Herstel Schielandshuis op komst
250 ,,Men kan zich afvragen of her niet vreenuiom niet te zeggen bedroevend, aandoet dat het
gemeentebestuur van Rotterdam) in de afgelopen honderd jaar niet bar veel glanzende wapen
feiten op het gebied van monumentenbehond- of herstel op zijn naam heeft weten te brengen".
Dit schreef de heer A. MMeyerman, directeur van het Historisch Museum, dat in het
Schielandlntis is gevestigd, in .Magazijn" van oktober 1979.
De heer Meyerman meent tussen deze negatieve opstelling van het Rotterdamse gemeentebestuur
en de verwoesting die de Maasstad tijdens de Tweede Wereldoorlog onderging, verhand te
moeten legyen. ,,In veel gevallen had men wel wat anders te doen dan zich al te zeer
bekommeren om de spaarzame overblijfselen van een voorbije periode".
Dat is stellig een plausibele opvatting.
Tengevolge van de verwoesting van de
binnenstad in mei 1940 is inderdaad veel
monumentaal bezit verloren gegaan, dat
niet meer voor herstel in aanmerking
kwam, zeker niet in het licht van de op
vattingen die men na de bevrijding over
de wederopbouw van de Rotterdamse
binnenstad koesterde. Mede daardoor is
Rotterdam niet rijk aan monumenten uit
vorige eeuwen. Wél kan de Maasstad bo
gen op een aantal belangrijke gebouwen
uit het begin van deze eeuw, zoals het
Wittehuis (pas gerestaureerd), het stad
huis, de beurs en de fabriek van Van Nel-
Ie. En uit het laatste deel van de 19e eeuw
is er nog veel waardevols aan de Park
laan, de Westerstraat, de Westerkade en
de Willemskade, waarvan een deel al-
zich bereid verklaard een belangrijk deel
van de subsidiabele kosten voor zijn reke
ning te nemen en de gemeentelijke com
missie voor kunstzaken is eveneens be
reid om geld voor de restauratie beschik
baar te stellen. Het wachten is nu op een
besluit van de gemeenteraad, dat wellicht
reeds is genomen als dit nummer van ons
tijdschrift onder de ogen van onze lezers
komt. In elk geval mag er rekening mee
worden gehouden, dat kap en bovenver
dieping van het historische gebouw mid
den in het hart van de Maastad op korte
termijn gerestaureerd zullen kunnen
worden. Daarbij zal echter de financiële
hulp van particulieren niet kunnen wor
den gemist. Gelukkig is er een stichting
Vrienden van het Schielandshuis, die
daartoe al de nodige initiatieven heeft ge
nomen. Die restauratie houdt intussen
wel in belangrijke mate verband met
plannen tot herinrichting van het mu
seum. Daarover verschenen in 1976,
1977 en 1978 nota's.
In laatstgenoemde nota: „Het Historisch
Museum en de actualiteit" schreef de heer
Meyerman een opvallende opmerking:
„Ik zou er niet voor willen pleiten een
historisch museum nadrukkelijk te base
ren op een politiek uitgangspunt. Het re
sultaat van een marxistische visie op ge
schiedenis, zoals ik deze destijds met
loodzware ernst en consequentie in het
stadsmuseum van Frankfort doorge
voerd heb gezien, heeft mij nooit als be
moedigend voorbeeld voor ogen ge
staan". Wat dan wel? We citeren op-
thans tot beschermd stadsgezicht is ver
klaard. Pronkstuk onder de schaars be
waard gebleven monumenten is natuur
lijk de Grote of Sint Laurenskerk, die van
de grote wonden die deze laat-gotische
kruisbasiliek tijdens het beruchte bom
bardement van mei 1940 opliep, is her
steld.
Een en ander in aanmerking nemende
valt het te begrijpen, dat er in Rotterdam
velen zijn die liefst zo spoedig mogelijk
het Gemeenlandshuis van Schieland
(kortweg Schielandshuis genoemd),
waarin het Historisch Museum is geves
tigd, gerestaureerd willen zien. Daarover
is men echter al jaren doende en tot voor
kort scheen er bijzonder weinig schot in
de restauratieplannen te zitten. Gelukkig
komt daarin nu verandering. CRM heeft