k
Kareol" beschermd
jp]|
Het heeft al in ons tijdschrift gestaan: het
landgoed met Huize „Kareol" in Aerden-
hout is beschermd monument geworden.
Heemschut verheugt zich hierover bijzon
der en onze bond niet alleen. Er is een goede
strijd gestreden en met succes. En: door
velen! Het is de moeite waard aan de ge
beurtenissen, die aan de beslissing van
CRM vooraf zijn gegaan, hier nog enige
aandacht te besteden.
Het landhuis „Kareol" met zijn opval
lende, hoge, slanke watertoren ligt in een
landelijke bosrijke omgeving. Het landgoed
(ca. 7 ha) omvat een uitgestrekt park met
vijvers en terrassen, een indrukwekkende
eiken-allee en een eeuwenoud beukenbos.
De villa zelf is een voor Nederland uniek
gebouw, tussen 1908 en 1912 tot stand ge
komen en gebouwd in opdracht van de be
kende Julius Carl Bunge, die niet alleen als
zakenman bekendheid genoot, maar ook en
vooral als voorzitter van de Wagnervereni-
ging. Het huis, gebouwd in Weense Sezes-
sionstijl, vormt een hechte, slechts zelden
zó voorkomende eenheid met het omrin
gende park.
Na het overlijden van de bouwheer en diens
erfgename, kwam het landgoed, na de
tweede Wereldoorlog in het bezit van de
Staat. Daarvóór was het in juni 1940 door
het Ned. Rode Kruis in gebruik genomen als
herstellingsoord voor militaire en burger
oorlogsslachtoffers. In 1949 werd „Ka
reol" verkocht aan de heer Pasman te Was
senaar. Deze verkocht op zijn beurt het
landgoed, na een verblijf van vijf jaar in
Aerdenhout, aan de EMS, toentertijd het
machtige concern van de heer Zwolsman,
die zoveel kocht, verkocht en/of sloopte!
Ook hij had verkavelingsplannen voor „Ka
reol' maar uitvoerbaar bleken ze (geluk
kig) niet, omdat enerzijds de servituten, die
op het landgoed rusten, anderzijds het be
stemmingsplan van de gemeente Bloemen-
daal, voldoende bescherming boden. Daar
door verloor de EMS haar belangstelling
voor het landgoed; bepaald niet de eerste
keer, dat Zwolsman op deze wijze handel
dreef.
Het prachtige natuurgebied werd vele jaren
verwaarloosd, evenals het landhuis. Velen
in de omgeving maakten zich daar zorgen
over, niet in het minst de .beheerder'van
„Kareol", de heerN. J. P. Bersee, politie
functionaris in Aerdenhout, die met toe
stemming van de EMS de chauffeurswo
ning betrok, huis en landgoed bewaakte en
concerten organiseerde in de hal van „Ka
reol".
Mede op zijn initiatief verscheen enkele ja
ren geleden een boekje van de hand van
mevr. H. Slagter-Wieringa, waarin zij de
geschiedenis van het huis en zijn bouwheer
behandelde. De verschijning van het boekje
was een van de feiten, die aanleiding gaven
tot de oprichting van de Stichting Kareol'
(oktober 1974). Deze stichting stelt zich ten
doel het landgoed te behouden en er een
cultureel-maatschappelijke bestemming
voor te zoeken in overeenstemming met het
karakter van het huis en de omgeving
waarin het gesitueerd is.
Nog maar nauwelijks met de uitwerking van
haar plannen begonnen, werd, door de on
verwachte verkoop van het landgoed aan de
a) Kareol" te Aerdenhout, zoals het zich
aan de wandelaar langs de Van Lennepweg
voordoet.
tegenwoordige eigenaar, de heer A. J. K.
Muller en de Haarlemse aannemer A.
Buijert, de stichting tot snelle actie ge
dwongen.
Met sloop bedreigd
„Kareol" leek gedoemd te verdwijnen; de
plannen voor de sloop van het grote huis en
de bouw van een vijftiental geschakelde
bungalows daarvoor in de plaats lagen
klaar. De nieuwe eigenaren, verenigd ineen
coöperatie, maakten haast met de zaak.
Dankzij de medewerking van het gemeente
bestuur van Bloemendaal, CRM en vele an
deren slaagde de stichting erop het nippertje
in het landgoed voorlopig beschermd te
krijgen. De eigenaren van het landgoed wa
ren daarmee „natuurlijk" niet gelukkig en
zij hebben zich tot het uiterste verzet tegen
de plaatsing van „Kareol" op de definitieve
lijst van beschermde monumenten. Zonder
succes gelukkig.
Tijdens de voorlopige beschermingsperiode
onderzocht de stichting onder de bezielende
leiding van haar voorzitter mr. P. G. Sijp-
kens, verschillende bestemmingsmogelijk
heden voor het gebouwEen en ander valt te
lezen in een in 1976 door de stichting aan de
minister van CRM uitgebracht rapport,
waaraan de gegevens voor dit artikel zijn
ontleend.
Als bestemmingsmogelijkheden werden
genoemd: vestiging van een Landelijk Ont-
wikkelings Instituut voor alle creatieve
vakken; de vestiging van een Regionaal B u-
reau Muziekpraktijk annex een service-bu
reau. De noodzaak van de instelling van
dergelijke bureaus en een dergelijk instituut
wordt al jaren bepleit door de Federatie van
Kunstenaarsverenigingen.
Inmiddels gingen ook andere instellingen
146