Stadsherstel
Amsterdam
die bloemkool wel hebben. Jongerling
stond toen voor de vraag aan wie hij de
klandizie moest'gunnen. „Aan de meest
biedende", vond een van de schippers.
„Laten we 't afslaan". Zo gebeurde het. De
schipper die het eerste „mijn" riep, kreeg
de bloemkool en aldus was voor het eerst
bloemkool geveild in Broek op Langedijk,
Sindsdien werd er geregeld geveild aan de
Bakkersbrug. Jarenlang gebeurde dat in de
open lucht. Het bouwen van een aanlegstei
ger werd al een hele verbetering geacht.
Later werd deze overdekt. De verkoping
geschiedde bij afslag en de gemeentebode
was onbezoldigd afslager, die voor zijn
goede diensten overigens menige fooi in
ontvangst mocht nemen.
In 1903 werd een electrisch afmijntoestel
aangeschaft en de eenvoudige aanlegsteiger
die het begin van de Broeker veiling vorm
de, groeide uit tot een geheel uit hout opge
bouwd fors complex.
Verandering kwam toen een grote ruilver
kaveling van het Geestmerambacht tot stand
kwam. Die ruilverkaveling werd in 1974
voltooid en de Broeker veiling werd geslo
ten. De veilingactiviteiten van de veilingen
Warmenhuizen, Broek op Langedijk en
Noord-Scharwoude werden gebundeld.
Laatstgenoemde plaats bleek de meest ge
schikte aan voerplaats. Maar het Broeker
veilingcomplex kon mede dank zij een spe
ciaal hiervoor in het leven geroepen stich
ting worden behouden. Met medewerking
van de gemeente, Monumentenzorg en
CRM kon een groot deel van de lighallen
zelfs worden gerestaureerd. Het is nu een
museum, dat een beeld geeft van wat er
vroeger in het Geestmerambacht aan te pas
kwam om aardappelen, wortelen, uien en
kool te telen. Er ligt o.m. een collectie
zwartgeteerde vaartuigen, die honderd tot
150 jaar oud zijn.
Inlichtingen: Postbus 1Broek op Lange
dijk; tel.: 02260 - 38 07.
Blijkens het als altijd goed verzorgde jaar
verslag van de Amsterdamse Maatschappij
tot stadsherstel bedroeg het aantal in eigen
dom zijnde panden uit 1976 213 (vermeer
dering met 6), een aantal dat inmiddels bij
het schrijven van het verslag is toegenomen
tot 217. Geconstateerd wordt, dat het over
heidsbeleid ten aanzien van de subsidiëring
van niet in het register van beschermde mo
numenten voor de gemeente Amsterdam
voorkomende panden stroever is geworden
Dit is met name het geval bij die huizen, die
al zg. beeldbepalend in een monumentale
gevelwand worden aangemerkt en die op
grond van hun belang voor de binnenstad
door de Mij. in het verleden ook werden
aangekocht. De met deze ontwikkeling
gepaard gaande vermindering van over
heidssubsidies heeft bij het herstel van deze
panden tot gevolg dat een sluitende exploi
tatie welhaast niet meer mogelijk blijkt te
zijn. Overigens wordt opgemerkt, dat de
aankoopmogelijkheden van monumenten
eveneens geringer worden aangezien het
met name voor eigenaar/bewoners mede op
grond van fiscale overwegingen aantrekke
lijk blijft om deze te restaureren. Deze facto
ren hebben ertoe geleid dat het aantal aan
kopen in 1976 gering is geweest.
In het jaarverslag kwam een tiental belang
rijke restauraties gereed. Aangekocht wer
den Buiksloterdijk 230, Herenstraat 34,
Singel 34, Singel 368, Noorderstraat 39,
Gouwenaarssteeg 9-11, Bloemgracht 39.
Gereed kwamen de restauraties van Brou
wersgracht 62/Herenmarkt 23 (arch. ir. G.
Treep), Droogbak 17 (arch. Joh. A. Riese-
ner), Gouwenaarssteeg 13, Smaksteeg 24-
Stromarkt 17-23 (arch. G. de Klerk). Er zijn
elf restauraties in uitvoering, resp. net vol
tooid.
In 1976 werd aan restauratiekosten ver
werkt 3.480.000 tegen 4.287.000 in
1975. Het resultaat van de NV bedroeg
789.406, waarvan 176.406 ten gunste
wordt gebracht van het Algemeen reserve
fonds en de rest in de vorm van 5% aan
dividend wordt uitgekeerd.
Stromarkt 17, 19, 2123 vóór en na de res
tauratie
(Foto's M. Brinkgreve)
134