I de vergaderzaal van de Staten en de Audiën tiezaal met de aangrenzende vertrekkenUit deze twee zalen werd de Republiek der Ver enigde Nederlanden bestuurd in die niet zo lange periode van grote welstand en bloei, die voorafging aan het verval, dat weldra, rond 1713 (Vrede van Utrecht) zou aanbre ken. Hier ontwierpen de Staten-Generaal hun intimiderend beleid ten aanzien van vreemde mogendheden en namen zij hun ingrijpende beslissingen in militaire aange legenheden. De twee zal die we hier noemde zijn: de Trêveszaal, eertijds audiëntiezaal van Hunne Hoog Mogenden, een pronkstuk van laat-XVÜe eeuwse interieurkunst - uitge voerd in de allerrijkste Lodewijk XlV-stijl, en de Statenzaal, een, naar een verkort be staande omschrijving, „sombere, in 1880 sterk en slecht gerestaureerde zaal". Het plafond wordt gevormd door een ovalen koepel, die de gehele ruimte overhuift, en die uitzicht biedt op een hemel; daarmee wordt het plafond als ruimtebegrenzing ontkend. De vensters zijn uitgevoerd als schuifra men, doorlopend van vloer tot architraaf. Deze in 1683 voor het eerst in Engeland toegepaste nieuwe constructie, die in 1685-1686 in Nederland werd geïntrodu ceerd en wel bij de bouw van het Slot te Zeist, kwam in de plaats van de tot dan toe gebruikelijke kruiskozijnen met naar binnen openslaande onderramen. „Eendracht maakt macht" Voor de picturale „behandeling" van de Trêveszaal is uitgegaan van één centraal thema, weergegeven op het koepelgewelf, onder het motto: Concordia res parvae cres- cunt (Eendracht maakt macht). Dit thema wordt uitgebeeld door een vrouw met het Statenwapen, terwijl de zeven provincie wapens door jonge vrouwen worden gedra gen. In samenhang met dit centrale thema is een reeks allegorische thema's in de koven uitgewerkt. In de koepel is de signatuur te zien van Theodoor van der Schuer. Op een fries valt te lezen: IN 'TVREEDE JAER 1697 (Vrede van Rijswijk). Behalve de eerder genoemde vrouwenfigu ren vindt men in de Trêveszaal nog drie vrouwenfiguren, voorstellende Vrede, Vrijheid en Overvloed. De overige voorstel lingen tonen: de attributen van de vier cardinale deugden: voorzichtigheid (spiegel) rechtvaardigheid 195 Nieuwe en oude plastiek Foto: Tom Haartsen, Ouderkerk a.d. Am- stel (zwaard en weegschaal), sterkte (afgeknotte zuil) en matigheid (schenkkan); eendracht: zeven mannen in Romeinse krijgsuitrusting verbeelden de zeven pro vinciën en leggen de zwaarden op een al taarsteen, waarop nogmaals de eendracht: inéén geslagen handen met bundel pijlen; godsdienst: zittende vrouw met hoofddoek, een groot opengeslagen boek voor zich houdend, met de rechterhand steunend op een driehoekige steen, waarop het Oog Gods is afgebeeld. vrijheid: een maagd, met gedeeltelijk ont bloot bovenlichaam, met scepter, een muts op een stok gestoken, een vrijheidlievend dier, een vogel, die door een spelend kind aan haar voeten wordt vrijgelaten uit een kooi; de achtergrond wordt gevormd door een tempelingang en een zuilengang, die de hof omsluiten. Op het fries nogmaals de eerder geciteerde latijnse spreuk. Op de schachten van de zuilen de zeven wapenschilden; en verder: de republiek: een zittende jonge vrouw in wapenrusting; sterkte; mannen met lansen, twee leeuwen, op de achtergrond een omheind tenten kamp; vier continenten: Europa: een rijk geklede maagd met hoofdtooi, op twee gekruiste hoorns des overvloeds, kronen en scepter aan haar voeten, op de achtergrond een paard; Azië: een maagd met krans om het hoofd, wierookvat en takjes kruiden, een kameel op de achtergrond; Afrika: een nagenoeg naakte vrouw met ko ralen halssnoer, een hoofdtooi in de vorm van een olifantskop, korenhalmen en hoorn des overvloeds met een leeuw; Amerika: een jonge vrouw, gehuld in een doek met strepen, een bizarre hoofdtooi met veren, gewapend met pijl en boog, aan haar voeten een door een pijl doorschoten men senhoofd en een monsterachtige hagedis. Wapens Bij de restauratiewerkzaamheden van de Trêveszaal en het portaal was het herstel van de wapenschilden een geschiedkundig be langwekkende aangelegenheid. Boven het tympan van beide schouwen en boven de toegang tot de zaal bevond zich het wapen van Willem Frederik, souverein vorst, dat werd vastgesteld op 14januari 1814. Op het lint het devies „Je Maintiendrai". Dit ko ninklijk wapen met vier kwartieren en hart- schild werd op 24 augustus van het volgend jaar, toen de vorst de koningstitel had aan genomen, gewijzigd en bleef sindsdien be perkt tot het geslachtswapen van Nassau van toen af aangevuld met kroon, zwaard en pijlen. Tijdens de restauratie werden de oorspron-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1977 | | pagina 18