A^
Mens en natuur
Heemschut
Jaargang 56
no. 6 juni 1979
Maandblad van de
Bond Heemschut
Opgericht in 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Juliana
Eindredacteur:
J.E. van der Wielen
HEEMSCHUT verschijnt 10 keer
per jaar
Alle correspondentie betreffende
de redactie van het tijdschrift:
Secretariaat van de Bond
Heemschut
Korenmetershuis
Nieuwezijds Kolk 28
1012 PV Amsterdam
Postbus 10525
1001 EM Amsterdam
Postgiro 124326
Tel. (020)22 52 92
Alle correspondentie betreffende
advertenties: B.V. 't Koggeschip
Postbus 1198
1000 BD Amsterdam
Tel. (020) 22 97 21
BOND HEEMSCHUT
Lidmaatschap per jaar:
individuele leden 40,—
mogelijkheid van reductie
voor 65+ en 25- 20,
donateurs niet-indiv. leden 55,
losse nummers (incl. porto)/ 3,70
Uit de inhoud:
131 Heemschutdag 1979
132 Boerderijenbehoud vraag de
aandacht
135 Uw aandacht voor...
136 Na bijna een kwart eeuw
restauratie Oude Kerk
voltooid
140 Sloop bedreigt
St. Martinuskerk
in Groningen
141 Monumentenbehoud een
groeiend probleem
142 Boekennieuws
144 Plan voor Vondelkerk
onaanvaardbaar
146 Het gebruik van monumenten
147 Heemschut in actie
Foto omslag:
De Eenhoorn, een boerderij uit
1682 (Midden-Beemster)
Foto: Shellfoto
De columnist S. Montag heeft zich in een
van zijn meestal wat filosofisch getinte
Overpeinzingen in NRC/Handelsblad,
naar aanleiding van de aanleg van de
Schiphollijn door de Haarlemmermeer,
„in stille verbazing" afgevraagd ofhij de
enige is, die hier een ernstige aantasting
van het landschap ziet. „Kan het werke
lijk zijn, dat het verder aan vrijwel ieder
een verborgen blijft dat hier steeds meer
komt van datgene waarvan we al veel te
veel hebben? Zandhopen, die ten eerste.
Lelijke huizen, lelijke muziek, auto's,
startbanen, bulldozers, kuilen, radio's,
asfaltwegen, en vooral mensen," zo
vraagt Montag zich af.
We hebben alle begrip voor deze sombe
re kijk op de ontwikkelingen in het wes
ten van ons land. Het is overigens elders
niet veel beter. Van hetgeen Montag
waarnam kreeg hij een schok, ,,'t Is
vreemd, dacht ik. Waarschijnlijk nooit in
de geschiedenis is een zo grote catastrofe
door slechts zo weinigen waargeno
men," zo wordt de column besloten.
Deze laatste uitspraak verwondert ons.
Wc kennen Montag als een zeer scherp
zinnige journalist, die zeer belezen is en
uit hoofde van zijn vak een uitstekend
waarnemer. Zou Montag nooit gehoord
hebben van de Vereniging tot Behoud
van Natuurmonumenten met honderd
duizenden leden? Heeft hij nimmer tij
dens zijn wandelingen in de natuur de
bordjes gelezen, die toegang geven tot
talloze natuurgebieden, waarop staat dat
de grond die men betreedt, eigendom is
van natuurbeschermingsorganisaties?
Heeft hij nooit gehoord van het bestaan
van de Bond Heemschut, die zich niet
alleen inzet voor het behoud van archi
tectonisch erfgoed, maar die óók bij het
beoordelen van bijv. uitbreidingsplannen
alle aandacht geeft aan eventuele aantas
ting van het (natuurlijke) landschap?
Weet hij niet, dat er een particuliere in
stelling is, die zich al jaren inzet voor het
behoud van de Waddenzee? En dat er
daarnaast nog tientallen, zo niet enige
honderden organisaties zijn, die zich op
enigerlei wijze bezighouden met natuur-
en landschapsbescherming. Waarlijk,
Montag is echt niet de enige in ons land
die de aantasting van ons landschap waar
neemt. Wil hij het niet alleen bij de con
statering van de geschetste ontwikkelin
gen laten, dan zou hij de strijd tegen de
aantasting van ons landschap kunnen
steunen door bijv. lid van de Bond
Heemschut te worden. Dan blijft hij door
middel van ons tijdschrift ook op de
hoogte van hetgeen hem beweegt en van
wat er allemaal wordt gedaan om die aan
tasting te voorkomen.
In een rede, die hij in 1976 voor de
stichting Het Noordhollandsch Land
schap hield, herinnerde prof. dr. V.
Westhoff aan een uitspraak van een ande
re schrijver en medewerker van NRC/
Handelsblad: Rudy Kousbroek. Volgens
de hoogleraar zou Kousbroek zich eens
als volgt hebben uitgelaten: de natuur op
zichzelf, de wilde natuur waarin de mens
niet ordenend heeft ingegrepen, heeft
(voor hem) geen waarde, heeft niets aan
trekkelijks, boezemt hem zelfs afkeer in.
Hoe verbazingwekkend een dergelijke
opvatting in onze ogen ook is, er staat
niettemin één woord, één begrip in, dat
ons aanspreekt, namelijk „ordening".
Dit nu omvat een problematiek waaraan
men zich vroeger niet veel gelegen liet
liggen, maar in onze tijd juist veel, vaak
tè veel. We willen niet betogen, dat orde
ning niet haar nut kan hebben, maar er
zijn recente voorbeelden te noemen
waarvan gezegd zou kunnen worden, dat
er te lichtzinnig met cultuurwaarden
wordt omgesprongen. We behoeven
slechts te herinneren aan de Almere-lijn,
waarvan we dachten dat daarover het
laatste woord was gezegd. Waarvan we
tot voor kort dachten dat daarover het
laatste woord was gezegd. Maar de
Tweede Kamer is er op 't laatste moment
nog weer ingesprongen, omdat het
slechtst denkbare tracé was gekozen. De
ingreep van het parlement heeft nu tot
gevolg, dat de Almere-lijn 500 na meer
naar het Westen wordt aangelegd.