ten aan de Spits. Dceze Kerk, die een Moederkerk in de oude Handvesten word geheeten, zoude eertyds dicht bij de Vesten en de Salt of Veerpoort gestaan hebben, maar in den Jare 1340, door het overloopen van den Yssel zijn wegge spoeld; naderhand zou die Kerk weder om opgebouwt zyn ter plaatse, alwaar dezelve nu staat; daarin zou, zoo als men by Hubner vindt, de oude en alom ver maarde Aardryksbeschryver Gerard Merkator, sedert het Jaar 1592 begraven leggen." Deze kerk is herhaalde malen door de bliksem getroffen en afgebrand en zo ook op 3 februari 1737. Om aan de nodige pecunia voor de herbouw te komen be door zyn Zoon Otto den III. zyn ver meert en bevestigt. Het getal der Ingeze tenen van Doesburg word op ruim 3000, en de Huizen aldaar op 533 geschat," Tenslotte vermeldt Entrop nog: ,,Van deeze Stad is een fraaije Beschrijvinge voor handen door den beroemden bra ven en zeer geleerden Heer Adam Hui gen opgestelt, en door Mr. Carel. Wal- rav. Vonck, in 1753, in het ligt gegeven en met een Voorreden voorzien, waar in men het Begin, Opkomst, Aanwas, en meer andere Stukken van deeze Stad, die haar opzicht mede tot de Historie van de Provintie hebben, breder kan Ieezen." Tot zover Pieter jan Entrop. Wij willen de geschiedenis van Doesburg afronden met de vermelding van nog en- HET WAAGGEHOUW. DAT DII.J. H. VAN HEEK LIET R EST A U R ER EN; THANS EEN HOUECAIiEOUIJF. LINKS OE INGANG VAN HET RAADHUIS HET RAADHUIS VAN DOESUURG: DEC'.EVEL AAN DE KOEPOORT.STRAAT .1 DE NIEUWSTRAAT. DE TV-ANTENNES BEDERVEN HET BOEIENDE LIJNENSPEL VAN DE DAKKAPELLEN „De stad is in 1607 door den grooten en kundigen Oorlogsheld Prins Maurits zeer versterkt, met steene en aarde Bui tenwerken. Voor eenige Jaren is stuk weegs van de Stad een Retranchement gelegt; het geene met 7 Lunetten of halve Maanen voorzien is, en wel 6000 Mannen kan bergen, om de Stad voor alle vyande- lyke Aanvallen te beschermen." Volgens Entrop is de stad „redclyk wel bebouwt"; „het Stadhuis is klein en oud, hebbende een ruime Ingang en een defti ge Raadkamer, met verscheidene andere nodige Vertrekken. De groote Kerk aan St. Marten toegewyd, is een oud en def tig Gebouw, met een fraayen hoogen Tooren voorzien, en versierd met een Klokkespel, dat nog al zuiver, ofschoon niet heel zwaar is, hangende beneden bui- sloot de magistraat de Gasthuispredikant maar af te schaffen. Volgens Entrop hadden de „Roomsch- gezinden" binnen de poorten ook een statie en hun aantal was zeer groot, waar om men hun het btirgerrecht weigerde, zonder het welke geenerhandc Neerin- ge gedaan mag worden". „De vermakelyke Landsdouwe, gezon de Lucht, vrugtbare Koorn-Akkers, het Weiden van Vee en het Tcelen van allerlei Boom- en Aardvruchten, als mede de Tabaksplanteryen, kan de Burgers en In gezetenen van Doesburg, een geschikt en vergenoegt leven doen hebben en genie ten; Doesburg is in 't begin der 13de Eeuw door Gerard de III. Grave van Gelder en Zutphen, met Stads Gcregtig- heden beschonken, die in 1232 en 1237 kele feiten uit het verleden van deze stad. Doesburg was bijvoorbeeld de eerste plaats in Nederland, waar op de toren een bliksemafleider werd geplaatst. Dit ge beurde in 1783. Het Hemony-carillon van 23 klokken was een bijzonderheid in die jaren. Bij het opblazen van de toren in 1945 ging dit klokkenspel verloren. Slechts twee luidklokken bleven ge spaard. De nationale held Wemberich van Ber- chem werd in 1653 in de grote kerk van Doesburg begraven, terwijl de beroemde admiraal Jan Hendrik van Kinsbergen op 1 mei 1735 het levenslicht in Doesburg aanschouwde. De geschiedschrijver Adam Huygen was burgemeester van Doesburg. Doesburg was een volledige stad. De bewoners zijn er heimelijk toch

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 29