Boekennieuws
Monumenten van bedrijf en
techniek
Monumenten van bedrijf en techniek. In
het monumentenjaar '75 verscheen in de
serie Sheel-joumaals een zeer geslaagd
deeltje over monumenten en monumenten
zorg. Nu ligt voor ons een boekje, dat ge
wijd is aan monumenten van bedrijf en tech
niek, een zaak, waarin in het verleden he
laas te weinig aandacht is besteed, waardoor
veel van dit soort historische monumenten
verloren is gegaan. Dit jongste Sheil-
joumaal werpt daarop het licht. Gelukkig is
er nog wel wat over het beschermen alles
zins waard. En daarvan vertellen de auteurs
dr. J. M. Fuchs en W. J. Simons, die al
verscheidene keren in deze serie ogenschijn
lijk dorre stof tot leven wisten te brengen,
zoals ook nu weer. Shell-joumaal is een
relatie-geschenk, maar wie voor dit laatste
deeltje bijzondere belangstelling heeft, kan
er misschien in Den Haag nog wel een be
machtigen.
Kijk Nijmegen. Onder deze titel verscheen
een kleine „gids" die W. Broos schreef in
opdracht van Vroom en Dreesmann. Van
zelfsprekend wordt in dit goed geïllus
treerde boekje (foto's van Jan van Leeuwen
en uit het archief van De Gelderlander)
ruimschoots aandacht geschonken aan het
Nijmeegse monumenten-bezit. Voor zover
we weten geldt het hier een „primeur" van
V. en D.; ons is althans een soortgelijk ini
tiatief uit het bedrijfsleven niet bekend. Dit
boekje smaakt naar meer. Er zijn steden te
over, die ook zo'n handzame gids tot on
derwerp zouden kunnen dienen.
Amsterdam in de 20e eeuw. Prof. Brug-
mans Geschiedenis van Amsterdam eindigt
in 1925. Dr. Richter Roegholt, historicus en
journalist, neemt in dit boek (eerste deel,
dat de periode 1919/1945 behandelt) de
draad op, waar Brugmans hem heeft losge
laten. Vanuit de maatschappelijke visie van
dr. Roegholt is het begrijpelijk en ook vol
komen verantwoord, dat hij de moderne ge
schiedenis van Amsterdam begint om
streeks 1900, toen en daarna voor wat de
stadsuitbreiding betreft. Berlage en de Am
sterdamse School zijn nu al geschiedenis;
sterker nog ze schonken ons een architec
tuur, die reeds voor bescherming in aan
merking komt of zelfs al beschermd is. Het
eerste en derde hoofdstuk zijn daaraan ge
wijd. De daarbij behorende foto's zijn sober
en o.i. niet sterk toonaangevend voor die
belangrijke periode. De kaartjes en platte
gronden zijn zelfs weinig zeggend; te klein.
Andere onderwerpen: politieke leiders, de
diamantindustrie, markt en havens, cultuur
èn de tweede wereldoorlog.
(Uitg. Het Spectrum B.V.; Utrecht;
37,50).
56
Al enige malen is in ons tijdschrift de ver
eniging tot behoud van stichting beheer
Monumenten van Bedrijf en Techniek ter
loops ter sprake gekomen. De Bond Heem
schut heeft voor deze vereniging grote be
langstelling omdat zij tot op zekere hoogte
en op een beperkt terrein dezelfde doelein
den nastreeft als onze bond.
Oude bedrijven kunnen - als ze geen eco
nomische functie meer hebben - alleen op
hun eigen plaats overeind blijven, indien ze
in eigendom en/of beheer worden genomen
door een op hun behoud gerichte organisa
tie. Geen enkele ondernemer, of hij nu
klompenmaker of textielfabrikant is, zal
met een historisch bedrijf door blijven wer
ken, omdat toeristen en bezoekers dit alles
misschien zo aardig vinden, aldus de hier-
voorgenoemde vereniging, die tot doel
heeft dit soort monumenten over te nemen
van de eigenaar. Vaak zullen ze aangekocht
moeten worden, liefst vooreen symbolisch
bedrag. In andere gevallen zal een koopprijs
geboden moeten worden, gebaseerd op de
marktwaarde van terreinen, gebouwen en
inventaris. Soms ook zullen goede
bruikleen- of huurcontracten een mogelijk
heid geven tot een effectief behoud door
beheer. De vereniging M.B.T. wil op deze
manier een „collectie" belangrijke monu
menten van bedrijf en techniek vormen.
