PLATTEGROND MET DAARIN INGETEKEND
DE HUIDIGE INRICHTING
UIT: DESINTMAARTENTEZALTBOMMEL,
DOOR DRS. IR. K. METZ: EUROPESE
BIBLIOTHEEK TE ZALTBOMMEL
INTERIEUR
FOTO: RIJKSDIENST VOOR DE
MONUMENTENZORG
winterkerk, zoals de stichting deze kerk-
zaal noemt. Wil men de gewelfschilde
ringen van het koor zien dan kan dat
alleen als men op het plafond gaat staan.
In tegenstelling tot wat de naam doet
vermoeden is deze voorziening perma
nent aanwezig.
De bouwkosten voor deze 'winterkerk'
zijn niet gering (ca. 300.000 zonder de
inrichting) maar kunnen in 40 jaar wor
den afgeschreven. De stichting keurde
het voorstel van de architect goed want
men meende dat de lasten zo laag moge
lijk zullen zijn door deze 'winterkerk'.
Bovendien meent men visueel weinig te
veranderen aan de bestaande toestand,
omdat de 'Kanunnikenbank' immers
toch al op de scheiding van het schip en
koor stond.
Het is een eis van Monumentenzorg dat
de constructie later eventueel verwijderd
moet kunnen worden zonder dat aan het
oude kerkgebouw schade wordt toege
bracht. Aan die eis is voldaan en Monu
mentenzorg ging dan ook in beginsel ak
koord met de 'winterkerk', maar vroeg
wèl om een onderzoek naar de mogelijk
heid om het koor open te houden; daar
aan geeft de rijksdienst de voorkeur.
Pas een jaar later werd de burgerij uitvoe
rig geïnformeerd over de 'winterkerk'
dankzij de plaatselijke pers. Een storm
van verontwaardiging en protest stak op,
algemeen is ook hier de voorkeur voor
een open koor. De argumenten tegen de
'winterkerk' laten zich als volgt onder
woorden brengen.
Het koor is de kern van het gebouw;
ruimteverloop en plattegrond zijn daarop
gericht. De Hervormden bleven na de
Reformatie de bestaande kerken gebrui
ken. Ze gingen daar dwars in zitten want
die kerken waren niet zo geschikt voor
hun eredienst. Toch is er sinds 1600 zel
den opzettelijk schade toegebracht aan de
oorspronkelijke gebouwen, en hier in
Zaltbommel is zelfs de bonte gewelf
schildering gehandhaafd. Hoe kan dan
nu uitgerekend bij een restauratiejuist die
kern verminkt worden?
Ook zijn er bij een afgesloten koor vrij
wel geen mogelijkheden meer om in de
toekomst tegemoet te komen aan de
wensen van een eigentijdse liturgie, geënt
op de traditie van de Oude Kerk uit de
eerste 10 eeuwen. Zo'n liturgie blijkt dik
wijls een stimulans voor de oecumene te
zijn.
Lichtinval en ongebroken vertikale lijn
zijn beide wezenlijk voor de gotiek en die
zouden ongenadig aangetast worden
door het dak van de 'winterkerk'.
Specifiek voor het karakter van deze kerk
is het hoogteverschil van schip en koor en
als men de verhoudingen van die ruimten
ten opzichte van elkaar aantast dan gaat
een wezenlijk kenmerk van dit gebouw
verloren.
Van het koor wordt een aparte eenheid
gemaakt zodat het onmogelijk wordt de
oorspronkelijke relatie tussen de kern van
het gebouw en de overige ruimte te erva
ren.
Dit alles is niet te verdedigen met de stel
ling dat het koor door de 'Kanunniken-
bank' toch al van het schip gescheiden
was en dat restaureren gericht moet zijn
op handhaven van wat in de loop der tijd
zo gegroeid is. Deze regel is uitstekend
maar geen wet van Meden en Perzen en
deze regel wordt dan ook steeds op
nieuw, bij elk onderdeel, op zijn geldig
heid beproefd en waar nodig verworpen.
(De 19e-eeuwse versie van de gewelf
schilderingen wordt bijvoorbeeld terecht
verwijderd om de oorspronkelijke schil
deringen zoveel mogelijk in ere te her
stellen). Het feit dat de 'Kanunniken-
bank' (vermoedelijk) al enige eeuwen op
de scheiding van koor en schip staat kan
een argument zijn om haar daar te laten
staan, maar kan nooit een reden zijn om
de ruimte daarachter zijn karakter te ont
nemen.
Het stichtingsbestuur besloot te reageren
op de protesten. Tegenstanders van de
'winterkerk' kregen vier weken de tijd
andere plannen in te dienen. Het bleek
goed mogelijk diverse uiteenlopende
ideeën verder uit te werken en een viertal
doorwrochte alternatieven zijn ingediend
om de stichting op andere gedachten te
brengen.
Aan de stichting werd gevraagd over de
alternatieven advies in te winnen. De
stichting liet haar architect rapport uit
brengen en aan de hand daarvan zal be
slist worden of het oorspronkelijke plan
wel of niet doorgaat.
Inmiddels ligt de bouw van de 'winter
kerk' stil.
Het is een pijnlijke zaak dat een plan voor
een 'winterkerk' is ingediend en is goed
gekeurd door de verschillende betrokken
instanties. Het zou beschamend zijn als
het koor daadwerkelijk dichtgebouwd
gaat worden. Als behoud van de grote
kerk in al zijn schoonheid werkelijk
voorop staat bij de restauratie dan zal de
stichting zeker een weg kunnen vinden
om het koor van de kerk open te houden
Werkgroep Open Koor
red. Marjan Witteveen-Jansen