F:
numcntcnzorg. In die jaren droeg zij
door het toekennen van subsidie bij tot
het herstel van de torens te Nes en Hol-
lum, beide op Ameland. In de eerste helft
van deze eeuw subsidieerde de provincie
op bescheiden schaal de restauratie van de
waterpoorten in Sloten (1917), de Ned..
Herv. kerk met toren te Oldebcrkoop
(1928) en de restauratie van het stadhuis
te Dokkum (1937).
Na de tweede wereldoorlog werden op
provinciaal niveau de bemoeienissen met
de monumentenzorg uitgebreid door
o.a. de instelling van een molencommis
sie in 1946 en een adviescommissie inzake
de monumentenzorg in 1948. Deze com
missies zijn sinds kort opgeheven, omdat
de provinciale overheid de laatste tijd het
cultuurhistorische kwaliteiten van dor
pen en steden.
In 1976 stelde G.S. een Projectgroep Mo
numentenzorg in. Dit initiatief mag wor
den gezien als een gevolg van de invloed
rijke werking van het „Monumenten
jaar" 1975 en daarmee verband houdende
publikaties, t.w. het onder auspiciën van
de Provinciale Commissie M 75 ver
schenen plaatwerk „Friesland Monu
mentaal", een uitgave van Fryske Akade-
my en Fries Genootschap gezamenlijk,
alsmede het door het Fries Genootschap
uitgebrachte rapport over de bescher
ming van het karakteristieke uiterlijk van
stad en dorp: „Om het gezicht van
Friesland".
De projectgroep Monumentenzorg sig
naleert als een van de belangrijkste knel
punten bij de zorg voor de monumenten:
het ontbreken van een grondige inventa
risatie en documentatie, waardoor het
bezwaarlijk is urgenties te bepalen en
prioriteiten te stellen. Nog te vaak wordt
namelijk gerestaureerd zonder vooraf
gaand onderzoek van het project, waar
door opdrachtgevers en subsidienten
dikwijls geconfronteerd worden met for
se begrotingsoverschrijdingen en hoge
aanvullende subsidieverzoeken. De pro
jectgroep acht het voorts van belang te
kunnen komen tot een financiële toetsing
van restauratiebegroting en een nauwge
zette controle tijdens de restauratie. De
mankracht voor de uitvoering van deze
taken is thans nog niet aanwezig, maar in
de opzet van een provinciaal monumen
tenbureau met de oprichting waarvan in
middels een begin is gemaakt, zal hierin
worden voorzien.
Niet alleen de provincie, maar ook de
Friese gemeenten zijn actief op het gebied
van de monumentenzorg. Enkele van die
gemeenten hebben het initiatief genomen
tot aanvulling van de rijksmonumenten
lijst. Leeuwarden liet in 1973 een zo
uitputtend mogelijke inventarisatie..."
maken van waardevolle architectuur-
objecten in de gemeente, met name van
na 1850 gebouwde objecten in de binnen
stad. Deze lijst van de zg. „jonge monu
menten" omvat ruim honderd gebou
wen, die de gemeente alsnog een plaats
op de rijkslijst waard acht. Bij de ge
meente wordt reeds nu op grond van de
lijst rekening gehouden bij de beoorde
ling van aanvragen om een vergunning
tot verbouw of sloop, waarbij een eigen
„Stimuleringsfonds", waaruit beschei
den'subsidies kunnen worden verleend,
van gunstige invloed kan zijn.
In Friesland zijn voor 22 plaatsen stads-
resp. dorpsgezichten vastgesteld of is de
procedure daarvoor in gang gezet. Nog
eens elf gemeenten hebben hierin aanlei
ding gevonden om gedocumenteerde
verzoeken te doen tot aanwijzing van be
schermd stads- en dorpsgezicht. Het be
leid in de gemeenten wordt langzamer
hand meer gericht op behoud van histori
sche leefmilieus dan op de instandhou
ding van individuele monumenten. In
verschillende gemeenten gaat men over
tot het instellen van werk- of stuurgroe-
beleid van C.R.M. op de voet volgt.
Friesland was de eerste provincie, waar
een Molen verordening (1955) en een
Monumentenverordening (1957) in wer
king traden. In beide verordeningen was
een onderhoudsplicht opgenomen, die
echter moest vervallen, toen in 1961 de
Monumentenwet van kracht werd, in
welke wet geen plicht tot onderhoud is
opgenomen.
Tot 1970 heeft de provincie geen actief
gericht beleid t.a. v. de monumentenzorg
kunnen verwezenlijken, hoewel de be
hoefte daaraan toch wel aanwezig was.
Na 1970 wordt de aandacht, gestimu
leerd door de desbetreffende bepaling in
de Monumentenwet nopens het be
schermd stads- en dorpsgezicht meer ge
richt op specifiek stedebouwkundige en 2
Km