Land zonder kerken
Dit is het tweede en laatste deel van de
studie van architect W. Kramer in het
tijdschrift Plan: We eindigden dat deel
met een kort uitstapje naar Praag. De
schrijver houdt zich nu bezig met de
(nieuwe) functie van kerken.
Een gevaar is het geforceerd gaan zoeken
naar andere functies. Een uiterste is het plan
tot het samenpersen van meer dan tachtig
woningen in de Spaamekerk te Haarlem.
Nico H. Andriessen. schreef over zijn ont
werp: „Een kerk, mooi of niet, is voor ie
dereen, gelovig of niet, meer dan een stuk
onroerend goed. Er wordt gekerkt, gedoopt,
getrouwd. Kortom, de verbondenheid van
zo'n gebouw met de mensen die er in de
buurt wonen, is ongewoon groot. Een kerk
is nu eenmaal de vorm van een grote hoe
veelheid menselijkheid. Wordt er om een
aantal, deels begrijpelijke, redenen niet
meer in gekerkt, gedoopt, getrouwd, dan
blijft nog altijd nog de vorm, een vorm
waarvan veel mensen zijn gaan houden.
Slopen is in dat geval een slecht alternatief.
Wij hebben in de geschiedenis wel vaker de
vorm om de vorm behouden, zeker als die
vorm de vorm is van veel menselijkheid.
Het ligt bijna voor de hand om van het huis
Gods een huis voor mensen te maken, het
blijft dan toch een huis". Tot zover An
driessen. Diens aanpak is „geweldig ge
durfd" genoemd. Daarmee heeft het echter
niet veel te maken, schrijft Kramer en hij
vervolgt: Als we op deze manier bezig zijn
met onze oude architectuur, zijn we, naar
mijn besef, toch wel diep gezonken. Het is
een uiterst gezocht plan, heeft niets te ma
ken met orginaliteit en is, doordat het hele
interieur is weggedacht, op geen enkele
wijze vanuit het gebouw benaderd. Wat
overblijft is een schil, een uitwendig beeld;
wel van een kerk, maar daaraan wordt op
geen enkele wijze beantwoord door het inte
rieur.
Shockeffect
Op de verwachting die buiten wordt gewekt
door de kerkvorm, volgt een shockeffect
zodra men het gebouw betreedt. Het is
zoiets als een sinaasappel, waarin na het
pellen een hockeybal blijkt te zitten.
Gelukkig zijn er ook voorbeelden waarbij,
door respect en ingetogenheid tegenover het
gebouwde, de nieuwe functie een boeiende
beleving kan geven. Ook bij niet-kerkelijke
gebouwen: woonhuizen die tot hotel werden
De geref. kerk te Allingawier.
verbouwd en pakhuizen die in woningen fende honden, prekende priesters en groe-
veranderden. Het langzaam in bezit nemen pen mensen bij de diverse altaren van de
van en het vergroeien met de ruimte is van vele gilden. Men maakte er tot voor de 19e
essentieel belang. eeuw dan ook niet zo'n probleem van.
Wie op een zomerse dag in het vakantiesei- De Nieuwe Zijds Kapel in Amsterdam bij-
zoen de kerk van Chartres bezoekt vindt al voorbeeld kwam na de Alteratie in 1578 in
die drukte van zoveel mensen maar niets. handen van de weesvaders van het, onlangs
Dat hoort er niet bij; het verstoort de devo- gerestaureerde, Burgerweeshuis. Zij ver-
tie. Vergeten wordt dat deze „ontheili- huurden het o.a. aan een huidenhandelaar,
ging", want zo voelt men het dan toch een die er in 1584 zijn zout opsloeg. Dat dit zout
beetje aan, in feite een nog steeds heersende beslist geen gunstige invloed had op de con-
19e eeuwse sacrale gedachte is. In de Mid- structieve toestand van het gebouw laat zich
deleeuwen zal de drukte nog wel erger zijn raden.
geweest door roepende kooplieden, blaf- DeSint-Olofskapel, naeen brand nu al jaren
Geref. kerk te Allingawier nu werkplaats voor een fietsenmaker.
45