De begraafplaats Beth Haim
te Ouderkerk aan de Amstel
Als wij het hebben over de Portugees-
Israëlieten verdient het aanbeveling in het
kort te memoreren omtrent hun oorsprong,
welke geheel anders is dan die van de
Nederlands-Israëlieten, de zgn. Hoogduitse
joden.
Na de verwoesting van de Tweede Tempel
in Jeruzalem in het jaar 70 en de opstand
onder Bar Kochba in het jaar 135 werden de
joden gedwongen te vluchten en een groot
aantal onderhen week uit naar Spanje. Inde
daarop volgende lange periode van ruim
1300 jaar werd het joodse leven in dit deel
van Europa afwisselend gekenmerkt door
vervolgingen en rust, jodendomsbeleving
en gedwongen bekering; toch ook een dui
delijke ontwikkeling op het gebied van de
cultuur, literatuur, filosofie e.d.
In 1469 ontstond het Spaanse koninkrijk
door het huwelijk van Ferdinand van Ara-
gon en Isabella van Castilië. Negen jaar na
hun huwelijk stelden zij de Inquisitie in. Als
gevolg daarvan werden de joden voor de
keus gesteld zich volledig te bekeren tot het
Christendom en dan ook in het geheim hun
jodendom niet meer te beleven, ofwel een
risico te nemen hun bezittingen te verliezen
en uiteindelijk toch gedood te worden.
In 1492 kwamen deze maatregelen tot een
hoogtepunt met als gevolg dat de joden ver
dreven werden. Per schip verlieten zij
Spanje om zich zowel in Europese als in
Afrikaanse en Aziatische landen rond de
Middellandse zee te vestigen. Het grootste
deel van hen vestigde zich echter - al of niet
tegen betaling van een grote som gelds - in
het naburige Portugal, onder de conditie dat
acht maanden de maximale verblijfsduur
zou mogen zijn. Velen werden tot slavenar
beid gedwongen. Ook deze toestand was
verre van ideaal, want hoewel Emanuel I in
eerste instantie tolerant bleek te zijn en de
tot slavernij gedwongenen vrij werden ge
maakt, werd toch in 1536 de Portugese In
quisitie ingesteld. In 1580, na de vereniging
van Spanje en Portugal - het huwelijk tussen
Emanuel I met de Spaanse kroonprinses
Isabella was daar debet aan - keetden de
joden vanuit Portugal naar Spanje terug,
overgeleverd aan de Spaanse Inquisitie.
Vandaar vluchtten zij onder vrijwel onmo
gelijke omstandigheden per schip naar
Frankrijk, Engeland en Nederland. Zo
kwamen in 1593 de eersten hier te lande
aan, enige tijd later aangevuld met de in
Antwerpen sedert het begin van de zes
tiende eeuw als kooplieden wonende be
keerlingen, de zgn. Mammen.
Armen en rijken, geestelijk en materieel,
waren onder hen, waarvan de grafstenen in
Ouderkerk aan de Amstel de eeuwige getui
gen zullen zijn. In dit artikel zullen wij ver
der niet ingaan op het ontstaan van de Por
tugees Israëlietische Gemeente te Amster
dam, met name niet op het ontstaan van drie
separate gemeentendie in een later stadium
volledige samenwerking ondergingen het
geen culmineerde in de inwijding van de
beroemde synagoge in 1675 aan het Jonas
Daniël Meijerplein. nuMr. Visserplein.
Wel willen we hier aandacht besteden aan
hun uiteindelijke gezamenlijk, tot op heden
in gebruik zijnde begraafplaats. Deze moge
lijkheid werd hen na hun komst naar Am
sterdam beslist niet direct geboden. In eer
ste instantie werden de doden in Groet bij
Alkmaar begraven en men zal zich kunnen
voorstellen dat dit, gezien de transportmo
gelijkheden in de zeventiende eeuw, geen
sinecure was. Niet alleen de grote afstand
was een bezwaar, maar ook de tegenwer
king van de bevolking speelde een belang
rijke rol. Zo moest een bepaald bedrag be
taald worden voor elke kerk die de begrafe
nisstoet passeerde - een „belasting" die
overigens tot 1721 bleef gelden voor het
traject Amsterdam naar Ouderkerk aan de
Amstel - en op een afstand van ruim veertig
kilometer liep dat aanzienlijk op.
Begraven in Ouderkerk aan de Amstel
In 1602 werden de eerste overledenen in
Groet begraven en gezien de hierboven om
schreven moeilijkheden, spreekt het wel
haast vanzelf dat al spoedig naar alternatie
ven werd gezocht. Het was Ishac Franco
Medeyros, een van de eerste gehuwde leden
van de Portugees Israëlietische Gemeente
en stichter van Neveh Salom, een der drie in
eerste instantie ontstane gemeenten, die
zich daarvoor inzette. Het gelukte hem, die
ook onder zijn werkelijke naam Isaac
Franco Mendes bekend stond, al in 1614
een stuk grond onder Ouderkerk aan de Am
stel aan te kopen. Het bestuur van de be
graafplaats was aanvankelijk in handen van
pamassim (bestuurders), terwijl later de lei
ding in handen kwam van drie administra
teuren, van elke der drie gemeenten een.
Nog geen twee jaar later, in 1616 en nadat
de grond geschikt was gemaakt voor het
doel, vond de officiële ingebruikname
plaats, hoewel reeds in 1614 begrafenissen
plaatsvonden. De hoge kindersterfte in de
eerste decennia zelfs ruwweg 50% van het
totale aantal overledenen valt er duidelijk
waar te nemen.
De bevolking van Ouderkerk aan de Amstel
verzette zich in den beginne tegen het be
graven in die gemeente. Er werd een be
zwaarschrift ingediend bij de Magistraat en
bij de regering. Na een gesprek met een
deputatie van de Portugees Israëlietische
Gemeente onder leiding van Isaac Franco
Mendes, besloot de regering uiteindelijk de
finitief de bezwaren van de bevolking niet
114