Van paleis tot museum
De commissie van advies inzake de restau
ratie en de inrichting van het Rijksmuseum
Paleis Het Loo heeft besloten om over de
restauratie elk halfjaar een documentatie-
verslag te laten verschijnen. Een goede be
slissing. De eerste aflevering ligt nu voor
ons en die mag er wezen. Er staat heel wat
wetenswaardigs in. Bovendien is een aantal
foto's opgenomen.
Zo'n documentatie van een omvangrijke en
langdurige restauratie is niet nieuw. Elders
is men daartoe ook al overgegaan, waarmee
de restauratie-geschiedenis van belangrijke
objecten wordt vastgelegd. Dat is ook nuttig
voor de wetenschap en in het algemeen voor
hen, die daarin belangstellen. In het verle
den is daaraan weinig of niets gedaan met
het gevolg, dat als men in onze tijd tot res
tauratie moet overgaan, men niet weet wat
er vroeger bouwkundig al is gebeurd. En dat
betekent dan, dat architect en aannemer
(Boele en van Eesteren, Den Haag/Wou
denberg, Rhenen) vaak voor verrassingen
komen te staan, verrassingen, die niet altijd
even prettig zijn. Bij de restauratie van Het
Loo kwam zo'n minder plezierige verras
sing voor bij het terugplaatsen van de kozij
nen naar de oorspronkelijke plaats. Daarbij
bleek, dat het kozijn-gedeelte aan de voor
zijde, uitgevoerd in eiken, nog in goede
staat verkeert, doch het binnengedeelte,
uitgevoerd in vurehout, dat aansluit aan de
muur, dusdanig door zwam is aangetast dat
het vernieuwd moet worden.
Overigens lezen we o.a. nog het volgende
over de kozijnen van het corps de logis: op
de bovenste verdieping van het corps de
logis aan de oostzijde zijn bij de verbouwing
van het paleis in 1911 kennelijk in het
noordoostelijk gelegen hoekvertrek de
raamkozijnen toegepast die vrij kwamen
van de oorspronkelijke bovenste verdie
ping, die bij deze verbouwing hoge vensters
kreeg. Men kwam hierbij voor verrassende
constructie-problemen te staan.
Voor een groot deel was het skelet van het
gebouw bij het afsluiten van dit eerste ver
slag - september 1977 - vrijgelegd. De
vondsten werden systematisch genoteerd en
getoetst aan feitenmateriaal, dat door ar
chiefonderzoek reeds bekend was. Het werk
van de restauratie ging overigens van start
met het demonteren van alle parketvloeren.
Vervolgens werden van de Grote Eetzaal
alle deuren verwijderd en opgeslagen, na
eerst geconserveerd te zijn. Kostbaarheden
als kwetsbaar houtwerk, traptreden enz.
46
werden afgeschermd. Daarna volgde de
demontage van spiegels, schouwen en sani
tair. Ook de Kleine Eetzaal en de vestibule
werden ontmanteld. Elders werden lambri
seringen afgenomen. Hierna was het meest
spectaculaire werk de demontage van de
stucplafonds. Weer wat later werden o.a.
alle zonneblinden verwijderd. Een aantal
hiervan zal in de toekomst het huis Mari-
alust in Apeldoorn sieren.
In de zomer bleek de toestand van de schil
deringen in het hoofdtrappenhuis ernstig
achteruit te gaan, vermoedelijk door de
aanwezigheid van condens. Het gehele
trappehuis werd daarop hermetisch afgeslo
ten. Ook werden de noord- en zuidtympa-
nen van het corps de logis en het zandstenen
fries van het westelijk binnenpaviljoen in
delen naar beneden gehaald en opgeslagen
in afwachting van de verwijdering van de
verdieping van 1911-1914.
Wellicht denkt men bij deze grondige de
montage aan een onttakeling, zo vervolgt
het verslag. Bij nadere beschouwing zou
men echter van een eerherstel van het 17e
eeuwse gebouw kunnen spreken. (De 18e,
19e en 20e eeuw zullen in de interieurs en de
te handhaven uitbreidingen de volle aan
dacht krijgen). Het gebouw zoals het er nu
uitziet, is overzichtelijk geworden. Stap
voor stap komen de juiste, oorspronkelijke
proporties terug. Nu beseft men des te meer
hoe ingrijpend de verbouwing van 1911-
1914 is geweest en hoe goed koningin Wil-
helmina de harmonische verhoudingen be
greep toe zij zich oneens verklaarde met de
uitbreidingssplannen.
Zo er nog twijfels bestonden over de vroeg
ste bouwfase van het corps de logis zonder
paviljoens, konden deze uit de weg worden
geruimd, omdat nu de westelijke en ooste
lijke buitenmuren zichtbaar zijn waar deze
ca. 1692 aan het oog onttrokken waren door
de bouw van de binnenpaviljoens. De ver
schillende trappehuizen laten bij demontage
fragmenten van eerdere trappehuizen zien.