Middeleeuwse architectuur in Praag Monumenten van techniek Ook in deze categorie kwam het een en ander op de voorlopige lijst, zoals een fa brieksgebouw in Tilburg, de molen ,,de Kat" in Uitgeest en het restant van de mo len „De Palmboom" in Schiedam. Het stoomgemaal bij Winschoten aan het Oostereinde is recentelijk eveneens be schermd verklaard. Het gaat hier om een vijzelstoomgemaal, gebouwd in 1878, ter vervanging van twee poldermolens. In het gemaal bevindt zich o.m. een tandem- compound stoommachine (fabrikaat Lan- deweer te Martenshoek). Uit een oogpunt van industriële architectuur belangrijk als voorbeeld van de twee mogelijkheden bij stoomgemalen, nl. een afzonderlijk ketel- en machinehuis en machine- en ketelhuis onder één kap. Belangrijker nog achten we de plaatsing op de aanvullingslijst van het Ir. Wouda- Gemaal te Tacozijl, zo genoemd naar de ontwerper van de plannen ir. D. F. Wouda; gebouwd tussen 1917-1918. Het machine huis van dit gemaal doet sterk herinneren aan de Beursperiode van Berlage. Het ge heel is een goed bewaard voorbeeld van een groot stoomgemaal uit de slotfase van het Nederlandse stoomgemaal. De stoomma chines (van Jaffa, Delft) zijn unieke voor beelden van de uitermate geperfectioneerde ingenieursprodukten uit de eindperiode van het stoomtijdperk. De machinehal geeft een goed beeld van de inmiddels vrijwel geheel verdwenen interieurs op dit gebied. Kerken, stadshuizen enz. Behalve de eerder genoemde boerderij is ook het in een romantische parkaanleg gele gen witgepleisterde landhuis in eclectische trant uit het derde kwartaal van de 19e eeuw „De Mattemburgh" in Woensdrecht op de aanvullende lijst gekomen. In het park een monumentale oranjerie en een curieus, ge pleisterd achthoekig theekoepeltje met hou ten bekroning en siervazen. De monumentenlijst is voorts aangevuld met de r.k. kerk O.L.V. Koningin van de Heilige Rozenkrans, door E. J. Margry tus sen 1883 en 1885 gebouwd in Haarlem, de 19e eeuwse synagoge te Coevorden, de in 1847 door A. van Veggel gebouwde Ned. Herv. Kerk te Aarle Rixtel, de in 1846 door E. de Kruyff in Ursem gebouwde Ned. Herv. Kerk, alsmede de herv. kerk in Mij drechten in Hapert (N.Br.) de voormalige pastorie. We vermelden verder nog de Eerste Drentse Landbouwhogeschool 1823)(Zorgvlied) het dr. Aletta Jacobslyceum (1868) te Sap- penieer. een uit 1827 daterend schoolge bouw in Waubachde oude Stadsherberg in Sneek en de Oldamster Herberg te Win schoten. In Zierikzee kwamen op de lijst een 18e eeuwse bakstenen schuur (Karsteil 7) en twee uit de 17e eeuw daterende pandjes in de Venkelstraat (nrs. 38 en 45). InGoesvier huizen in de St. Jacobstraat (nrs. 2, 12, 16 en 18), deels 17e, deels 18e eeuws. Tenslotte in Groningen drie panden: Brug straat 26, vermoedelijk daterend uit de 15e eeuw, waarvan de voorgevel vernieuwd De verdedigers van de middeleeuwse archi tectuur in Praag hebben een ronde gewon nen tegenover hun moderne tegenstanders. De bouw van een fabrieksschoorsteen van ca. 180 m, die de skyline van de oude stad volkomen had bedorven, is door de over heid verboden. Deze overwinning wordt door de monumentenbeschermers be schouwd als een compensatie voor het ver lies dat zij leden toen niet voldaan werd aan hun dringende verzoek niet over te gaan tot uitbreiding van het lelijke Maj-warenhuis op het beroemde Wenceslasplein. De geplande schoorsteen zou van de over zijde van de rivier precies te zien zijn ge weest tussen de twee torenspitsen van de St. Vitus kathedraal. Sinds de laatste dertig jaar staat aan het hoofd -van de staatsdienst voor de monu mentenbeschermingen het natuurbehoud de heer Burival, wiens bureau is gevestigd in een gebouw dat uit 1378 dateert. Praag al leen al heeft meer dan tweeduizend monu menten, die wettelijk beschermd zijn. De bescherming strekt zich ook uit tot het on derhoud. Voor restauratie en onderhoud stelt de regering van Tsjecho-Slovakije in toenemende mate geld beschikbaar. Voor de restauratie was dertig jaar geleden zo'n vijf miljoen gld. beschikbaar; thans ca. zes tig miljoen gld. Voor dit laatste bedrag zul len 390 projecten worden gerestaureerd. In de Int. Herald Tribune, waaraan we dit ontlenen, schrijft Malcolm W. Browne dat, volgens een buitenlandse diplomaat, het al leen in een communistische dictatuur moge lijk is met betrekking tot het herstel van een binnenstad tewerk gaan als geschiedt. Zake lijke belangen worden abrupt terzijde ge schoven en de plaatselijke bevolking in de te werd in het derde kwart van de 19e eeuw (rijk voorbeeld van het eclectisme met boogfries onder de kroonlijst), Dwarsstraat 1 -1 a, uit het derde kwart van de 19e eeuw en het laat-middeleeuwse pand Peperstraat 14 (inwendig gaaf bewaarde balklaag uit de bouwtijd) v. d. W. renoveren stadsgedeelten wordt zonder meer „verplaatst" om dit voorbeeld van bijna onaardse stedelijke schoonheid te be schermen. Evenals in andere Oost- Europese landen kwam er na de Tweede Wereldoorlog een heftige discussie op gang over de vraag of door oorlogsgeweld ver nielde oude gebouwen dienden te worden herbouwd. Er gingen stemmen op, die zei den, dat men het geld nodig voor de her bouw beter kon besteden aan de woning bouw, maar de voorstanders van herstel of herbouw wonnen de strijd, althans in Praag. Maar bij de aanleg van de ondergrondse hebben de monumentenbeschermers vaak hun hart vastgehouden, omdat zij de ergste gevolgen vreesden van de ondergrondse ontploffingen. Monumentenzorg worstelde overigens met meer problemen, zoals een tekort aan vak lieden én een tekort aan materialen. Er zijn bij de wederopbouw van de histori sche binnenstad veel verrassende ontdek kingen gedaan. Nog onlangs deden archeo logen een belangrijke vondst bij het openen van een graf in de St. Vitus kathedraal. In de kist vond men het gemummificeerde lichaam van Otokar Premsyl II, die in 1251 als koning Bohemen was gekroond en die in een veldslag tegen de Habsburger vorst Ru- dolf I het leven liet. Honderden jaren heeft men zich in Praag afgevraagd waar Otokar Premsyl II begraven was. De recente vondst heeft op die vraag nu antwoord gegeven. Er is overigens ondanks het mummificeren toch niet veel overgebleven van het lijk, maar wel intact vondt men o.a. de gouden kroon en scepter. v.d. W. 51

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1977 | | pagina 23