Zestig jaar Vereniging Hendrick de Keyser
■HM
BIBM
■111
Op 3 januari 1978 vierde de Vereniging
Hendrick de Keyser in Huize van Brienen,
Herengracht 284 te Amsterdam, op be
scheiden wijze haar zestigste veijaardag, Er
heeft geen feestelijke herdenking plaatsge
vonden, omdat energie, tijd en geld beter
besteed kunnen worden aan de voortzetting
en uitbreiding van ons werk te weten het
behoud van waardevolle architektuur uit het
verleden.
Ondanks de vele beschermende maatrege
len worden er nog steeds monumenten met
sloping, verminking of anderszins be
dreigd, waaronder vele gebouwen die ken
merkend zijn voor de geschiedenis van de
Nederlandse bouwkunst en derhalve de
moeite waard zijn om door ons te worden
aangekocht en te worden gerstaureerd.
Sedert de oprichting van de Vereniging
Hendrick de Keyser op 3 januari 1918 en de
aankoop van het eerste huis, Nieuwebrug-
steeg 13 te Amsterdam, is er heel veel ge
beurd in het vlak van de monumenten; in die
periode zijn de opvattingen over het begrip
monument en de handhaving van waarde
volle architektuur gewijzigd evenals de res
tauratiegedachten en -technieken. Het ob-
jekt is in een breder verband geplaatst en
wordt daarbij allengs meer gezien als een
onverbrekelijk onderdeel van de omgeving.
Ook de funktie van het monument als ge
bruiksvoorwerp in de samenleving heeft ge
leidelijk aan een belangrijke aandacht ge
kregen.
Dat de ontwikkeling rond de instandhou
ding van oude waardevolle gebouwen dui
delijk beïnvloed is door de tweede wereld
oorlog met de praktisch volledige bouwbe-
perking en de daarna heersende woning
nood is vanzelfsprekend.
De invoering van de monumentenwet van
1961, waarbij vooral ook de zogenaamde
kleinere monumenten - woonhuizen, pak
huizen, bedrijfs- en industriepanden - een
grotere aandacht krijgen, alsmede het is de
wet geïntroduceerde begrip van het be
schermde stads- en dorpsgezicht, heeft de
bovenbedoelde ontwikkeling daarentegen
in positieve zin beïnvloed. In de geschiede
nis van de instandhouding en overlevering
van de monumenten zijn op grond van het
vorenstaande feitelijk in grote lijnen twee
perioden te onderkennen, t.w. de vooroor
logse periode, met overwegend idealisti
sche, hobbyistische opvattingen en veelal
starre restauratie-ideeën, waarbij ongeacht
de historische groei van het gebouw de re-
139
konstruktie tot de vermeende oorspronke
lijke toestand tot het dogma behoorde, en de
na-oorlogse periode, die gekenmerkt wordt
door een steeds professionelere en doelge
richtere aanpak en uitwerking, zowel wat
betreft de handhaving van oude bebouwing
in het algemeen als de restauratie van het
individuele monument. Een proces dat nog
voortdurend in 'beweging is en mede ge
stuwd wordt door de grote publieke belang
stelling die is ontstaan en de geleidelijk ge
groeide politieke bewustwording, met als
1. Amsterdam: Nieuwebrugsteeg 13; ge
restaureerd in 1932 met reconstructie
van de 17e eeuwse toestand
Foto: Kunsthistorisch Instituut
2. Amsterdam, Herengracht 170/172; ge
restaureerd in 1971waarbij de hoofd-
opzet van de 7e eeuwse architectuur is
gereconstrueerd doch latere ramen en
ingangspartijen zijn aangehouden
Foto: Maarten Brinkgreve, Amsteram; ei
gendom Ver. Hendrik de Keyser
belangrijkste uitvloeisel daarvan de tot
standkoming van subsidieregelingen voor
de restauraties van de gebouwen. Ook de
sterke drang van de afgelopen twintig jaren
om weer in de binnensteden te gaan wonen
heeft zijn duidelijke sporen in dit alles nage
laten.
De evolutie in het monumentenvlak is uiter
aard ook niet aan het beleid en de werkwijze
van onze Vereniging voorbijgegaan of an
ders gezegd: de Vereniging Hendrick de
Keyser heeft met haar werk mede een be
langrijke steen aangedragen in de voltrek
king van deze evolutie.
Ook voor ons is de na-oorlogse tijd in om
vang wel de belangrijkste periode uit ons
werk geweest, hetgeen ondermeer blijkt uit
de lijst van verworven panden - rond 60%
van de objekten is na 1945 in eigendom