lm. De oudste kerk van Haarlem Aftakeling van een wijk In het vootjaar van 1963 - dus nu veertien jaar geleden- gaf het gemeentebestuur van Haarlem een structuurplan in het licht. In ons tijdschrift werd daarover toen met „grote waardering" geschreven. Want: in dat plan was sprake van „Revalidatiegebie- üen". Enkele maanden later betuigde het bestuur van Heemschut zijn instemming met de aankoop door de gemeente van het pand Lange Begijnestraat, hoek Begijnhof, door brand beschadigd, maar niet zo ern stig, dat restauratie op die grond onmogelijk zou zijn. Restauratie achtte Heemschut van destemeer belang, omdat het beschadigde pand ligt tegenover de hoofdingang van de Waalse Kerk. Over dit gebied gaat bijgaand verhaal. Er blijkt uit, dat er tot nu toe niet bijster veel aan de beoogde revalidatie (tegenwoordig spreken we van stadsherstel) is gedaan. Reeds was het particulier initia tief er actief, maar nu start een actie om de wijk Bakenes eens stevig aan te pakken. De buurt is het alleszins waard. Lang genoeg, zo menen de besturen van de Begijnenkerk en de wijk Bakenes in Haar lem, lang genoeg heeft de aftakeling van de wijk nu geduurd. De wijk, die eeuwenlang een belangrijk geestelijk-, ambachtelijk- en cultureel cen trum is geweest, is verworden tot een ver zameling pakhuizen en bordelen. En een historisch zeer waardevolle kerk, de oudste ruïnes. Haarlem, hofjes en eeuwenoude huisjes, al len onvervangbaar, vervallen tot ruines. Dank zij verschillende individuele aktivitei- ten begint nu echter langzaam een zeker herstel in te treden. Voor de kerk is een onderzoeksubsidie verkregen, enkele waar devolle pariden zijn al gerestaureerd en ook de gemeentelijke overheid ziet gelukkig het belang in van herstel, van rehabilitatie. Maar wijkraad en kerkbestuur vinden dat er, naast herstel van de wijk en de kerk, nog méér moet gebeuren. Zij zijn van mening dat de wijk moet groeien tot één organisch geheel, een levende gemeenschap, waar het goed wonen en prettig wandelen is. Zij zijn daarom gaan samenwerken en besloten iets van die samenwerking te laten zien. Als eerste resultaat daarvan werd nu op 21 mei jl. een evenementendag georganiseerd, als een vooruitlopen op hoe het later zal wor den: gezellig. 1000jaar v. Chr. Bakenes is een oude wijk, gelegen in een 82 De begijnen vormen een interessant hoofdstuk in de kerkgeschiedenis. Hun ontstaan vertoont een merkwaardige overeenkomst met verschijnselen die we nu ook tegenkomen: communes, maat schappelijk werk, retraite. In een tijd waarin kerk en staat steeds nauwer met elkaar verweven raakten, dus in een tijd van vervlakking, ontston den verschillende groeperingen welke zich hiervan trachtten los te maken door vanuit een besloten samenleving zich te kunnen bezighouden met zaken welke men van belang achtte. In feite een ver weer, maar niet een vlucht uit de reali teit. Althans was dat het geval bij de, rond 1200 in de omgeving van Luik, opkomende begijnenbeweging. Van wege de noodzaak om als eenheid te kunnen samenleven legden zij, evenals kloosterlingen een gelofte van kuisheid en gehoorzaamheid af. Maar zij deden geen afstand van hun aardse goederen. Bovendien bleef voor hen steeds de mo gelijkheid open weer uit de gemeen schap te treden. Bijvoorbeeld om (weer) te trouwen. Het ontbrak ze dus niet aan realiteitszin. Geen wonder, want vaak waren het weduwen (het was de tijd van de kruistochten terwijl los daarvan reeds de sterftecijfers hoog waren), en hun toe treden tot de begijnengemeenschap zul len velen aanvankelijk beschouwd heb ben als het vinden van een tijdelijke ver vanging van de beschermende familiesi tuatie. Dat niettemin de begijnen een belang rijke taak in de samenleving hadden is zeker. bocht van het Spaame. Ten noordoosten, vrijwel in de schaduw van de majestueuze Grote- of St. Bavokerk liggend, is deze wijk ongetwijfeld het meest historische stadsdeel van Haarlem. Pollenonderzoek wees op bewoning zelfs meer dan duizend jaar vóór Christus. Doorsneden door de mooie Bake- nessergracht biedt het aan weerszijden daarvan nog vele historische elementen die voor het merendeel sterk verwaarloosd zijn. Historische redenen bij de vleet om al dit stedeschoon zorgvuldig te bewaren. Maar zorgvuldig betekent onderhoud en vernieu wing waar nodig en dat betekent de handen uit de mouwen steken De door en uit de bewoners gekozen wijk raad ziet zich geconfronteerd met de ,,Le- De uit 1580 daterende toren van de Bakke- nesserkerk. Ook deze kerk bevat nog frag menten van het oorspronkelijke gebouw uit 1250. De foto werd vóór de recente restau ratie genomen. vende" aanwezigheid van onder meer het Teylers Museum, met een drietal kerkge bouwen, met het historische Waaggebouw, met drie echte hofjes, met een Concertge bouw, met de wereldbekende drukkerij Joh. Enschedé Zonen, met een (dreigend groeiend) Gerechtshof, met een modem hoofdbureau van politie en de waarschijnlijk „fatsoenlijkste" rosse buurt van Neder land. Alsof dit al niet genoeg is wordt deze wijkraad bovendien nog geconfronteerd met de iedere gedachtenwisseling abrupt kap pende „bovenwijkse voorzieningen". Wie zei er ook weer dat democratie wil zeggen: blijmoedig leven met de dwalingen van an deren? Particulier initiatief van sommige bewoners en van bijvoorbeeld de stichting Diogenes heeft reeds tot opmerkelijk resultaat geleid. Het blijft echter fragmentarisch. Werk op groter schaal - volledig afhankelijk van de mate vari vindingrijkheid en energie van het stadsbestuur - vereist praktische actieve be stuurders. Een theoretische voorlopige structuurschets van de gemeenteüjke dienst voor stadsontwikkeling vond weinig genade in de ogen van de bevolking. Met name enerzijds wat kneuterige kippebruggetjes over de Bakenessergracht en anderzijds een enorme Gerechtshofexpansie lieten des te duidelijker het ontbreken van echte visie op dit historische en dus kleinschalige gebied in deze schets aan het licht komen. Evenals de intentieverklaring tot „beschermd stads gezicht" een jarenlang slepend proces is, wacht ook het, nota bene goedgekeurde, plan tot beperking van het gemotoriseerde verkeer nog immer op uitvoering.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1977 | | pagina 14