Renovatie Spinozahuis
strijd tegen slopen heeft gevoerd, kwam bij
hem de gedachte niet op, dat hij ook bezig
was zichzelf te slopen. Nog net niet te laat
kreeg hij dat in de gaten, maar wat.restau
ratie" was wèl geboden. Vandaar toch het
neerleggen van zijn functie, een beslissing,
die hem ongelooflijk zwaar moet zijn geval
len, omdat hij zo met hart en ziel de zaak
van de monumentenzorg is toegedaan.
Hoezeer blijkt uit de talloze bestuurlijke
functies waarvan we spraken en waarvan
hier een korte opsomming volgt: lid van de
Culturele Raad Noord-Holland, bestuurslid
van Dorp, Stad en Land (welstandstoezicht
Zuid-Holland en Zeeland), bestuurslid van
Schenner Molens en van Westfriese Mo
lens, lid van de adviescommissie Oud-
Beijerland en van de adviescommissie
Ouder-Amstel, penningmeester van de
stichting Herman Gorter-huis, bestuurslid
van de Stichting Dorp Velsen, voorzitter
van Levende Stad en bestuurslid van de
stichting Stadsherstel Woudrichem. Dit zijn
dan z'n Nederlandse bestuurlijke activitei
ten, maar niet minder of misschien moeten
we wel zeggen, meer nog lag z'n werkter
rein buiten de grenzen van ons land. Hij
werd bestuurslid van Europa Nostra, de in
ternationale organisatie die voor Europa wil
zijn wat Heemschut is voor ons land: kort
om de verbindende en overkoepelende or
ganisatie van verenigingen die strijden voor
het behoud van de schoonheid van steden,
dorpen èn landschap.
Op welke wijze hij in en buiten Europa
Nostra opereerde, vertelde ons een van zijn
vrienden. Die laten we nu even aan het
woord;,,De Zwaan heeft bijzondere mede
werking verleend aan diverse activiteiten
van de voorzitter van Europa Nostra, Lord
Duncan Sandys. Een belangrijk stuk van het
practische werk kwam dan op hem neer.
Verschillende bijeenkomsten en tentoon
stellingen heeft hij in het kader van E.N. tot
stand gebracht, met opoffering van veel tijd
en geld. In dit opzicht is hij bijzonder on
baatzuchtig gebleken. Hij heeft er nooit een
punt van gemaakt om vrije tijd en een per
soonlijke geldelijke bijdrage onbekrompen
beschikbaar te stellen bij elke gelegenheid
opnieuw, zo vaak het doel dit vereiste. Bij
talloze gelegenheden heeft hij Nederland bij
Europa Nostra en E.N. bij andere organisa
ties vertegenwoordigd. Dat hij op deze
wijze op Europees platform de naam van
monumentenzorg in Nederland en van
Heemschut in het bijzonder uitstekende
diensten heeft bewezen, staat buiten kijf.
Op het Monumentenjaar 75 heeft De Zwaan
in belangrijke mate zijn stempel gedrukt,
een werkzaam contact leggend tussen het
Organizing Committee, ingesteld door dé
Raad van Europa (Committee on Monu-
ments and Sites), tussen Straatsburgen Am
sterdam, waar het slotcongres werd gehou-
40
den, waarvoor De Zwaan de indrukwek
kende tentoonstelling inrichtte.
Van menige (Europese) werkgroep maakte
en maakt De Zwaan deel uit; in feite even
wel was hij meermalen een soort van werk
groep op zichzelf'. Kortom, De Zwaan
bleek inderdaad een „sterke vogel", die
zijn nest - Nederlands monumentenbezit -
krachtig heeft verdedigd en dat nog wel zal
blijven doen, zij 't in wat rustiger tempo.
Nederland, Europa, maar bovenal de Bond
Heemschut zijn De Zwaan bijzonder veel
dank verschuldigd.
v.d. W.
