Den Haag heeft monumentenbureau
Met een glas kandeel is het Haagse gemeen
telijke bureau Monumentenzorg in de histo
rische Schepenzaal van het oude stadhuis
ten doop gehouden. Voorde „happening"
had wethouder Wallis de Vries vertegen
woordigers van vele instanties, die zich op
een of andere wijze met monumentenzorg
bezig houden, uitgenodigd. De grote be
langstelling, vooral van de zijde van particu
liere organisaties, zoals de Bond Heem
schut (mevr. P. Hengeveld-Brand), Die
Haghe, Stadsherstel Den Haag (L. Molhuij-
sen), Monumentenfonds voor 's-Graven-
hage, en de hoofddirecteur van de Rijks
dienst voor de Monumentenzorg, de heer J.
Jessurun, toonde aan hoezeer men ingeno
men is met oprichting van dit bureau. Men
heeft hierop overigens lang moeten wach
ten. Tal van gemeenten zijn Den Haag
hierin al lang voorgegaan, ofschoon er in de
derde stad des lands zo'n 730 objecten op de
beschermde lijst staan.
In het najaar van 1973 nam de gemeenteraad
een motie (van mevr. Sicman-Hardeman;
VVD) aan, waarin B. en W. werden uitge
nodigd een bureau voor de Monumenten
zorg in het leven te roepen. Vier jaar later
was het dan zover. De wethouder zette uit
een, waarom het zo lang heeft moeten du
ren. Als één van de oorzaken noemde hij het
fe itdat er in 1974 een n ieuw college van B
en W. optrad en dat moest een beleidsvisie
vaststellen. Die visie werd neergelegd in de
nota: Gezicht op het stadsgezicht. Na aan
vaarding door de gemeenteraad konden B.
en W. toen aan de slag, waarbij min of meer
voorop stond de beantwoording van de
vraag wie er met de leiding van het bureau
zou worden belast. De keuze viel op drs. H.
P. R. Rosenberg, tot nu toe medewerker van
de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
Een gelukkige keuze mogen we wel zeggen,
want niet alleen is de heer Rosenberg een
geboren Hagenaar, hij kent ook alle aspec
ten van de Haagse monumentenproblema-
tiek. Zijn kunsthistorische studie (speciali
satie: bouwkunst)en zijn langdurige ervaring
bij de Rijksdienst vormen, naar onze me
ning, een waarborg voor het goed functi
oneren van het nieuwe bureau. Terecht ver
klaarde de wethouder zich dan ook ver
heugd, dat drs. Rosenberg de uitnodiging
van B. en W. had aanvaard om de Haagse
monumentenzorg in handen te nemen en hij
vertrouwde erop, dat de heer Rosenberg ook
de synthese tussen stadsvernieuwing en
behoud zal weten te vinden. Dat daarbij de
historische gegevenheden uitgangspunt zul
len moeten blijven, was voorde wethouder
min of meer een uitgemaakte zaak.
In de eerder genoemde nota werd o.a. mee
gedeeld, dat er 65 particuliere woonhuis
monumenten aan restauratie toe waren.
Hiervoor is een vijfjarenplan opgesteld. Op
het ogenblik zijn 24 beschermde monumen
ten in restauratie. De gemeente is verder
bezig met plannen voor de restauratie van de
Boterwaag (Prinsengracht) en het landhuis
in het park Clingendaal.
Drs. Rosenberg wees in zijn antwoord op de
installatie-rede van wethouder Wallis de
Vries, op het boeiende, veelzijdige karakter
van Den Haag, geen hoofdstad, maar wel
zetel der regering, een residentie, maar wel
zonder koning (maar dit laatste zal over
enige jaren veranderen), een grote stad en
toch door en door provinciaal in de goede
zin, een stad met historische monumenten
uit alle stijlperioden. Na eraan te hebben
herinnerd, dat er uit het verleden veel waar
devols (door sloop, resp. kaalslag) is ver
dwenen, betoogde drs. Rosenberg, dat er
toch nog heel wat te beschermen valt, waar
bij hij dacht aan de Veerkade(s), de Bier
kade, het Spui en de Wagenstraat. Maar ook
van de periode 1850-1930 valt erz.i. veelte
beschermen. Nergens in ons land treft men
uit de 19e eeuw zoveel goede woonhuizen
aan, de meeste in neo-stijlen. En bovendien
een aantal pregnante werken van grote
Nergens uit de 19e eeuw zoveel goede
woonhuizen, meest in neo-stijlen als in Den
Haag. Onze foto toont een opvallend voor
beeld van Jugendstil:
Laan van Meerdervoort 215
Foto: Gem. s-Gravenhage
bouwmeesters, zoals Berlage (o.a. gemeen
temuseum), het gebouw van de Bonneterie,
de Bijenkorf (Kramer), hef Esso-gebouw,
het Papaverhof (Jan Wils), de Paschaliskerk
en woonhuizen (Kropholler), de Ameri
kaanse ambassade (de Amerikaan Marcel
Breuer) en het onlangs gereed gekomen
kantoorgebouw naast het Metropole-the-
ater, alle voorbeelden van grote verschei
denheid.
Drs. Rosenberg zei er zich van bewust te
zijn, dat het gemeentelijk bureau voor de
monumentenzorg veel te doen zal krijgen,
zoals het inventariseren en documenteren
van monumenten en stadsgezichten, uit
breiden van de beschermingslijst (advies
aan de rijkscommissie), het inrichten van
een foto-archief, enz.
En bij dit alles is drs. Rosenberg's doel:
nauwe samenwerking met alle (particuliere)
instanties, die het beeld èn het leefmilieu
van Den Haag moeten behouden en de toe
komstige planning moeten bepalen.
v.d.W.
192