lake streven naar het behoud en de har
monische ontwikkeling van die streek.
Flehite en de Rijksdienst voor Oudheid
kundig Bodemonderzoek (ROB), beide
in Amersfoort, spannen zich in voor on
derzoek en instandhouding van oud
heidkundige objecten. Voor het ROB
was het onderzoek van de Vreeburg te
Utrecht spectaculair. Behoud van de res
ten van het Johanniterklooster, later de
Vreeburg, bleek helaas niet mogelijk te
zijn. De Stichting Historisch Boerderij-
enonderzoek verrichtte veel exacte me
tingen. De Stichting Natuur en Milieu en
de daarbij aangesloten Stichtse Milieufe
deratie weten op vele wonden de vinger
te leggen. De Vereniging Hendrick de
Keyser levert op bescheiden schaal een
bijdrage. De gemeente Utrecht slaagde
erin om in de stad de steltmolen te her
stellen. Stadsherstel Amersfoort en Mo
numentenfonds voor de Stad Utrecht
zijn actief op het gebied van monumen
ten in stedelijk verband. Recreatieschap
pen dragen het hunne bij tot instandhou
ding en verzorgen van bijzondere ele
menten, onder meer forten.
Stedelijke expansie, de vraag naar meer
vrije ruimte, toename van het verkeer en
structuurverbetering van de landbouw
zijn vaak strijdig met de zorg voor mo
nument en buitengebied. Toch is de pro
vincie Utrecht er een voorbeeld van hoe
door mensenhand in het verleden en nu
waardevolle monumenten in eigentijdse
vorm zijn en worden geschapen. Het cul
tuurlandschap blijft een weerspiegeling
van maatschappelijk gebeuren, van leef
gewoonten en technisch kunnen. Belan
genbehartiging inzake monumenten, na
tuur en landschap is een afweging van
uiteenlopende belangen. Dit is onder
meer in de drie streekplannen en in het
Vechtrapport duidelijk weergegeven.
In deze verhandeling zijn de hoofdzaken
aangehouden; er zijn slechts enkele be
langrijke feiten en aspecten aangehaald.
Zeer veel is ongeschreven gebleven. Het
is vooral de burger die de schouders on
der het monumentenwerk zet.
Op grond van het voorgaande mag men
concluderen dat er in Utrecht behoefte is
aan:
1. Een deugdelijke en systematische in
ventarisatie en herinventarisatie van
monument en buitengebied (in de
ruimste zin van het woord).
2. Het samenstellen van een meerjaren
plan en een korte-termijnplan.
3. Een kosten-batenanalyse en het stel
len van prioriteiten, bijv. een voor-
rangslijst voor de eerste 10 jaar en een
systematische toetsing van behaalde
resultaten op lange termijn. Op grond
daarvan kan de Overheid gelden be
schikbaar stellen.
4. Onderling beraad en gezamenlijk
overleg in kleinere en grotere groepen
en samenwerkingsverbanden.
5. Het nauwer betrekken van de Over
heid bij de gezamenlijke opbouw en
uitvoering; inzonderheid zou meer
initiatief kunnen worden gelegd bij en
verwacht van Ged. Staten.
6. Wettelijke instrumentaria op grond
waarvan plannen kunnen worden op
gesteld en uitgevoerd. Het ware te
wensen dat dit laatste beoogd wordt
bij de herziening van de Wet Ruimte
lijke Ordening, de Monumentenwet
en bij het ontwerp van de Wet inzake
de Landinrichting.
De lijst van beschermde monumenten
bevat thans een zo groot aantal objecten,
dat er eigenlijk niet meer gesproken kan
worden van een monumentenbeleid
doch van een financieel beleid waarvan
het aanzien van de monumenten sterk
afhankelijk is. Er wordt minder aan res
tauratie gedaan. Hiervoor trad consolida
tie in de plaats. Bovendien wordt dit ge
beuren vaak door de burger en eigenaar
89
8R
gezien als een eenzijdig werkend systeem
dat de ogen sluit voor de geschiedenis,
wat onze minder belangrijke monumen
ten en daarmee het voortbestaan daarvan
schade berokkent. In het bijna 100-jarig
bestaan van onze zorg voor monumenten
is slechts aandacht besteed aan architec
tuur van gebouwen die een bijzonder ka
rakter vertegenwoordigen. Hiervan be
staan in boekvorm en in losse artikelen in
tijdschriften beschrijvingen. Van vele
meer eenvoudige en niet zo spectaculaire
objecten bestaat echter geen beschrij
ving. Door een beschrijving van het ge
bouw te geven met een deugdelijke mo
tivering waarom het pand op de monu
mentenlijst is geplaatst, zou het behoud
alleen maar ten goede komen. Bovendien
zou het met het oog op de gebrekkige