Kareol: een
verloren
monument
torentje op gestaan met een uurwerk en
een slagklok.
In 1966 kocht de gemeente Nijkerk het
pand met de bedoeling het te restaureren,
zulks vanwege zijn historische waarde. In
1969 werd een restauratieplan gemaakt
en kreeg architect Heineman te Velp op
dracht een tekening en bestek te maken.
Vier jaar later besloot de gemeenteraad
315.000 beschikbaar te stellen voor de
restauratie. Voorlopig ging de restauratie
echter niet door. In 1976 verkocht de ge
meente het gebouw aan een particulier,
die er een bistro in wilde vestigen. Hij
werd daarbij verplicht uiterlijk op 1 juli
1976 met de restauratie te beginnen. De
man bleef evenwel in gebreke en daar
door werd het voorlopige koopcontract
ongedaan gemaakt. Sinds augustus 1977
is de gemeente Nijkerk weer eigenaresse
van het pand. Enkele maanden later wer
den de plannen tot restauratie weer opge
vat, maar die werden doorkruist door een
brand, aangestoken door een pyromaan.
Er verstreek weer een jaar. Toen stelde
gemeenteraad een krediet van -620.000
beschikbaar voor een casco-restauratie en
daarmee is nu een begin gemaakt. Hoe
nodig de restauratie is, toont een foto, die
tussen 1964 en 1977 is gemaakt. Overi
gens toont dit verhaal, dat het uitstellen
van restauratie altijd duur te staan komt.
In vijf jaar tijd zijn de kosten maar liefst
verdubbeld. Het gemeentebestuur van
Nijkerk verdient niettemin waardering,
dat het de restauratie toch heeft doorge
zet.
3
EN ZO ZAG HET BESCHERMDE MONUMENT
ER VÓÓR DE AANGEVANGEN RESTAURATIE
UIT
FOTO'S:JAC. COZIJNSEN-I'ETERSEN,
NIJKERK.
£->SS>2SS*«-
De ontwikkelingen, die zich met het tus
sen 1908 en 1910 in opdracht van Julius
Carl Bunge door de Zweedse architecten
Sven Silov en Anders Lundberg, geassis
teerd door de Nederlander Foeke Kui
pers, gebouwde landhuis Kareol in Aer-
denhout hebben voorgedaan, vormen
een schoolvoorbeeld van één van de
„stellingen", die op de jongste Nationale
Monumentenstudiedag aan een der
werkgroepen ter discussie werd gesteld.
Die stelling kreeg als titel mee: Berouw
komt na de zonde, en ze luidde: „In vele
gemeenten komt het denken over be
stemmingsveranderingen van monu
mentale gebouwen-complexen pas op
gang in een stadium waarin een reële af
weging van mogelijkheden en alternatie
ven niet meer mogelijk is". De nadruk
hierbij dient wel op de gemeenten te lig
gen. Want: een comité van burgers in
Aerdenhout èn daarbuiten heeft werke
lijk met enorme inspanning er alles aan
gedaan om Kareol te behouden en er een
waardige bestemming aan te geven. Ook
het gemeentebestuur van Bloemendaal
liet zich niet onbetuigd.
Het heeft niet mogen baten. Bijna vijf
jaar heeft het comité onder de bezielende
leiding van mr. P. G. Sijpkens ge
zwoegd. Het is niet gelukt.
In juni 1977 kwam Kareol nota béne op
de definitieve lijst van beschermde mo
numenten. Nog geen twee jaar later be
sloot de regering het unieke landhuis
weer van de lijst af te voeren. Aan de
voorwaarde tot definitieve plaatsing van
Kareol op de beschermingslijst, nl. het
vinden van „een passende bestemming
voor het gebouw" waartoe „goed
onderbouwde voorstellen" op tafel
moesten komen, heeft het comité na ein
deloze besprekingen met overheden en
instellingen, niet kunnen voldoen. In de
eindverantwoording van het comité heet
het: „Van de in beginsel zo enthousiaste
gegadigden haakten de particuliere in
stellingen, stichtingen en personen bij
concrete navraag door allerlei omstan
digheden één voor één af'.
Een der belangrijkste oorzaken: de ge
weldige vernielingen aan het gebouw,
waardoor dit in tegenstelling tot de situa
tie in het voorjaar van 1975, volledig on
bewoonbaar is geworden! Immers, met
het gedwongen vertrek van de beheerder
viel de bewaking weg en is er voor ton-