Het Binnengasthuisgebied te Amsterdam
Het thans aan de Universiteit van Amster
dam toebehorende zgn. Binnengasthuister
rein, het gebied dat begrensd wordt door de
Oude Manhuispoort, O.Z. Achterburgwal,
Grimburgwal, Oude Turfmarkt, Nieuwe
Doelenstraat en Kloveniersburgwal, kreeg
zijn onregelmatige hoofdvorm bij de stads
uitbreiding van ca, 1420,
Zo begint een gedocumenteerde nota van de
Bond Heemschut aan de Universiteitsraad
van de Universiteit van Amsterdam. De
nota houdt zich bezig met het Binnengast
huisgebied, waarvoor de universiteit, vol
gens een het vorige jaar genomen besluit,
een zgn. postzegelbestemmingsplan zal
ontwerpen.
In een begeleidende brief zegt de Bond het
besluit voor het onderhavige gebied een
speciale werkgroep in te stellen, toe te jui
chen want het gaat om ,een belangrijk stuk
binnenstad", dat van grote architectonische
en stedebouwkunige kwaliteit is. Behalve
de reeds beschermde monumenten treft men
er een scala van waardevolle gebouwen aan,
in hoofdzaak daterend uit de laatste decen
nia van de vorige eeuw. Enige daaronder
verdienen, volgens Heemschut, zeker ook
de status van beschermd monument; ver
schillende zijn bijzonder karakteristiek en
het totaalbeeld waar alle bebouwing toe bij
draagt, past uitstekend in de stad.
In elk geval dient volgens Heemschut, de
monumentale Oude Turfmarkt in haar ge
heel intact te blijven. Het monumentale ge
bouw op de hoek bij de Grimnessesluis, de
vm. Kraamvrouwenkliniek uit 1871dat in
de oude plannen zou moeten wijken voor
nieuwbouw, kan zeker niet worden gemist
in deze wand van uitzonderlijke allure. In
dit verband geeft Heemschut blijk van zijn
ongerustheid over een nota bouwbeleid van
de bouwcommissie, waarin nog sprake is
Het zgn. Binnengasthuisgebied
van afbraak van het Bernardusinstituut, dat
n.b. een beschermd monument is.
Voorts zou alle bebouwing rond het plein
waar Grimburgwal en O.Z. Achterburgwal
samenkomen, in de 17e eeuw de Blijde
Hoek genaamd, bescherming waard zijn.
De polikliniek Onder de klok'(1875) en
het Administratiegebouw (1916), beide
zowel kunsthistorisch gezien als vanwege
hun stedebouwkundige waarde van groot
belang, missen een dergelijke bescherming
nog.
Ook de goede 19e eeuwse bebouwing aan
de Kloveniersburgwal en de Nieuwe Doe
lenstraat zou Heemschut in beginsel willen
handhaven.
Wat betreft het integreren van de „bebou-
wingsschil" in het stadsgebeuren, wijst de
23