Synagoge Groningen toch behouden
Na schier eindeloos geharrewar is de syna
goge aan de Folkingestraat in Groningen
toch gered. Daarvoor valt in de eerste plaats
de speciaal voor het behoud van de syna
goge opgerichte stichting te loven, die
enorm veel werk heeft verzet, werk, dat de
Bond Heemschut gaarne en met overtuiging
heeft willen steunen. Ook de Groningse
burgerij mag een woord van lof niet worden
onthouden, want mede dank zij haar morele
14
en financiële steun kon de goede strijd wor
den gestreden.
Tenslotte heeft de Groningse gemeenteraad
na aanvankelijke bezwaren, besloten de sy
nagoge te kopen voor een bedrag van
160.000,-, waarvan 80% voor rekening
komt van het Rijk - in het kader van stads
herstel - terwijl de provincie en de gemeente
elk 10% voor hun rekening hebben geno
men.
De oude synagoge zal op grond van het
raadsbesluit worden overgedragen aan de
boven genoemde stichting, die voor het be-
heerén de restauratie zal zorgdragen. Na het
herstel zullen twee permanente tentoonstel
lingen in het gebouw worden gehouden: de
in 1971 gehouden tentoonstelling Joden in
Groningen alsmede resultaten van het on
derzoek naar de joodse graven in de provin
cie Groningen, welk onderzoek thans wordt
ingesteld o.a. door het Rijksarchief te Gro
ningen.
Het is voorts de bedoeling de Joodse Ge
meente in Groningen de gelegenheid te bie
den er weer haar ere-diensten te houdenDit
was nl. een voorwaarde van het provinciaal
bestuur om mede te werken aan de aankoop
Deze voorwaarde levert voor het kerkbe
stuur wel enige moeilijkheden op, want vol
gens de voorzitter, de heer Ph. Wallage, is
het tegenwoordig al moeilijk een in de veer
tien dagen de vereiste tien meerderjarige
mannen bijeen te krijgen voor het houden
van een dienst.
Oosterse stijl
In het Memorboek van de tegenwoordige
hoogleraar M. H. Gans wordt vrij uitvoerig
aandacht besteed aan de Groningse syna
goge met zijn oosters aandoende stijl. De
synagoge werd in het begin van de 20e eeuw
gebouwd en in 1906 ingewijd. Architect
was Tjeeid Kuipers, die samenwerkte met
de Groningse architect I. van de Veen. De
joden in Groningen waren trots op hun
nieuwe sjoel en in het gehele land sprak men
met bewondering over de grootste sjoel, die
men daar in het hoge noorden had gebouwd
Maar er was ook felle kritiek, nog in 1932
scherp onder woorden gebracht door L.
Pinkhof, aldus Gans, die eerstgenoemde als
volgt aanhaalt: ,,In de twintigste eeuw
bouwt men in Groningen, ook dooreen niet-
joodse bouwmeester, een gebouw, dat
vooral niet op een hedendaagse christelijke
of katholieke kerk mocht lijken. En ziet wat
er uit de heksenketel van eerlijk gemeende,
maar onbegrepen toewijding en wanbegrip
tevoorschijn kwam. De gedachtengang was:
joods en joods is oosters. Byzantijns is ook
oosters. Maar dan ook geheel: centraal
bouw op kruisvormig grondplan. Nog ster
ker: een cripte onder de afgeronde korte arm
van het kruis. En instede van een graf van
een of andere heilige, een centrale verwar
ming in die cripte, onder het Oroun
hakoudesj (de Heilige Arke) dat nu de plaats