De bouwplaats
LEIDEN
Het universitaire bouwterrein aan de Witte Singel ligt tegenover het Doelenterrein, op een
kwartiertje lopen van het station. Aan de andere zijde van het station ligt het huidige
Academisch Ziekenhuis (AZL) en in het uitgestrekte weiland daarachter de nieuwbouw van
de B-vakken als scheikunde en wiskunde.
Op het nog steeds braakliggende Schuttersveld, naast het station, wil het gemeentebestuur
hoogwaardige kantoren bouwen om zoveel mogelijk profijt te trekken van de komende
Schiphollijn (spoorlijn via Schiphol naar Amsterdam).
Het gebied binnen de singels is nog zeer gaaf wat betreft historische structuur en zal
beschermd stadsgezicht worden. Na Amsterdam is het de grootste binnenstad van Neder
land. Hoewel groot, blijft elke afstand binnen de singels te belopen binnen twintig minuten.
Buiten de singels vinden we de negentiende en twintigste-eeuwse arbeiderswijken Noord,
De Kooi en de Zeeheldenbuurt. Ten zuiden van de singels liggen vooral de deftiger wijken.
Het gebied Herengracht/Zijlsingel is een grote binnenstadswijk die in de jaren zestig is
kaalgeslagen ten behoeve van verkeersdoorbraken en kantorenbouw. Voor die ambitieuze
plannen was geen geld. Jaren lag het gebied braak, maar nu vindt er sociale woningbouw
plaats waarbij de loop van de grachtjes weer hersteld zal worden.
Het meeste verkeer in de binnenstad wordt nu afgewikkeld via de city-ring, een doorgaande
route die na enkele doorbraken tot stand is gekomen in het begin van de jaren zeventig.
Verkeersaantrekkend is het winkelcentrum van Haarlemmerstraat en Breestraat. Tussen
Breestraat en Rapenburg ligt, romdom de Pieterskerk, de Pieterswijk: het oudste gedeelte
van Leiden. Tussen Rapenburg en Witte Singel ligt de Academiewijk met daarin de Hortus
en het AcademiegebouwAan het Rapenburg ligt de huidige Universiteitsbibliotheek (UB)
Het Doelenterrein is in gebruik als kazemeterrein voor de militaire kokschool. Van de
historische bebouwing is praktisch alles verloren gegaan: alleen de St.-Jorispoort en het
Doelenbruggetje staan op de monumentenlijst.
Het Witte Singelterrein is een groot terrein dat al jaren ongebruikt erbij ligt. Op de hoek van
de Witte Singel en de Haagweg, als vanouds de uitvalsweg naar Den Haag, staan enkele
slecht onderhouden herenhuizen en het complex van het Leidsch Dagblad. Daarachter ligt
de Trekvliet: ooit een mooie vliet, nu een kale zanderige vlakte, met daar langs de huizen
van de Rijn- en Schiekade. Daarachter de spoorlijn Leiden - Alphen.
aan te trekken om zo in de nieuwbouw een
zelfde verscheidenheid te kunnen krijgen als
in de historische stad. Na een uitvoerige
selectie in samenwerking; met de rijks
bouwmeester koos de universiteit als archi
tecten: Bart van Kasteel, Joop van Stigt,
prof. Tjeerd Dijkstra, Hans Bosch (allen
Amsterdammers) en het Oosterbeekse kop
pel Evert Kleijeren Hyle Ahrens.
Bij elke fase in de ontwikkeling van de
plannen wordt de gemeenteraad betrokken.
Dat is niet zo vreemd als men bedenkt dat de
gemeente een machtsmiddel in handen
heeft: het Doelenterrein is weliswaar in ge
bruik bij Defensie maar is nog steeds eigen
dom van de gemeente.
De gemeenteraad ging in principe akkoord
met de universitaire bebouwing van het
Doelenterrein. Wel met enige voorwaar
den, bijvoorbeeld over de regeling van de
verkeersdrukte. Belangrijkste voorwaarde:
eenderde van het Doelenterrein moet in
handen van de gemeente blijven.
De stad stelt grenzen
Het is voor Leiden van belang dat de univer
siteit behouden blijft voorde binnenstad. De
universiteit is een van de peilers van de
bedrijvigheid waar een stadscentrum niet
buiten kan. Voor veel activiteiten en handel
zal het draagvlak te klein zijn als de univer
siteit uit de binnenstad verdwijnt. Dit kan op
den duur alleen maar leiden tot verminder
ing van de economische activiteit, leegstand
en verval. Een universiteit is waarschijnlijk
de minst schadelijke bedrijvigheid die een
stad zich kan wensen. De historische struc
tuur van de stad stelt grenzen aan de bedrij
vigheid, het verkeer en de omvang van mo
gelijke nieuwe bebouwing. Dat is het di
lemma: van de ene kant vraagt de levende
stad om ruimte voor wonen, winkelen, wer
ken, recreëren en verkeer, van de andere
kant heeft de historie de grenzen van de stad
gesteld. Het gemeentebestuur zal voortdu
rend een evenwicht moeten zoeken. Uit be
sprekingen tussen de universiteit en de ge
meente tot nu toe is gebleken dat de univer
siteit meer dan het bedrijfsleven rekening
wil houden met het wankele evenwicht.
Een vraag die nog niet beantwoord is in alle
discussies, is gesteld door het gemeente
raadslid Ham (CDA): tot hoever mag de
universiteit groeien? Dat lijkt een interne
aangelegenheid, maar is hetniet. De capaci
teit van de binnenstad is beperkt. Dat be
perkt ook de groeimogelijkheden van de
universiteit als zij in de binnenstad geves
tigd blijft. Bij het WSD-project (Witte
Singel- en Doelenterrein) kan men zich al
afvragen of er niet sprake is van een te grote
concentratie universitaire bebouwing in één
deel van de stad. Is op den duur een nog
groter beslag van de universiteit op de
ruimte in de binnenstad gezond? In overleg
104