterker nog, in deze vergadering was men algemeen van oordeel dat er voor monumenten zorg veel meer geld op tafel moet komen èn dat een organisatie als de Bond Heem schut in het hele land (nog) grotere be kendheid moet krijgen, alsmede veel meer steunpunten, d.w.z. een aanzienlijk groter aantal leden. Op dit laatste punt inhakend menen wij te mogen constateren dat er in tal van steden en dorpen een sterk toenemende belangstelling voor 'het' monument, voor 'het' stadsgezicht, resp. dorpsge zicht valt waar te nemen. Met een tikkel tje overdrijving kan gezegd worden dat verenigingen en stichtingen die zich voor het architectonisch verleden interesseren, als paddestoelen uit de grond rijzen. Dat valt natuurlijk alleen maar toe te juichen, maar in deze gevallen gaat het- om plaat selijke activiteiten. Echter, alleen een or ganisatie als de Bond Heemschut kan de landelijke situatie overzien en trachten tot een nationaal, alles omvattend beleid te komen. Heemschut plaatst de problemen in een algemeen kader en zij die zich met de plaatselijke problematiek op het ge bied van monumentenbehoud bezighou den zouden er goed aan doen zich op de hoogte te stellen van hetgeen zich op lan delijk niveau afspeelt. Zij kunnen daar voor bij de Bond Heemschut èn dit tijd schrift - de spreekbuis van de bond - terecht. Daarom zijn meer leden voor Heemschut niet alleen een noodzaak, maar naarmate meer mensen lid worden van de bond, kan er ook meer worden opgetreden op die terreinen waar het met betrekking tot monumenten, stads- en landschapsschoon dreigt mis te lopen. Het was verheugend dat alle aanwezigen op de extra ledenvergadering van de Bond Heemschut het er over eens waren dat meer, veel meer leden nodig zijn. Het is misschien helemaal niet zo moei lijk meer leden aan te trekken, merkte een lid op. Ga tot uw buurman, zei hij. Deze raad maken we gaarne tot de onze: maak ook uw buurman lid van de Bond Heem schut. v.d.W.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 9