Culemburg: stad aan de rivier
m
■jawMvmm
wmmi. M* K"m"!*'iS
,De Stad legt aen de linker zyde van de Rivier de Lek, in een zeer vermakelyken Oort, om
ringt met breede Graften, aengenaeme Singels, heerlyke dreeven en vrugtbaere Boomgaer-
den: Byzonder munten uit de Dreeven ten Oosten der Stad, by het Kasteel, in zich beslui
tende en omringende voortreffelyke Wei-landen, en verschaffende het bekoorlykste gezicht
dat men uitdenken kan, en een zeer aengenaeme wandeling voor de Borgerye.
Culemburg is zamen gestelt uit drie aen den ander paelende Stedekens: De Oude Stad in't
midde, de Havendyk ten Noorden, en de Nieuw-Stad ten Zuiden strekkende, welke door het
gemeen den naem van de Nieuwpoort heeft gekregen en nog genaemt wordt. Deeze drie
Stedekens zyn door Poorten, Graften en Bruggen van den ander afgezonden.
De Oude Stad is aller eerst aengelegt. De Havendyk en Nieuw-Stad zyn naderhant, by wyze
van uitlegging of vergrooting, daer by gevoegt.
De Stad heeft zes Poorten, vier in den omtrek, als de Lek Poort ten Noorden, de Golber-
dingsche Poort ten Westen, de Zand Poort ten Zuiden, en Slots Poort ten Oosten, en twee
Binne-Poorten, de Oude Lek-Poort in de Jaere 1752 afgebroken, en Lanksmeer Poort: On
der die alle, hoe wel met verheven Kappen of Daken voorzien, munt uit de laest genoemde,
staende ten einde van de Groote Markt, welke in den jaere 1557 doorGrave Florisden eer
sten tot die hoogte en fierlyken stant is opgetrokken en als nu nog daer in gezien word, heb
bende een van Steen gebouwden Omgang, een doorlugtige Spits, en voorzien zynde met
een groote Slag-Klok en Uerwyzers, welke Spits aen derzelver boven einde, door den tyd
zynde vergaen, in 't Jaer 1751 is hermaekt".
vestingstadje aan de Lek onder dit grillige
beleid heeft geleden.
Geschiedenis
Alvorens op de stedebouwkundige ontwik
kelingen van de laatste tijd in te gaan, eerst
een brokje geschiedenis. Culemborg heeft
haar ontstaan te danken aan een kasteel, dat
in de tweede helft van de 13e eeuw werd ge
bouwd door de heren van Beusichem op
gronden die leenroerig waren aan het Kapit
tel van Oud-munster te Utrecht! Hubert van
Beusichem wist die grond van deze leen-
plicht te bevrijden. Aanvankelijk niet meer
dan een kleine nederzetting bij het kasteel,
groeide deze alras tot een stadje uit, waar
van de poorters in 1318 stadsrechten ver
kregen. Daarna is Culemborg door de loop
der eeuwen heen steeds een van de Ver
enigde Nederlanden onafhankelijke, sou-
Zo pittoresk als A. W. K. Voet het tegen
woordige Culemborg twee en een kwar
teeuw geleden het stadje aan de Lek be
schreef, is de situatie vandaag de dag helaas
niet meer. De „binnenstad" is nu be
schermd en de oude rivierstad telt zo'n ne
gentig beschermde monumenten. Maar wie
de monumentenlijst beziet, zal constateren,
dat er, in vergelijking met de beschrijving
van Voet, wel heel veel verloren is gegaan.
V an de zes genoemde poorten is er nog maar
één over: de Lanxmeerse- of Binnenpoort.
Er is helaas meer, veel meer verdwenen in
dit Culemborg, waarvan de geschiedenis in
elk geval terug gaat tot het begin van de 14e
eeuw. Om het maar aanstonds te zeggen: er
is in Culemborg op grote schaal gesloopt;
alle drie karakteristieke stadsdelen vertonen
min of meer grote gaten.
Vele jaren is er weinig eerbied getoond voor
de waarde van het architectonische erfgoed.
Het heeft echter weinig zin „de" schuldige
of „een" schuldige hiervoor aan te wijzen.
Wel is het zo, dat het tegenwoordige ge
meentebestuur bepaald wel oog heeft voor
het deels kostelijke monumentenbezit, dat
aan haar is toevertrouwd. Bovendien moet
erop worden gewezen, dat de Rijksoverheid
na de Tweede Wereldoorlog Culemborg tot
zgn. groei-gemeente had aangewezen,
waardoor bestemmings- en uitbreidings
plannen natuurlijk zijn beinvloed en daar
mee het stadsgezicht. Inmiddels is van de
bestemming tot groei-gemeente weer afge
zien, maar dat betekent wel, dat het oude
Mé-P
tC,i
WVrt
129