3 li..- iijf{i Stadswijk en monument kunnen niet zonder elkaar, een wijk zonder één of meer domi nerende monumenten spreekt niet erg aan en grotere' monumenten, die niet langer wortelen in een oude herkenbare buurt, staan er wat verloren bij. Inmiddels wordt wel meer gerealiseerd dan voorheen, dat de kosten, verbonden aan de restauratie van een groot monument, dat bij een stadswijk behoort, in een goede ver houding behoren te staan tot de herstelkos- ten van de gehele verhouding behoren te staan tot de herstelkosten van de gehele buurt en als het ware tezamen met het her stelplan van de woonhuizen tot één pakket moeten worden gerekend, zoals bij het Bergkwartier ook is geschied. In Deventer werd voor een procédé gekozen zonder de centrale positie van de gemeente en zonder de verkoop van het gereedgekomen pro duct. Hier zouden de, in samenwerking tus sen de gemeente en de werkgroep Berg kwartier gerestaureerde huizen blijvend worden beheerd door de N.V. Bergkwartier, Mij. tot stadsherstel te Deventer. Rollenspel Op deze wijze kwam een mengvorm tot stand van wat een stadssaneringsproject werd genoemd in een vrijer systeem van verspreide restauraties. De taken van de resp. overheden en initiatieven van particu lieren werden in een rollenspel onderge bracht. Het herstelproces werd voorts ge kenmerkt door twee bijzondere aspecten: 1 er was wel een stedebouwkundige visie maar geen stedebouwkundig plan; 2. er was een soepel werkprogramma; men was niet verplicht aan de ene kant te beginnen en een de andere kant te eindigen; evenmin be hoefde elk pand te worden aangepakt. Uit eindelijk bestond er voor het Bergkwartier 1Rijkmansstraat 54 vóór de restauratie Foto: WJ. Hasselaar, Deventer. 2. Rijkmansstraat 54 na de restauratie. 3. in harmonie met de omgeving: ach terzijde Bergstraat 38. Foto: W. J. Hasselaar, Deventer. geen gevaar meer en was het vervalproces gestopt. Opvallend is in de Bergkwartiersituatie dat geen der betrokkenen - ook de overheid niet -een monopoliepositie innam. Nu blijkt nl. dat waar dit wél het geval is - en dat komt nogal eens voor- dat er geen resultaat wordt bereikt. Een waarschuwing In dit verband liet de heer Jessurun een waarschuwing horen: het streven naar het mat zetten van de al dan niet vermeende tegenstander levert vaak een patstelling op, die het spel dood legt. Op deze waarschuwing liet de hoofddirec teur van de Rijksdienst de opmerking vol gen, dat naar zijn overtuiging men in ons land op het keerpunt staat van slagen of falen van de stadsvernieuwing. Het gaat om het gestalte geven aan een cultureel- maat schappelijk volwaardige leefomgeving. Ge let op ons totale uitgavenpakket zijn de be dragen, gemoeid met stadsvernieuwing in historische gebieden, niet zo gigantisch, meende de heer Jessurun. Het gaat bij de benodigde subsidies van CRM en VRO in totaal om een bedrag van 150 miljoen per jaar, op basis van een 10-15 jarenplanning. Het lijkt vreemd, aldus de heer Jessurun, dat dit niet opgebracht zou kunnen worden, te meer daar met een andere benadering van deze gebieden bovendien onvermijdelijk ook geld gemoeid is. Aan het boek: Tien jaren stadsherstel zullen we in een volgend nummer aandacht besteden. v.d.W. 83

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1978 | | pagina 13