misbaar element van het landgoed geoor deeld, was geen prioriteit. Andere organisa ties gingen zich ook voor het herstel interes seren, zoals NCM, de Kastelenstichting, de Stichtse Culturele Raad en de Rijkscommis sie voor de Monumentenzorg. Toen, het was nog 1974, stelde de Rijksgebouwen dienst in het vooruitzicht, dat de orangerie over drie jaar ter beschikking van het Rijks instituut voor Natuurbeheer zou kunnen komen. Dat zou dan in 1977 zijn. Een latere toezegging, dat eind van dit jaar met de restauratie zou worden begonnen, lijkt in tussen ook niet meer waarschijnlijk. Het heeft weinig zin de „schuldige(n)" aan te wijzen. Het feit, dat er zoveel jaren wordt getraineerd, is ronduit triest. Of de orange rie van „Broekhuizen" als een schoolvoor beeld van traag werken bij rijksoverheidsin stanties moet worden beschouwd, zullen we maar buiten beschouwing laten. Het park En dan zijn er óók nog problemen met het park, zeiden we in het begin van dit droeve verhaal. Dit park is tussen 1800 en 1850 aangelegd door Zocher en Michael, in En gelse landschapsstijl. Nu nog treft men er zeer vele bomen uit die eerste periode aan; veel is in de loop der jaren echter verdwenen door verwaarlozing, storm enz. En dat pro ces van aftakeling schijnt nu bewust te wor den voortgezet. Bepaalde deskundigen zijn van oordeel, dat er hier sprake is van een natuurreservaat, hetgeen iets anders is dan een landschapstuin (buitenplaats). En dat leent zich niet voor experimenten, waarbij volledig voorbij gegaan wordt aan de cul tuur-historische waarde van het oorspronke lijke park. Men - sommige deskundigen - is wars van de park-aanleg en men wil de natuur zijn gang laten gaan. Een vreemde opvatting als men weet, dat „Broekhuizen" - huis èn landschapspark - één ensemble I Een oude prent, vermoedelijk begin J9e eeuw, van kasteel .Broekhuizen" II Het kasteel in zijn tegenwoordige toestand. III De orangerie op het landgoed Broekhui zen" in desolate toestand. vormt, dat in haar geheel onder de bescher ming valt, terwijl deze zelfde deskundigen meestal de nadruk leggen op het voortzetten van de vroegere beheersmaatregelen, die in een park/buitenplaats altijd een vrij intensief menselijk ingrijpen betekenen. v.d.W. 206

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1977 | | pagina 29