Vernieuwde stad geen
steriele stad
Restauratie goedkoper dan
nieuwbouw
ARBEURS
Het motto van de Nationale Monumenten
studiedag: Vernieuwde stad, vernielde
stad? tot uitgangspunt nemend, zei Z.K.H.
Prins Claus in zijn openingswoord, dat dit
een waarschuwing inhoudt. Restaureren,
stadsvernieuwing of nieuwbouw heeft al
leen zin, is alleen waardevol als er wat voor
de mensen, die er wonen, willen wonen, tot
stand wordt gebracht.
De oorsprong en de ontwikkeling van onze
steden zijn een zodanige geweest, dat het
wonen en leven van de burgers altijd een
kernfunctie van een stad is geweest. In de
Nederlandse steden vindt men niet zulke
uitgebreide paleiscomplexen, als in vele
buitenlandse steden vaak het geval is. Van
daar, dat de restauratie-activiteit zich hier
van nature richt op het woonhuis. Zeker,
ook vleeshallenstadhuizenkerken en doe
lenzalen zijn vaak en terecht schitterend ge
restaureerd en die zouden we niet willen
missen, maar het woonhuis speelt in het
totaal van het monumentenbeleid een voor
aanstaande rol.
Tegelijkertijd ontstaat daardoor de nood
zaak om een oplossing te vinden voor de
bewoning, zowel voor, tijdens als na de
restauratieperiode. De gunstige factor, dat
het woonhuis zo nadrukkelijk aanwezig is
bij het restauratiebeleid, stelt ten aanzien
van de huisvestingspolitiek veel zwaardere
eisen dan bijv. een uitgebreide en op zich
zelf fraaie kerkrestauratie, die wel de kwali
teit van de totale bebouwde omgeving gun
stig beïnvloedt, maar geen directe gevolgen
heeft voor bewoners.
Een vernieuwde stad mag geen steriele stad
worden, aldus prins Claus. Dat betekent,
dat er naar moet worden gestreefd, dat in de
gerestaureerde panden de bevolking in al
haar veelkleurigheid en sociale gescha
keerdheid in beginsel terug moet kunnen
komen. Want juist die menselijke veelsoor
tigheid maakt van een stad een stede.
Prins Claus somde vervolgens een aantal
problemen op, die zich bij stadsvernieu
wing voordoen. Zo noemde hij het pro
bleem van de wijze van benutting van de
grotere panden. Men kan wel hopen, dat
zo'n pand in de woonsfeer terugkomt en
men moet er ook naar streven; vaak is dat
alleen mogelijk door het gesplitst te verhu
ren. Dit heeft een intensief gebruik ten ge
volge waardoor het achteruitgaan in kwali
teit van het huis versneld dreigt. Omdat
bewoning als geheel vaak stuit op prakti
sche bezwaren in het nagenoeg „dienstbo-
deloze tijdperk" waarin wij leven, kan dat
129
leiden tot city vorming in die zin, dat zich
kantoren of instituten in dit soort panden
vestigen. Buiten kantooruren bevordert dat
de leefbaarheid en de sfeer in de stad niet en
tijdens kantooruren nog maar in beperkte
mate. Die gezellige levendigheid is echter
zeer beslist ook voorwaarde om van stad tot
stede te komen.
Een ander probleem noemde prins Claus het
feit, dat het resultaat van restauraties mis
schien wel eens te mooi is om waar te'zijn.
Gelukt het niet de problemen, die de prins
aan de orde stelde, op te lossen, dan kan
men wel een grote hoeveelheid fraaie decors
optrekken, maar het echte leven blijft ont
breken, zo zei hij.
De inzet moet zijn voorwaarden te schep
pen, die bewoners van onze vernieuwde
binnenstede tot betrokken burgers maakt.
Als dat gebeurt kan het vragend motto van
deze studiedag ontkennend worden beant
woord. Vernieuwde stad, verwarmende
stede, zo besloot prins Claus zijn „optimis
tische" rede.
Z.K.H. Prins Claus: gezellige levendig
heid" nodig. Foto: ANWB
Blijkens een publikatie van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek was in 1976 het res
taureren van een woonhuis-monument niet
onaanzienlijk goedkoper dan de bouw van
een nieuwe woning.
Voor 1976 bedroeg de subsidie voor mo
numentenrestauraties gedaan door het Mi
nisterie van CRM via de Rijksdienst voorde
Monumentenzorg ruim 82 min gld. Als
men de uitkeringen in verband met de werk
gelegenheidsprogramma's mede in aan
merking neemt was de totale subsidie onge
veer 134 min gld.
In het afgelopen jaar is subsidie verstrekt
voor de restauratie van 3.318 objecten.
Hiervan zijn 492 gesubsidieerd uit gelden
van werkgelegenheidsprogramma's. Onge
veer 60% van het totale aantal objecten be
treffen woonhuizen en gebouwen.
Vergelijkt men per provincie het aantal mo
numenten in restauratie met het aantal mo
numenten op de monumentenlijst, dan treft
men de grootste activiteit aan in de provin
cie Drenthe. Aan 45% van het totale monu
mentenbestand in deze provincie werd sub
sidie verleend. Voor de provincies Noord
en Zuid-Holland bedroeg dit percentage
slechts 5. Op het gehele monumentenbe
stand was het aantal monumenten in restau
ratie 8%.
In het algemeen is-de restauratieduur van
een woonhuis gelijk te stellen aan de bouw
tijd van een nieuwe woning. Over 1976 kan
geraamd worden dat de gemiddelde bouw
kosten voor de restauratie van woonhuizen
ca. 78.300,- bedragen. De gemiddelde
bouwkosten van eengezinshuizen in de
premie- en vrije sector (stapelbouw) bedra
gen in 1976 ca. 103.100,-. Hieruit blijkt
dat de restauratie van een woonhuis onge
veer 25.000,- minder kost dan de verge
lijkbare nieuwbouw.