ligenbeelden aan de kandelaberzuilen, 64 uitbundig getooid met ingewikkelde baldakijnen zoals men elders in de kerk nauwelijks aantreft. Maar zo gauw het oog langs die lijn omhoog zwerft vindt het de kleurige, dichtgeweven gewelf- ribben met op de gewelfvelden de te ruggevonden ornamentiek: niet verder „geretoucheerd" dan om ze zichtbaar te maken en dus duidelijk getuigend van hun wezenlijke ouderdom. De sluitste nen - beeldhouwwerkjes stuk voor stuk, kleurig en verguld - wordt men pas bij nauwkeurig toezien gewaar. Goede waarneming vergt een verrekijker. Maar eigenlijk is het resultaat alleen maar goed te beoordelen in vergelijking met de toestand voor de restauratie en vooral de beleving daarvan. Toen was de sacra mentskapel - met permissie - een duis tere spelonk in een uithoek van de kathe draal waarvan de schoonheid verborgen bleef, ook al doordat de aandacht van gelegenheidsbezoekers vooral getrokken werd door het imponerende middel eeuwse zogenaamde lijdensaltaar (een Antwerps retabel) in de belendende kooromgang. Alleen de vertrouwde ge lovige vond in die „spelonk" een toe vluchtsoord voor ongestoord gebed of zo maar wat rust en bezinning. Het „lijdensaltaar", dat overigens ook in restauratie is, zal daarom vrij zeker een plaats tussen hoogkoor en noorder koor omgang had gevonden, verplaatst: werk, dat al op verscheidene plaatsen in de kerk heeft gestaan en laatstelijk een plaats ti sen hoogkoor en noorder koor omgang had gevonden, verplaatst: grondig gerestaureerd scheidt het nu de sacramentskapel van de noorder koor omgang. Daarmee is historisch winst geboekt: de nieuwe plaats is vermoede lijk ook de oorspronkelijke. Esthetisch betekent het een herstel van de symme trie van de kooromgangen. En uit een oogpunt van innerlijke gewaarwording is het een bijdrage tot de rust in de geres taureerde kapel. Haar toekomst, zo is de vrij algemene opvatting, moet in de lijn liggen van haar recente verleden: een plaats van gebed, een plaats van bezin ning of- waarom ook niet - alleen maar van schoonheidsbeleving. Hans Kessens

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 28