Juist voor de herdenking van de 300ste
sterfdag van Benedictus (Baruch) de Spi-
noza is de renovatie van het laatste huis
waarin hij gewoond heeft - aan de Pavil
joensgracht in Den Haag - gereed gekomen.
Dit dank zij het initiatief van de Stichting
Monumentenfonds Den Haag en omgeving,
en wie aan deze stichting denkt, weet dat de
grote ijveraar daarvan de oud-directeur van
de Bond Heemschut, de heer L. Molhuy sen
De renovatie is met grote zorg geschied,
maar men moet niet denken, dat het inte
rieur nog veel herinneringen aan de 17e-
eeuwse denker te zien geeft. Dat kon niet,
omdat er in de loop der eeuwen nogal het
een en ander is veranderd. De gevel is nog
hét best intact gebleven en vormt in deze
omgeving met o.a. het Heilige Geesthofje,
een stukje monumentaal oud-Den Haag,
waarvan men overigens om de hoek aan de
Dunne Bierkade nog verscheidene voor
beelden ziet. Waar mogelijk zijn balk-lagen
en vloeren bewaard en is zelfs de oude be
pleistering van de muren in oude trant her
steld. Bijzonder fraai zijn gelukkig bewaard
gebleven deurpanelen en deurlijsten; kleine
details, die de zorg verraden, waarmee het
Spinozahuis is gerenoveerd.
Voor 't overige is het Spinozahuis - met
uitzondering van de studiezaal op de begane
grond aan de voorzijde - bij de renovatie
geschikt gemaakt voor bewoning. Boven
dien zal tijdelijk het bureau van het Monu
mentenfonds er huisvesting vinden. De zol
derkamer aan de voorzijde, waar Spinoza
van 1671 tot zijn dood heeft gewoond en
gewerkt, is aan de renovatie min of meer ten
offer gevallen, maar er was dan ook nauwe
lijks iets van historische betekenis meer te
vinden. Dit is niet als verwijt bedoeld, want
de geïnteresseerde bezoeker onderkent aan
stonds de zorgvolle intentie van degenen die
de renovatie tot stand brachten.
Het huis dateert vermoedelijk uit 1646. Jan
van Goyen - de schilder - liet het bouwen.
In 1657 werd het verkocht aan Havick
Steen, zoon van de schilder Jan Steen. In
1669 ging het over in handen van de ,,ka-
merverwer" Hendrik van der Spijck. Bij
hem betrok De Spinoza in 1671 de zolder
kamer na uit Rijnsburg te zijn vertrokken en
eerst nog aan de Veerkade in Den Haag te
hebben gewoond. De lotgevallen van en
kele eeuwen overslaande, weten we dat het
Spinozahuis omstreeks 1900 café was en
tevens fungeerde als rendez-vous-
gelegenheid. In 1927 werd het aangekocht
door de Stichting Domus Spinozana, die het
pand in etappes liet restaureren en voor
studie-doeleinden openstelde. De stichting
Monumentenfonds Den Haag e.o. verwierf
het huis in 1976 en zette haast achter de
renovatie. Een aan de achterzijde aange
bouwd stuk werd hierbij afgebroken en
daardoor krijgt men beter de gelegenheid de
vrij grote tuin - omsloten door oude huizen
- weer in de 17e-eeuwse geometrische vorm
terug te brengen. Dit gaat echter wel tussen
de 60.000 en 100.000 kosten en dit be
drag is nu (nog) niet beschikbaar.
Intussen is met medewerking van het
Haagse gemeentebestuur de parkeerplaats
voor het huis in een plantsoen veranderd;
een betere omgeving voor het standbeeld
van de Franse beeldhouwer F. Hexamer, in
1880 onthuld.
Op de herdenkingsdag is in de gevel een
plaquette onthuld, vervaardigd door de gra
ficus Gerrit Noordzij.
Zo heeft de herdenking van de 300ste sterf
dag van de wijsgeer ertoe bijgedragen de
leefbaarheid van dit oude stuk Den Haag te
verbeteren.
v.d. W.