édE&ê&gs'üè HEILGEGN U7't A'jfP t ,-jp fA/fciV. vJfc.V,F-L 244 heidense Germaan moest dus voor zijn rituele en godsdienstige handelingen het oerwoud in, naar een open plek of een heilige eik, terwijl de gekerstende juist het dorp of de stad opzoekt om te bidden. Dit had ook gevolgen voor de doden. Men bracht ze niet meer weg, de natuur in, maar men wilde ze zo dicht mogelijk bij zich houden. Welke plaats zou dan beter voor begraving geschikt zijn dan het terrein rond de kerk, het kerkhof? Daar immers konden de overledenen, in afwachting van hun verrijzenis, altijd dicht bij de plaats verblijven, waar de geheimen van de dood en de opstanding van Christus gevierd worden. In latere tijd zien we dan, dat men nog verder gaat. Men wil de doden het liefst binnen de muren van de kerk begraven en de beste plaatsen zijn dan die rond het altaar. Want het altaar moet zelf als het graf van een heilige beschouwd worden. Soms is het werkelijk de laatste rustplaats van een heilige, maar meestal bewaart men er slechts enkele relikwieën. En om dat een heilig de middelaar is tussen God en de mensen, straalt er van zijn graf een genadeschenkende kracht uit. Oorspronkelijk mocht er niemand in de kerk zelf begraven worden, doch er wa ren al vroeg uitzonderingen op deze re gel. Bisschoppen en abten, verder konin gen en zij, dié zich bijzonder verdienste lijk hadden gemaakt, konden met toe stemming van de paus binnen de kerk muren bijgezet worden. Pas in de loop van de dertiende eeuw wordt het voor andere leken mogelijk het recht op begra ving in de kerk te kopen. Daarmee was voor de kerk een belangrijke bron van inkomsten aangeboord. En het wordt duidelijk, dat alleen de rijksten zich een plaats in de kerk konden veroorloven, de overigen werden op het kerkhof begra ven We zien dus duidelijk de ontwikkeling van begraafplaatsen buiten dorp of stad, naar het kerkhof en van daar naar de ruimte binnen de kerk zelf. De mens van vroeger stond dus steeds oog in oog niet de dood, niet alleen door de vele mensen levens, die ziekten, epidemieën en oorlo gen eisten, maar vooral omdat hij daar, waar zich het maatschappelijk leven sa menbalde, in de kerk, omringd was door zijn doden. Zij waren getuigen van doop, kommunie en huwelijk, kortom, zij --)■%>£ -i ".V"/ - Til' zichtbare kremeren, waarna de as ver strooid wordt. De laatste tastbare herin neringen aan de dood, waarmee de we reld van eens zo vol was, zullen dan ver dwenen zijn. Het kerkhof als begraafplaats rond een kerk is in Nederland een bedreigd ver schijnsel en daarom is het nodig hier wat meer aandacht aan te besteden. Op steeds meer plaatsen worden op het kerkhof, na de opening van een nieuwe, ver weg ge legen begraafplaats, de nog aanwezige oude graven opgeruimd om plaats te ma ken voor een egaal kortgeschoren gazon. Hierdoor wordt de kerk van haar natuur lijke omgeving vervreemd en dat is een kwalijke ontwikkeling. Kerkbesturen hebben meestal ook geen oog voor de schat aan oudheidkundige, genealogi sche en kunsthistorische gegevens, die door hun schoonmaakwoede verloren EEN HARDSTENEN GRAFKRUIS UIT 154! TEN ZUIDEN VAN HET OUDE KERKJE TE HEUMEN (CLD.) GRAFKRUIS UIT If.Z'J OI> HET KERKHOF VAN WELL (NOORD-LIMUURG) maakten deel uit van het leven, omdat ze verder in de gemeenschap opgenomen bleven. Sinds de vorige eeuw zien wc echter, dat langzamerhand het kontakt van de mens met de dood en de doden begint af te nemen. Nadat Napoleon in 1804 daartoe reeds een poging ondernomen had en een Koninklijk Besluit in 1827 nog teveel uit zonderingen toegelaten had, lukte het tenslotte in het jaar 1869 definitief het begraven in de kerk te verbieden. Daarna zien we hoe langer hoe meer, dat de kerk hoven rondom de kerk opgeheven wor den en dat nieuwe begraafplaatsen steeds verder buiten de bebouwde kom aange legd worden. De laatste ontwikkelingen zijn, dat er niet meer thuis opgebaard mag worden en dat het sterven zelf meer en meer naar de steriele omgeving van een ziekenhuis verbannen wordt. En het lijkt erop, dat het aloude begraven ver drongen gaat worden door het on- c-rw t ,"ip. "4 gaat en ze beseffen niet, dat ze bezig zijn met het vernietigen van een kultuurver- schijnscl. Bovendien stralen veel kerkho ven een weldadige en tot bezinning ma nende rust uit en daaraan lijkt het in onze tijd vaak te ontbreken. De kerkhoven in ons land zijn in twee soorten, met elk een eigen karakter, te verdelen: de katholieke aan de ene en de protestantse aan de andere kant. Ze zijn in één oogopslag te onderscheiden, want katholieken plegen hun graven vanouds

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 18