it beste lanfan d'ierde"
Stad en land in Friesland rijk met monumenten gestoffeerd
Friesland is een heel bijzonder land. God schiep de hemel en de aarde in zes dagen, maar
daarna deed hij nog een week over Friesland en de Friezen".
Deze uitspraak van een Friese dorpsdominee troffen we aan in een door de Junior Kamer
Friesland in samenwerking met Miedema Pers in 1970 uitgegeven boekje Frieslandfeit en
onfeit".
Er zijn vele uitspraken over Friesland en de Friezen gedaan. De geboren en getogen Friezen
houden van hun land op een heel bijzondere manier. Ze houden er een gezond chauvinisme op
na, al wordt daarover in Holland" wel eens wat meewarig het hoofd geschud. ,,Geen enkele
van de overige Nederlandse provincies is te vergelijken met Friesland, want Friesland is nu
eenmaal anders.Aldus Bas den Oudsten in Friesland", een boekje dat in 1972 uitkwam bij
Knoop en Niemeijer, Haren-Gn. Friesland is een ontdekking voor wie erondanks alles"
terechtkomt. En dan is er sprake van liefde op het eerste gezicht. Dat zit dan niet alleen in
landschappen, wijde wolkenluchten, oude steden, bossen, terpen of zadeldaktorensHet zit
evenmin alleen in mensen of in de schakeringen van de Friese samenleving, de eigen taal en
cultuur, in woon- en leefklimaat. Het is dikwijls wellicht juist (een) stukje mystiek tegen de
achtergrond van het moderne Friese bestaan dat een mens gek van Friesland maakt", aldus Bas
den Oudsten.
Van de monumentale schoonheid van Friesland geeft S.J. van der Molen in Frieslandfeit en
onfeit" een uitvoerige opsomming, waaruit we citeren:Eigenlijk heeft elke stad, elk stadje en
ook iedere vlecke wel iets bekoorlijks: de Midstraat in Joure met zijn stedebouwkundig zo raak
geplaatste monumentale toren; de beide korenmolens op het bolwerk van Dokkum; de openheid
van het oostelijk bolwerk van Bolsward met daarbovenuit het robuuste silhouet van de
Martinikerk met zware zadeldaktorenFraneker met zijn stadhuis en Korendragershuisje aan
de binnengracht en de theekoepels op het al genoemde bolwerk en in Sneek de waterpoort en de rij
statige herenhuizen aan het Kleimand, dat altijd wat doet denken aan de vermaarde bocht van de
Herengracht in Amsterdam;het Hofplein in Leeuwarden, de Sylroede in Hindeloopen
en deDoltete Workum of de Merk in die stad met waag, stadhuis en monumentale kerk .en de
gracht in Bolsward met op de hoek het beroemde stadhuis;de beide waterpoorten in Sloten, de
zomerhuizen of ,,likhues" aan de stadsrand van Hindeloopen;de states of stinzen".
We dachten zo, dat deze citaten een goede inleiding vormen tot het nu volgende.
(Red. Heemschut).
DIT ARTIKEL IS GESCHREVEN DOOR DE
TECHNISCH ADVISEUR VAN DE BOND
HEEMSCHUT IN FRIESLAND, IN
SAMENWERKING MET DE AFDELING
MONUMENTENZORG VAN DE PROVINCIALE
GRIFFIE VAN FRIESLAND.
DE HIERBIJ GEPLAATSTE FOTO'S ZIJN UIT
HET FOTO-ARCHIEF VAN DE PROVINCIE
FRIESLAND
,,het beste land van de aarde"
(het Friese volkslied)
In Friesland kenmerkt de 19e eeuw zich
als een tijdperk, waarin op grote schaal
historische bouwwerken zijn afgebro
ken. Echter is er toch ook - zij het op
bescheiden schaal - sprake van
restauratie-activiteiten. Zo werd bijv.
door B. en W. van Sneek in 1877 het
afbreken en wcdcropbouwen van de
bovenbouw alsmede de nodige herstel
lingen aan beide torens van de Hoogen-
sterwaterpoort aanbesteed.
In Franeker werd in datzelfde jaar het
verbouwen en restaureren van de Grote
Kerk ter hand genomen, terwijl het stad
huis van die stad in de jaren 1887-1889
onder leiding van de architect Jos. Th. J.
Cuypers, en nog wel met rijkssteun,
werd gerestaureerd.
Deze gunstige ontwikkelingen zijn onge
twijfeld mede te danken geweest aan de
invloed van toonaangevende figuren als
Victor de Stuers en Alberdingk Thijm.
Ook moet ongetwijfeld de kentering ten
gunste van de zorg voor de monumenten
worden toegeschreven aan de heilzame
werking van het Fries Genootschap voor
Geschied-, Oudheid- en Taalkunde. Dit
in 1827 opgerichte genootschap legde
zich in de eerste vijftig jaren van zijn be
staan toe op de studie van Frieslands his
torie. Daarnaast dient gereleveerd de zich
sinds 1895 jaarlijks uitbreidende collectie
foto's van monumentale bouwwerken
van de Friese Bouwkring, waaruit even
eens het toenemend besef van waarde van
het historisch bouwkundig bezit blijkt.
De provinciale overheid raakt in 1890 en
1895 voor het eerst betrokken bij de mo-