Op de lijst
li! TVW?W%
m i
De lijst van (voorlopig) beschermde monu
menten is de laatste maanden aanzienlijk
uitgebreid, zoals uit de volgende opsom
ming blijkt. Opvallend is, dat er in de ar
cheologische sector en op het stuk van .be
drijven" geleidelijk meer onder bescher
ming wordt gebracht. Deze opmerking
geldt bijv. voor de elf terpen in Schagen
(N.H.), in het algemeen bebouwd met één
boerderij. De terpen dateren van vóór de
inpoldering van het gebied en werden van
de 10e tot de 13e eeuw aangelegd. Door
bedijking van de streek (oude Westfriese
Zeedijk) verloren de terpen veel van hun
functie. In de archeologische sector werd
ook op de ontwerp-lijst geplaatst een terrein
in de Roomburgerpolder, waarin overblijf
selen van het Romeinse castellum Matilone
en van het middeleeuwse klooster van Sint
Margaretha der Tertiarissen OLVin Jeru-
salem tot Sint Margarethenbergh. Het cas
tellum was waarschijnlijk in gebruik van 47
tot 250 n. Chr. Het klooster was een van de
vele geestelijke stichtingen, die in de I4e en
15e eeuw rond Leiden hebben gestaan.
In Goor zijn de laatste resten van de hayeza-
the Olidam - een droge gracht en een ge
deeltelijk door een wal omgeven centrale
burchtheuvel - op de aanvullende lijst van
beschermde archeologische monumenten
geplaatst. De resten dateren uit de late mid
deleeuwen.
In Ommen kwam op de lijst een ronde kas
teelheuvel met gracht (middeleeuwen). In
dezelfde gemeente (in het dorp Hoogenra-
ven) zijn 23 grafheuvels uit de brons/ijzer
tijd beschermd; in Varsen een terrein met
sporen van bewoning en begraving van de
late bronstijd tot aan de vroege middeleeu
wen. In de gemeente Hellendoorn tenslotte
zijn vier terreinen in bescherming genomen,
waarin grafheuvels uit het neolithicum en de
bronstijd; idem in Ambt Delden twee ter
reinen waarin urnenvelden voorkomen uit
de brons- en ijzertijd.
Ministerie-gebouwen
Velen denken bij het horen van het woord
„monumentenbescherming" aan oude en
vooral fraaie gevels. Voor wat het oud-zijn
betreft, hebben zij daarin wel grotendeels
gelijk, maar over „fraai" kan men verschil
lend oordelen. Over smaak valt nu eenmaal
niet te twisten. Maar de maatstaven, die de
overheid met betrekking tot monumenten
bescherming aanlegt beperken zich niet tot
,,oud"en „fraai", wat onder dit laatste dan
Het voormalige ministerie van Koloniën;
thans huisvesting biedend aan een deel van
het ministerie van Binnenlandse Zaken
foto's: Voorlichting Binnenlandse Zaken;
Henk Mulders
ook mag worden verstaan. De monumen
tenwet kent een groot aantal aspecten met
betrekking tot een gebouw, dat voor be
scherming in aanmerking kan worden ge
bracht. In het kader van deze opmerkingen
past o.i. het besluit om het voormalige mi
nisterie van koloniën (Plein 1Den Haag)
op de aanvullende ontwerplijst te plaatsen.
Want wat schrijft H. J. F. de Roy van Zuy-
dewijn in zijn boekje „Haagse huizen en
gebouwen"? „Geen bouwmeester in de 19e
eeuw heeft zo aan kritiek blootgestaan als
rijksbouwmeester W. N. RoseWe
bezitten van Rose nu alleen nog het gebouw
van het voormalige ministerie van koloniën,
gebouwd in 1860, dat ons thans aanvaard
baarder voorkomt dan vroeger. We moeten
echter niet vergeten dat het toch wel blijk
geeft van onverschilligheid ten opzichte van
zijn omgeving, een witte 19e eeuwse schoe
nendoos in de middeleeuwse sfeer van het
Binnenhof". Een schoenendoos dus, die
thans wordt beschermd. Terecht, omdat het
een van de weinige overgebleven gebouwen
is uit de zgn. gietijzer-periode van de vorige
eeuw. Uit dezelfde tijd dateerde het gebouw
van de Hoge Raad, naast „koloniën", maar
dit gietijzeren geval werd kort voor de
tweede wereldoorlog door ir. Bremer zó
veranderd, dat er van het oorspronkelijke
uiterlijk nauwelijks iets overbleef; in elk ge
val Rose werd er onherkenbaar door.
Een tweede ministerie-gebouw, dat van Jus-
Detail interieur: rosetten aan plafond
Plafondschildering
J ^,'.w sfS'.v;
49