Historisch museum in Amsterdams
synagogecomplex
West-Indisch
Huis in
Amsterdam
Eindelijk zal het er dan van komen. Het
gemeentebestuur van Amsterdam wil een
krediet van ruim twintig miljoen gld. be
schikbaar stellen voor de restauratie van het
beroemde synagoge-complex aan het Jonas
Daniël Meijerplein. Het zal na restauratie
huisvesting gaan verlenen aan het Joods
Historisch Museum, thans nog onderge
bracht in het Waaggebouw op de Nieuw-
markt. De gebouwen waar het om gaat dien
den vóór de uitroeiing van het grootste deel
van het Amsterdamse joodse volksdeel voor
de uitoefening van de godsdienstplichten
derzgn. Hoog-Duitse Joden. Tegenover dit
synagogecomplex ligt de beroemde Portu
gese synagoge, die nog altijd als zodanig in
gebruik is en die behoort tot de belangrijkste
monumenten in de hoofdstad.
Het Hoog-Duitse complex bestaat uit drie
synagogen, t.w. de zgn. Grote synagoge,
gebouwd door de stadsbouwmeester Daniël
Stalpaert en ingewijd op 25 maart 1671.
Voor de verdere geschiedenis laten we even
prof. M. H. Gans in zijn Memorboek 1971
aan het woord: ,,A1 in de tijd van de inwij
ding van de Grote Sjoel kocht de gemeente
terrein achter die sjoel, in de tegenwoordige
Nieuwe AmstelstraatDaar werd een
vleeshal gebouwd, een van de belangrijkste
instellingen voor een joodse gemeente en
boven (in het Jiddisj obben) die vleeshal
werd in 1685 de Obbene Sjoel ingewijd,
formeel genaamd de Tweede Synagoge. Pal
daarbij kwam al gauw de Dritt Sjoel, de
derde synagoge en in 1730 de Neie Sjoel,
nieuwe synagoge. Volkomen tegen elkaar
aanleunend lagen er toen dus vier Asjke-
nazische sjoelen tegenover de grote Portu
gese synagoge. Voor de bouw van de
nieuwe synagoge waren drie huizen links
van de grote sjoel aangekocht (nog te zien
opeen prent van omstreeks 1710 van Adolf
van der Laan). Daar werd eerst een kleine
sjoel ingewijd (1700), die in 1752 vervan
gen werd door een grote sjoel, volgens ont
werp van architect F. G. Maybaum. Al
hoewel deze sjoel nu de grootste was, bleef
hardnekkig spraakgebruik die sjoel uit 1671
de Grote Sjoel noemen". Tot zover prof.
Gans, wiens gegevens we op een enkel on
derdeel aanvulden uit „Geschiedenis der
joden in Nederland" (1940 bij Van Hol-
kema en Warendorf verschenen), welk
werk tot stand kwam onder redactie van dr.
Hk. Brugmansen drs. A. Frank. Voor geïn
teresseerden in de geschiedenis van de sy
nagogen in Amsterdam verwijzen we ook
14
.Gezicht van de Hoogduitsche Jooden-
Kerk'
(Ets uit Atlas van Fouquet
Foto: Gem. Archiefdienst Amsterdam.
nog naar J. F. van Agt: „Synagogen in
Amsterdam" (1975).
De nu voorgenomen restauratie zal ook een
uitbreiding van het complex meebrengen
ten behoeve van de administratie van het
Joods Historisch Museum. Deze aanbouw
is nodig voor het onderbrengen van techni
sche installaties.
We schreven hierboven, dat het nu eindelijk
tot volledige restauratie zal komen. Voor
deze opmerking was alle reden. Tijdens de
Tweede Wereldoorlog leed het complex
grote schade. In 1954 verwierf de gemeente
Amsterdam het complex. Kort daarop werd
het plan gepubliceerd er een bouwkunstcen
trum in te vestigen. Hiervan werd afgezien.
In de jaren zestig kwam er een voorstel van
B. en W. om er de Amsterdamse toneel
school in onder te brengen. Daartegen
kwamen ernstige bezwaren en dat plan ging
dan ook niet door. Wel werd er wat geres
taureerd en werd het herstel later voortge
zet. Ter gelegenheid van het 700-jarig be
staan van de stad Amsterdam kon met het
oog op de toekomstige bestemming (Joods
Historisch Museum) nog een expositie
ruimte worden ingericht.
Het complex zal nu dus een waardige be
stemming krijgen: een historisch museum
met een belangrijk brok Amsterdamse ge
schiedenis.
v.d.W.
Zonder feestvertoon is de aanzet tot herstel
begonnen van het voormalige West-Indisch
Huis aan de Haarlemmerstraat/Herenmarkt
in Amsterdam, dat in december '75 door
brand zwaar werd beschadigd.
Sinds de 17e eeuw toen binnen deze muren
besloten werd tot de stichting van Nieuw-
Amsterdam, het huidige New-York, en toen
in de nog bestaande kelders de schatten van
Piet Hein's zilvervloot werden geborgen,
heeft het gebouw vele bestemmingen ge
had. Lange tijd deed het dienst als stadsher
berg, het Nieuwezijds Herenlogement. Na
1825 werd het een tehuis voor weeskinderen
en bejaarden van de Hersteld Evangelische
Lutherse Gemeente. Van 1954 tot de brand
huisvestte het West-Indisch Huis de kanto
ren en het magazijn van een textielgroot-
handel.
Om dit belangrijke monument te redden
werd, zoals eerder door ons vermeld, de
Stichting Het West-Indisch Huis opgericht,
die het gehavende complex door middel van
een lening aankocht voor 1,2 miljoen. Aan
B. en W. werd een bestemmingsplan voor
gelegd, dat o.m. voorziet in bejaardenwo
ningen, kantoren voor het Bureau Monu
mentenzorg en een café-restaurant in de z.g.