aH Olst. Drie tot het landgoed „De Haere" behorende gebouwen kwamen eveneens op de lijst. In de eerste plaats het vroeger als rentmeesterhuis dienende aan de IJsseldijk staande chalet-achtige huis (kort na het midden van de 19e eeuw). Voorts het voor malige Tolhuis, een dwars op de dijkas ge bouwd pandje uit de eerste helft van de vorige eeuw en tenslotte de boerderij met onder riet gedekt wolfdak (1713). Oosterwolde (Gem. Oldebroek). Het op de begraafplaats staande monument met graf kelder voorde familie Raedt van Oldenbar- nevelt (opgericht in 1852) is beschermd verklaard. Schiedam. Het overblijfsel van de rauwmo- len „De Palmboom" (1781), door brand grotendeels verwoest in 1901blijft dank zij recente bescherming voor het nageslacht bewaard. Men treft er nog de gevelsteen aan met de afbeelding van een palmboom en een opschrift binnen omlijsting in Lodewijk XVI-trant. Snakkerburen (Leeuwarden). Hier kwa men op de lijst de voormalige herberg „De Sevenster" (1775), een pand uit de eerste helft 19e eeuw, verder een pand onder met pannen gedekt wolfsdak, eind 18e of begin 19e eeuw (met betimmeringen met bedste de- en kastdeuren en een schouw in de keu ken met Lodewijk XVI-versiering alsmede een pakhuis uit het midden van de 19e eeuw, alle aan Aon. Spoolde (Gem. Zwolle) Het gepleisterde rechthoekige gebouw van karakter midden 19e eeuw aan de Katerveerdijk 12 werd op de aanvullende lijst geplaatst. Velsen. Eveneens op de aanvullende lijst de Oostlaandersluis en het uit 1915 daterende machinepark van het gemaaltje van de pol der Velserbroek. De sluis werd in 1829 ver nieuwd. Vollenhove. Thans beschermd de boerderij aan Oppen Swolle 5, uit het laatste kwart van de 18e eeuw. Wanneperveen. Beschermd geworden de aan de Veneweg 46 liggende 18e eeuwse boerderij. Het interieur heeft een kamer met balkenzoldering, betimmering met kasten en bedsteden, dessus-de portes, een schoor steenstuk en een trapleuning naar de opka mer, Lodewijk XVI. Archeologische monumenten. In deze ca tegorie enige nieuwe objecten: in de ge meente Winsum twaalf terreinen, waarop zich wierden bevinden uit het begin van de jaartellingen zgn. verhoogde woonplaatsen uit de middeleeuwen. Van drie wierden is bekend, dat zich hierop in de middeleeuwen nog dorpen bevonden, zoals Maarhuizen, Ranum en Bellingweer. Op deze wierden zijn de kerkhoven en mogelijk ook de funde ringen van kerken aanwezig. Een tweede object: in Posterholt, terreinen met daarin sporen van bewoning en begraving uit het Neolithicum en de Brons- en Ijzertijd, en een terrein waarin een omgrachte kasteel- of woonheuvel uit de middeleeuwen. In Maasbree twee terreinen, waarvan in één een urnenveld uit de late Brons- en Ijzertijd, terwijl in het andere sporen voorkomen van bewoning en begraving uit de Ijzertijd. Op dit terrein zijn vuursteen vondsten gedaan. En tenslotte bij de Plasmolen (Mook) is een terrein onder bescherming gekomen waarin zich overblijfselen bevinden van een Ro meinse villa uit de 2e eeuw. Piaam (Wonseradeel). Het dorpsgezicht werd beschermd als karakteristiek voor beeld van een klein terpdorp. Hier bevon den zich al drie beschermde monumenten: de Herv. Kerk, de recent gerestaureerde „Nijnke Pleats" en een boerderij. Men treft er boomwallen rond boerderijen aan. Rotterdam-Scheepvaartkwartier. Dit stadsdeel werd beschermd als eerste uit breiding van de stad Rotterdam buiten de vestingwallen (19e eeuw). Die uitbreiding geschiedde in een gebied van lusthoven en buitendijkse schoren aan de Schielandse hoge Zeedijk, de tegenwoordige Westzee dijk. Het beschermde stadsgezicht is opge bouwd uit drie nauwsamenhangende onder delen: de Muizenpolder, restant van het vroegere lusthovengebied, het eigenlijke scheepvaartkwartier bezuiden de Parklaan, gelegen rond de Veerhaven en het park. Het oostelijk deel van het park werd tussen 1852 en 1857 aangelegd door J. D. Zocher jr. Vooral bekend zijn daar het landgoed „De Heuvel'en het merkwaardige Noorse kerk je. v.d.W. Rotterdams stadsgezicht beschermd; West zeedijk foto: Wim Coiisenheim, Rotterdam 212

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1977 | | pagina 35