De vestingstad Zierikzee achter de Haven- Alle foto's- met uitzondering van de lucht-
poorten foto van het Muider slot - van Ton Koot.
Naarden: Restauratie wallen
Breda: Spanjaardsgat
44
Dit had niet of vrijwel niet plaats in vesting
steden, waar én de schaaf én de rooilijnen,
maar ook de bestratingen, de beplanting en
de verlichting veelal beter behouden of op
nieuw aangebracht werden. De ommuring
had in dit opzicht bepaald een zeer nadruk
kelijk effect, namelijk dat van maat houden
binnen de veste, menselijke maat. De om
muring werd meer maatbepalend, zij werd
de afbakening van de stadskern, die zo beter
haar eigen karakter kon behouden.
De wallen worden meer en meer ervaren als
groen- en waterscheiding tussen veste en
buitenwijken. Daarmee verloren zij haar
engere betekenis als strategische construc
tie. De begroeiing en de toenemende aan
trekkelijkheid voor de vogels geeft een
nieuwe dimensie aan de bolwerken, waar
mee het planologische begrip van groen-
stook de veel ruimere betekenis krijgt van
wat wij nu plegen te noemen: het karakter
van natuurmonument. Weinig stedelingen
hebben dat zó dicht bij huis als in de ves
tingsteden.
In deze tijd van restaureren, herstellen, re
valideren, rehabiliteren, reconstrueren en
vele andere benamingen, waaronder men
zijn bedoelingen wil verduidelijken of juist
vermommen, kan men voor moeilijke be
slissingen komen te staan. Herhaaldelijk zal
men meer willen dan voor het ogenblik fi
nancieel haalbaar wordt geacht. Dat is be
treurenswaardig, omdat de arbeidsinten
sieve restauratie en de betekenis van de le
venssfeer van zó grote betekenis en waarde
zijn, dat men zich er juist in déze tijd met
volle kracht op zou moeten werpen. Helaas
de overheden zien dat niet zo en laten zich
de voor het grijpen liggende kansen ontglip
pen.
Zo is het, dat men in de vestingsteden nu
voor de beslissing kan komen te staan om óf
de omwalling te herstellen, óf de monumen
ten, de woonhuizen vooral, in de veste op
grote schaal te restaureren.
De ervaring heeft mij geleerd, dat de mo
numenten restaureren in dat geval de priori
teit verdient. Huizen gaan eerder in onher
stelbare vernieling dan wallen. Zelfs wallen
in verregaande staat van verwaarlozing zijn,
aan de hand van oude tekeningen of opme
tingen, in haar historische vormen terug te
brengen. Ik denk aan mijn eigen ervaring in
Muiden. Ik besef hier vooral te denken aan
aarden wallen en niet aan stenen ommuring.
Daar zal elk geval zijn eigen problemen
hebben en zal goed gebruik gemaakt wor
den van aanwezige mogelijkheden met in
begrip van de faciliteiten, welke van over
heidswege geboden kunnen worden. Naar
mijn overtuiging behoren de vestingsteden
tot de parelen in het snoer van historische
steden in ons gemeentenrijke Nederland.
TON KOOT