Monumentenzorg in de rijksbegroting
In de komende periode zal aan drie facetten van het beleid op het gebied van de
monumentenzorg bijzondere aandacht worden gegeven, aldus valt te lezen in de
Memorie van Toelichting op de begroting van CRM voor 1979. Die drie facetten zijn:
het financiëleop te vatten als het aanpakken van hetstuwmeerde voorraad niet
gehonoreerde verzoeken voor een restauratiesubsidie,
het geven van een aanzet tot een onderhoudssubsidie en
het streven naar een planmatige, integrale aanpak van het herstel van nog herken
baar aanwezige, historisch waardevolle structuren.
In dit verband wordt grote waarde gehecht
aan het in nauwe samenwerking met het
Ministerie van Volkshuisvestingen Ruimte
lijke Ordening voeren van een actief en zo
effectief mogelijk beleid. Een op de verwe
zenlijking van deze punten in de komende
jaren gericht beleid heeft natuurlijk financi
ële consequenties. Uitgaande van de reali
teit, dat de perspectieven op dit punt weinig
aanleiding geven tot optimisme, zal het
noodzakelijk zijn te bezien of het mogelijk is
dit budget nog doelmatiger en effectiever te
besteden dan wellicht tot dusverre het geval
was. Dit betekent tevens een beleid gericht
op herstructurering binnen de beperkte fi
nanciële mogelijkheden. Het zal voorts
zonder meer noodzakelijk zijn bij het beleid
in de toekomst de nadruk te leggen op een zo
nauwkeurig mogelijk afgewogen selectie
van de te beschermen objecten. De vraag
dient steeds gesteld te worden of het vanuit
een oogpunt van monumentenzorg gerecht
vaardigd is een bepaalde subsidie te ver
strekken en in welke mate dat eventueel
dient te geschieden.
De Memorie van Toelichting vervolgt:
Daarnaast is het van groot belang, dat komt
vast te staan, dat een op bovengenoemde
punten toegespitst beleid als uitgangspunt
wordt aanvaard en dat het streven erop ge
richt blijft daarvoor voldoende ruimte te
vinden. Het is daarbij vooral voor de lagere
overheden, op wie de taak rust dit beleid te
vertalen in concrete plannen en restauratie
programma's, en de burgers, die het aan
gaat, van groot belang, dat men weet waar
aan men toe is en welke financiële moge
lijkheden er zijn voor het herstel van be
schermde monumenten en nederzettingen.
In de monumentenzorg is veel zinnig, zin
vol en bevredigend werk te verrichten. Het
restauratieproces kan echter slechts dan
goed gestructureerd en dus zo doelmatig en
effectief mogelijk verlopen als de con
tinuïteit in dat proces redelijk verzekerd is.
Deze noodzakelijke continuïteit kan ook in
gevaar komen door het ontbreken van vol-
192
doende vakbekwame vaklieden. De moge
lijkheden die de sector monumentenzorg
vanuit een oogpunt van werkgelegenheid
biedt, dienen op dit punt niet veronacht
zaamd te worden. Zo besluit de toelichting
voor wat betreft de sector monumenten
zorg.
In de paragraaf betreffende Oudheidkundig
bodemonderzoek wordt een duidelijk ver
band gelegd met monumentenzorg. Opge
merkt wordt, dat de wetgeving op de be
scherming van bepaalde soorten archeolo
gische monumenten tekort schiet. Be
scherming ingevolge de Monumentenwet
zou ook uitdrukking moeten vinden in de
bescherming krachtens de Wet op de Ruim
telijke Ordening en dus in streek-, structuur-
en bestemmingsplannen geëffectueerd zou
moeten worden. Hiervan is echter geen
sprake. Ook bestaat voor waardevolle ar
cheologisch/historisch geografische struc
turen geen procedure te vergelijken met de
aanwijzing tot stads- en dorpsgezicht. In
ieder geval dient voorkomen te worden dat
de bescherming op grond van de ene wet
ontkracht wordt door de eraan gegeven be
stemming krachtens een andere wet.
Naast het bestaande aankoopplan voor na
tuurwetenschappelijk belangrijke gebieden
dient een vergelijkbaar aankoopplan voor
archeologische monumenten te worden op
gesteld. De snelle ontwikkelingen in de
agrarische sector manen in dit verband tot
haast. De schakel met ons verleden, ge
vormd door de archeologische monumen
ten, is reeds dun en wordt steeds zwakker.
Voor wat het natuur- en landschapsbeleid
betreft wordt meegedeeld, dat het beleid
opnieuw geformuleerd is. Ondanks de
moeilijke financiëel-economische situatie is
nu de tijd aangebroken dit beleid tot realise
ring te brengen, vooral omdat natuur- en
landschapsbeleid een zaak is die geen uitstel
duldt.
Aangekondigd wordt de publicatie van een
structuurschema voor natuur- en land
schapsbehoud. Nog dit jaar wordt het door
de interdepartementale commissie nationale
parken en nationale landschapsparken uit te
brengen eindadvies verwacht.
Begrotingscijfers
1979 geraamd
1978 toegestaan
afgerond
afgerond
Personeel Rijksdienst v.d.
Monumentenzorg
11.307.000
10.724.000
Materieel Rijksdienst v.d.
Monumentenzorg
2.451.000
2.200.000
Subsidies en andere uitgaven voor
monumentenzorg
ƒ98.156.000
98.054.000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te
gane verplichtingen
17.156.000
17.054.000
Aan te gane, resp. aangegane
verplichtingen, die in latere jaren tot
betaling zullen leiden
97.000.000
ƒ97.000.000
Subsidies en overige uitgaven aan
verenigingen en stichtingen, werkzaam
op het gebied van monumentenzorg
1.217.000
1.273.000