buitenplaatsen, die ouder zijn dan 150 jaar vormt een problematiek, waarover het laat ste woord nog lang niet is gesproken Beide verenigingen staan ten aanzien van de ontwikkeling van de buitenplaatsen een genuanceerde aanpak voor, welke per ob ject kan verschillen. Daarbij stellen zij een gericht onderhoud en een juiste boomver zorging voorop. De tuin van Het Loo maakt evenwel de indruk, dat er sprake is van achterstallig onderhoud. Opgemerkt wordt vervolgens, dat maar al te vaak te snel wordt gesteld, dat bomen aan het eind van hun levensloop zijn. Boomchirurgische behandelingen achten zij al naar de situatie dan ook zeker denkbaar. Beide verenigingen menen, dat met een af gedwongen beheersplan de landschappe lijke tuin (zou kunnen) worden behouden. Daarentegen vinden zij, dat het al dan niet kunnen behouden van de boomgroepen, die in het geding zijn, op zich geen doorslagge vend criterium (zou mogen) zijn voor de keuze van de inrichting van de tuin. Geen precedent ln het advies van de tuin- en landschapsar chitecten lezen we verder nog: De mogelijke restauratie van de tuin in de oorspronkelijke staat zal geen precedent dienen te vormen voor andere tuinen, die vroeger een geo metrische aanleg hebben gekendZij vinden dat een restauratie als die van de tuin van het Loo voor Nederland eenmalig zal (moeten) zijn om een voorbeeld te geven van een barokke tuinaanleg. In een aantal publikaties is naar voren ge- bracht-, dat, indien men in Nederland bij Houten en Het Huis te Zeist, of Rosendaal bij Arnhem betere voorbeelden van tuinaan leg uit de 17e eeuw zijn dan Het Loo. Ook is in dit verband de buitenplaats Clingendael (Den Haag) genoemd. Uit verschillende overwegingen, zoals de ruimtelijke mogelijkheden en de historische betekenis, betwijfelen de tuin- en land schapsarchitecten, of dit meer aantrekke lijke en vooral of dit beter realiseerbare al ternatieven zijn dan Het Loo. Aanpassen De twee verenigingen besteden tenslotte nog aandacht aan een aangepaste vorm van de tuin in oorspronkelijke stijl, zoals: het valt te overwegen de zijtuinen geheel te restaureren, voor zover dit voor de Ko- ninginnetuin althans mogelijk zal zijn; het valt verder te overwegen de beneden- tuin op vereenvoudigde vorm aan te leggen, waarbij de bóomopstanden dienen te wor den gespaard. Het advies was namens de Ver. voor tuin en landschapsarchitectuur ondertekend door haar voorzitter ir. Th. A. M. van Keu len en voor de Bond van Ned. tuin- en landschapsarchitecten door de secretaris J. de Bos. In twee fasen Op schriftelijke vragen van het lid der Eerste Kamer, de heer Eisma (D'66) heeft de mi nister van CRM o.m. geantwoord, dat de restauratie van Het Loo in twee fasen zal worden uitgevoerd. De eerste fase is op 24 januari j.1. begonnen; de uitvoering van de tweede fase zal, naar verwachting, in één van de eerste maanden van 1979 beginnen. Zowel voorde in uitvoering zijnde als voor de in voorbereiding zijnde werkzaamheden geldt, dat zij thans geen aanleiding geven tot de veronderstelling dat het voor de restaura tie geraamde bedrag ad 62 miljoen (prijs peil 1976) wijzigingzou moeten ondergaan. Indien in de toekomst zich ontwikkelingen zouden voordoen welke tot belangrijke overschrijding van het geraamde bedrag zouden leiden, is de minister bereid hier over de Kamer in te lichten. (Bij deze laatste zin past een aantekening: Die zin is namelijk totaal overbodig, omdat, indien de begro ting overschreden zou worden, de volksver tegenwoordiging goedkeuring moet hech ten aan het meerdere bedrag; red. H.). v.d.W. Geometrische tuin in het Haagse park Clingendael. foto: Naeff, Den Haag 127

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1977 | | pagina 18