Het Schielandshuis
monumenten en stadsdelen overhouden,
maar dat de samenleving verloren gaat.'
En verder wil de heer Molhuysen nog:
'Er is in deze stad een groot aantal won
den veroorzaakt. Ik vraag me af waar de
maatschappelijke verantwoordelijkheid
van al deze mensen (projectontwikke
laars; v.d.W) is? Het gaat om een samen
leving, een goed samenleven. Dat wil ik
terugzien in het denken, maar de laatste
begrotingsdebatten in de gemeenteraad
hebben mij doen griezelen.'
Sprekende over de sloop van de panden
aan de Koninginnegracht herinnerde de
heer J. M. Ozinga er aan, dat de bevol
king daarover een kort geding moest
afdwingen.
De heer A. J. A. Verduyn Lunel (lid ge
meenteraad) sprak tijdens de discussie
over 'blunders'. En verder: 'doelbewust
zijn bepaalde gebieden in Den Haag niet
beschermd.'
Ir. R. W. Heus (lid gemeenteraad): 'Ik wil
benadrukken, dat als wij als gemeentebe
stuur vinden dat projectontwikkelaars
verkeerde dingen doen, dingen waar we
het niet mee eens zijn, we als de wiede-
wiet onze regels moeten veranderen. Wie
bepaalt wat er gebouwd mag worden?
Voor een heel belangrijk deel het ge
meentebestuur.'
Architekt Gerard Prins (lid dag. bestuur
Heemschut) prees bepaalde goede ont
wikkelingen in Amsterdam en pleitte
vervolgens 'voor een herstel en een
krachtig maken van de binnenstad. Het
tegengaan van anti-stedelijk gedrag.
Compact stedelijk bouwen. Bewoners-
aantallen vergroten. En vooral niet ver
der achteruit. Niet meer naar Zoeter-
meer, geen ministeries verplaatsen. Juist
het tegenovergestelde.' Voor wat de op
merkingen van de heer Prins betreft, on
zerzijds een enkele aantekening ter ver
duidelijking. De rijksoverheid verplaatst
ministeries naar de randgemeenten om
dat het gemeentebestuur van Den Haag
een dusdanig stadsontwikkelingsbeleid
heeft gevoerd en nog voert, dat er geen of
onvoldoende plaats is voor departe
mentsgebouwen
Nog écn citaat, ditmaal uit een brief van
'Die Haghe' aan de gemeenteraad:
'Bovendien overheerst het gevoel
machteloos te staan ten aanzien van ont
wikkelingen in wijk en buurt, die men
afwijst.' En: "In het besef, dat de ge
meente bepaald niet alle ruimtelijke ont
wikkelingen kan beheersen, menen wij
toch dat een gemeente in het kader van
haar algemene belangenbehartiging een
open oog moet hebben voor het belang
van datgene, dat in het verleden tot stand
werd gebracht en een beleid tracht te voe
ren om ontwikkelingen, die het karakter
van de stad aantasten, haar 'identiteit'
verzwakken en haar historische 'gege
venheden' niet respecteren, in de hand te
houden. Een gemeente die zichzelf en
haar verleden respecteert, laat het voeren
van een conserveringsbeleid, of het nu
gaat om individuele panden, dan wel om
'gezichten', niet over aan het rijk, maar
voorziet zichzelf van het noodzakelijke
instrumentarium om zelf uit te maken
wat wel en wat niet behouden dient te
blijven."
We menen in deze uitspraken een beves
tiging te zien van onze opvatting, dat het
monumentenbeleid in Den Haag grote
zorgen baart. v.d.W.
De voorgenomen restauratie van het
Schielandshuis in Rotterdam (december
1979) heeft met betrekking tot het uit
gangspunt nogal wat voeten in de aarde
gehad. Het was ons bekend, dat er met
name van de zijde van de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg bezwaren wa
ren; reden voor ons om van die zijde om
commentaar te vragen. Tot onze spijt
ontvingen we dit commentaar te laat
voor ons artikel in het decembernum
mer. Gaarne laten we de Rijksdienst
echter hier nog aan het woord.
Gemeente Rotterdam heeft initiatief ge
nomen tot restauratie van dit monument
ten behoeve van het historisch museum;
het gebouw is technisch slecht en is bui
ten gebruik.
De Rijksdienst voor de Monumenten
zorg is als volgt betrokken bij de restau
ratieplannen:
1. planbeoordeling (art. 14 Monumen
tenwet);
2. subsidie in restauratiekosten.
Ten aanzien van het eerste punt: Het
restauratieplan (inhoudende reconstruc
tie van de 17e-eeuwse toestand is inmid
dels officieel goedgekeurd. Er is nog na
der overleg over detaillering van de zij-
en achtergevels. Er was oorspronkelijk
enig bezwaar tegen.de indeling van het
gebouw; de hoge zaal achter, die essen
tieel was in het 17e-eeuwse gebouw,
komt niet terug. Vanwege de eisen die de
museumfunctie stelt is dit bezwaar inge
trokken.
Hoewel de reconstructie nu is goedge
keurd, is over de buitengevels wel het een
en ander te doen geweest. Het gebouw
heeft nu een 19e-eeuws uiterlijk.. Vooral
de kap en de achtergevel zijn in de 19e
eeuw in architectuur gewijzigd toen ook
de stedebouwkundige situatie ingrijpend
veranderde: de achterkant kwam aan een
plein te liggen.
Aangezien na het bombardement van
mei 1940 en de daaropvolgende weder
opbouw de stedebouwkundige situering
opnieuw is veranderd (ofwel: de situe
ring werd opgeheven; het is nu een geïso
leerd gebouw) kan en is de restauratie
keuze niet eenvoudig. Consolidatie is
mogelijk, reconstructie is zeker ver
antwoord.
Nu reconstructie is gekozen dient te wor
den gestreefd naar een goede kwaliteit.
Hierover zijn afspraken gemaakt,
ad 2. Het Ministerie van CRM heeft een
subsidie in het vooruitzicht gesteld, ge
baseerd op de thans aanwezige histori
sche waarden. Dat wil zeggen dat de re
constructie voor een gedeelte - maar ze
ker niet in haar geheel - wordt gesubsi
dieerd.