Daarbij legt de vereniging o.i. terecht de
nadruk op het behoud van de eigen plaats.
Geen Madurodam op werkelijke schaal dus.
Een oud gemaal met z'n schepraderen en
stoommachines, een constructief fraaie
brug of een bezienswaardig ambachtelijk
bedrijf met z'n gereedschappen behoort
thuis in zijn eigen omgeving; ook de mijn
schachttoren bijv.
Enkele monumenten van bedrijf en techniek
zijn al in hun eigen omgeving behouden
kunnen worden, zoals:
het stoomgemaal De Cruquius te Vijfhuizen
bij Haarlem; in 1849 was de hier staande
stoommachine de grootste ter wereld;
een timmermanswerkplaatsje met 19e
eeuwse woning te Ferwoude (Fr.);
twee oude woonhuizen in Denekamp, met
winkel, hammenrokerij en wagenhuis en
de (in ons tijdschrift al eerder vermelde)
scheepswerf 't Kromhout te Amsterdam
te zijn en moet de mogelijkheid worden ge
geven voor een toelichting (de historische
en sociale achtergronden). En als 't even
kan: de bedrijven draaiende tonen.
Er is nog een andere vorm van behoud
denkbaar, zoals voorbeelden in Engeland en
de Ver. Staten laten zien en in een enkel
geval ook in Nederland. Fabrieksgebou
wen, die alleen als bouwwerk herinne-
ringswaande hebben, zijn in genoemde lan
den verbouwd tot flats. Grote 19e eeuwse
pakhuizen en grote stations werden scholen
of kunstacademies. Zelfs gashouders wist
men te behouden en dienen nu tot sport
beoefening. In ons land krijgt nu een water
toren een nieuwe functie als kantoorge
bouw.
De vereniging M.B.T. zal in het algemeen
slechts monumenten van bedrijf en techniek
in eigendom of beheer nemen als ze „be
schermd monument" zijn. Hierbij doet zich
een praktische overweging gelden; be
schermde monumenten kunnen bij restaura
tie subsidie van de overheid krijgen.
De M.B.T. verklaart nadrukkelijk niet als
pressiegroep te willen optreden. Hoe dit in
de praktijk zal uitwerken is ons nog niet
helemaal duidelijk, gegeven bijv. de „inte
resse" die de vereniging heeft getoond bij
de pogingen van o.m. de Culturele Raad
van Groningen èn Heemschut tot behoud
van een dextrinefabriek in de Veenkolo
niën. Intussen is er een gesprek geweest
tussen Heemschut en de M.B.T. over de
mogelijkheid tot intensieve samenwerking.
Het ligt eerder voor de handdat er tussen de
M.B.T. en Heemschut een vorm van sa
menwerking zou komen.
Heemschut mag dan niet worden be
schouwd als een pressiegroep, maar onze
bond schuwt actie niet als het erom gaat een
monument van welke aard dan ook, te be
houden. De doelstelling van de M.B.T. is
intussen van veel beperkter aard, welke
overigens meebrengt, dat deze vereniging
o.m. rekent op medewerking van het be
drijfsleven, dat evenals individuele perso
nen lid kan worden. Gegeven het sympa
thieke doel vermelden we daarom het adres
van de vereniging M.B.T.: postbus 603,
Arnhem.
v.d. W.
Voor het publiek
Er schuilt in dit soort monumenten natuur
lijk een museaal karakter. Eenmaal behou
den dienen ze voor het publiek toegankelijk