Monument en binnenstad
Onder auspiciën van de Raad der Europese
Gemeenten hebben de heren dr. N. J. M.
Nelissen en drs. C. L. F. M. de Vochrvan
het Sociologisch Instituut van de Katholieke
Universiteit te Nijmegen een discussie-nota
geschreven, getiteld „Monument en bin
nenstad". De nota, een fors boekwerk van
ruim 200 pagina's, is gebaseerd op een on
derzoek ingesteld in veertien Nederlandse
gemeenten: Breda, Coevorden, Culem-
borg, Doesburg, Dokkum, Groningen, 's-
Hertogenbosch, Hoorn, Kampen, Leiden,
Loenen aan de Vecht, Maastricht, Middel
burgen Utrecht.
De nota is te beschouwen als een voortge
zette activiteit van de Raad der Europese
Gemeenten, die in het Monumentenjaar de
discussienota: „Monument en samenle
ving" in het licht gaf, eveneens dr. Nelissen
als auteur.
De centrale vraag, welke aan de nieuwe
discussie-nota ten grondslag ligt, was:
„Welk beleid wordt in Nederlandse ge
meenten gevoerd ten behoeve van het be
houd van monumenten en historische en
sembles in binnensteden?"
Na een verklaring te hebben gegeven van
„wat een monument" is en „wat een stads
en dorpsgezicht", wordt vrij uitvoerig het
begrip „binnenstad" omschreven. Daarbij
maken de auteurs terecht een onderscheid
tussen binnenstad en stadscentrum. Het
stadscentrum dient menhite zien als een
onderdeel van de binnenstad. Het is dat deel
van de stad, waar een verdichting optreedt
van bestuurlijke, financiëel-commerciële,
culturele en vermaaksactiviteiten. Het
stadscentrum is als gebied niet gemakkelijk
af te bakenen. Het ligt meestal in zijn geheel
in de binnenstad, maar het kan er ook ge
deeltelijk buiten en in een uitzonderlijk ge
val zelfs geheel buiten liggen. Het begrip
binnenstad is derhalve ruimer dan het begrip
stadscentrum. Tot de binnenstad rekent men
vaak ook de zone die grenst aan het stads
centrum en door een geringere concentratie
van winkels, kantoren, horeca-bedrijven
e.d. wordt gekenmerkt. De binnenstad is
dan het stadscentrumplus een aangrenzend
gebied met een mengeling van centrale
functies en buurtfuncties. Een nauwkeurige
geografische afbakening van het gebied dat
men binnenstad noemt, is evenals dat wat
men het stadscentrum noemt, erg moeilijk.
Het is dan ook voornamelijk vanwege prac-
tische redenen dat onder binnenstad veelal
de historisch-geografische eenheid wordt
verstaan, die dat deel van de stad omvat dat
86
reeds bestond vóórdat de grote stadsuitbrei
dingen, ingeluid in de tweede helft van de
19e eeuw werden verwezenlijkt. Het is met
andere woorden vaak het gebied binnen de
laatste omwalling; het stadsdeel dat in een
aantal gevallen nog door singels, vesten
en/of grachten wordt omgeven.
Concentratiepunt
De binnenstad is niet alleen een ruimtelijk
geheel, zij is ook en misschien wel in de
eerste plaats een concentratiepunt van men
selijke activiteiten. Zij biedt ruimte aan zeer
veel vormen van menselijk handelen.
Na te hebben opgemerkt, dat geen enkele
binnenstad precies gelijk is aan een andere,
wijzen de auteurs erop, dat in de binnenste
den van Nederlandse gemeenten allerlei ty
pen monumenten zijn te vinden. In som
mige binnensteden zijn archeologische mo
numenten te vinden, zoals oude grafvelden,
funderingen, kelders, gewelven, overklui
zingen, enz. Verder zijn er veel voorbeelden
van middeleeuwse bouwkunst; zo zijn er
romaanse kerken, optische kerken, stads
poorten, waterpoorten, stadsmuren,
stadswallen, hoektorens, stadhuizen, ding-
huizen, waaggebouwen, woonhuizen, wal-
burchten, feodale burchten en andere typen
kastelen. Verder wordt verwezen naar de
19e eeuw met zijn neo-stijlen. Maar: veel
van hetgeen tegen het einde van de 19e
eeuw en het begin van de 20e eeuw is ge
bouwd en dat nu nog overeind staat, is nog
niet als monument gekwalificeerd. Dit
hangt samen met het feit, dat de samenstel
ling van het monumentenregister met name
heeft plaats gevonden op basis van gebou
wen van vóór 1860. Ongetwijfeld zullen
allerlei gebouwen te zijner tijd op de lijst
komen.
Spoed geboden
Spoed is hierbij geboden, want de practijk
leert dat onbeschermde gebouwen erg
kwetsbaar zijn wanneer het gaat om de
vraag behoud of afbraak. Bij deze „jonge"
monumenten valt o.a. te denken aan de dik
wijls fraaie laat 19e eeuwse bebouwing op
de plaats van de vroegere vestingwerken,
maar ook aan de woningen en woningcom
plexen welke in het kader van de Woning
wet in en rondom de binnenstad werden
gerealiseerd. Verder ook bijv. aan de oude
fabrieken, werkplaatsen en ambachtsate
liers, (monumenten van bedrijf en tech
niek).
Na op deze materie nog wat dieper te zijn
ingegaan, wordt er op gewezen, dat in de
binnenstad zich allerlei sociale en economi
sche processen voordoen, met als gevolg
een voortdurende verandering en omvor
ming van de binnenstad, zowel naar ver
schijningsvorm als naar behoudMonumen
ten en historische ensembles zijn mede als
gevolg hiervan ook continu aan verandering
onderhevig. Aan gebouwen uit vroegere tij
den worden telkens weer nieuwe eisen ge-
Dorpsgezicht Loenen a.d. Vecht. Foto: Gem. Loenen a.d. Vecht.