een klein juweel geworden; intiem en be
koorlijk. De betimmering van de wanden
dateert uit de tweede helft van de 18e eeuw
en sluit aan op een schoorsteen-omlijsting in
rood geaderd marmer (rouge royal) uit een
verloren gegaan Marot-ensemble. Boven de
schoorsteen is nu een gefigureerd paneel
met muziekinstrumenten geplaatst, dat mo
gelijk uit het stadhouderlijk kwartier afkom
stig is. De zoldering ontstond bij de ver
bouwing van 1882.
De Admiraliteitskamer
De Admiraliteitskamer is het vierde monu
mentale vertrek, dat grondig is gerestau
reerd. Het is thans ingericht als werkkamer
voorde minister-president.
Voor een beschrijving van het kabinet van
de minister-president laten we de heer Gou-
deau weer aan het woord. Van de oorspron
kelijke indeling bleef bij de verbouwing in
het laatste kwart van de vorige eeuw niets
anders gespaard dan de schoorsteen van de
oude Admiraliteitskamer. Het is een werk
van hoge kwaliteit en van historisch belang.
De schoorsteenomlijsting heeft een krach
tige opbouw. Hierop is het schilderij ge
plaatst, dat de gehele boezem in beslag
neemt. Alle attributen op dit schilderij heb
ben - men zou kunnen zeggen: natuurlijk -
betrekking op de zeevaart. Centraal in het
schilderij is een marinestuk gevat in een
cartouche. Van de twee schilders is slechts
één naam bekend, die van AlewijnSiers. Op
de voorgrond van het schilderij ter rechter
zijde een statenjacht van de admiraliteitscol-
legiën, saluutschoten afvurend bij het ver
trek van een volgetuigd fregat. Het staten
jacht is een karakteristiek Hollands schip
met een platte spiegel, waaronder een zgn.
aangehangen roer. Het heeft zijzwaarden en
is getuigd met staand gaffeltuig, het gaffel
grootzeil stagfok, kluiver en ratopzeil.
Het wereldwijde wordt goed geïllustreerd
door het bericht over de recente vondst van
een 17e eeuws Hollands scheepswrak nabij
het eiland Porto Santo.
Op de gravure van Daniël Marot merkwaar
dig genoeg geen enkel verlichtingsoma-
ment voor; wel op de prent die J. F. Philips
in 1738 van de zaal maakte. Daar zijn wand-
luchters afgebeeld met één kaars, geplaatst
op pilasters, evenals op beide schouwenZe
zijn van eenvoudig model, dat van Marot
afkomstig zou kunnen zijn. De laatste wand-
verlichting dateerde uit de restauratie-pe
riode 1880-1882. Nu zijn wandluchters
199
De Trêveszaal na de restauratie, maar luch
ters en meubilair ontbreken nog
Foto: Hanneke Kortlandt, Zeist.
ontworpen naar motieven van Marot.
We vermelden deze en andere details om
duidelijk te laten uitkomen hoeveel studie
aan de recente restauratie is voorafgegaan.
Voor de historisch georiënteerde heer Gou-
deau een kolfje naar zijn hand.
In het algemeen is bij de restauratie van de
vier zalen teruggegrepen naar het oorspron
kelijke, behalve daar waar oude aspecten
niet meer te achterhalen vielen. De aanpas
sing is evenwel met grote zorgvuldigheid en
smaak geschied, waarbij intussen wel reke
ning moest worden gehouden met de te
genwoordige bewoner van het historische
complex: de minister-president.
Dit brengt ons op een facet, dat degeen, die
het complex van vóór de jongste restauratie
kent, misschien enige verbazing zal bezor
gen. Het ministerie van Waterstaat had zijn
(hoofd-)ingang naast de middenpoort. Die
ingang is bij de recente restauratie bewaard
gebleven, maar dient niet als toegang voor
het kabinet van de minister-president. In de
lange gevel van het complex, die overgaat
in die van de Eerste Kamer, trof men ook
vóór 1969 een poortje aan. Dat poortje nu -
eens het „aspoortje" genoemd, omdat
daardoor het afval naar buiten werd ge
bracht - kreeg later wel een naam, nl. Czaar
Peter-poortje, volgens de heer Goudeau
naar een idee van wijlen Jhr. Van Nispen tot
Pannerden.
Czaar Peter-poortje
Via dit poortje heeft de „Keizer van de
Moskovieten" in 1717een zgn. geheim aan
de Staten gebracht. Dat was ter gelegenheid
van een Russische missie aan Holland om er
oorlogsschepen te bestellen. De tsaar zou
niet hebben willen weten, dat hij zich in dit
gezelschap bevond en zou zich daarom als
secretaris aan de missie hebben toegevoegd.
Het verhaal gaat zelfs, dat de tsaar door
burgemeester Witsen van Amsterdam werd
binnengesmokkeld. Het poortje dankte aan
dit bezoek zijn later maar weer in de verge
telheid geraakte historische naam, die men
het nu heeft teruggegeven. Het was vóór de
recente restauratie nauwelijks meer dan een
deurtje, dat helemaal niet opviel. Het heeft
nu een bijzonder accent gekregenomdat dit
poortje nu de toegang verschaft tot het Ka
binet van de minister-presidenten het minis
terie van Algemene Zaken. Bij het nieuwe
ontwerp voor deze ingang is niet van een
19e eeuwse premisse uitgegaan, als zou een
stijl-imitatie zijn nagestreefd. Boven het
poortje is een plastiek aangebracht, ge
maakt door de Amsterdamse beeldhouwer
Gerard Höweler. Men meende juist een
jonge beeldhouwer te moeten uitkiezen om
een stukje beeldhouwkunst van nu te krij
gen. In de uitvoering van zijn opdracht is
Höweler vrijgelaten. Naar zijn zeggen drukt
het plastiek geen bepaalde gedachte uit.