Wegen en wegen
Eigenlijk is de weg, straat, pad, laan
één van de boeiendste facetten van het cul
tuurpatroon dat de mens rond zich heeft
gevormd. Op het platteland leidde de har
monie tussen weg en natuur tot een variëteit
van wegen die waard is om vast te leggen in
een boekwerk met foto's, tekeningen en be
schrijvingen. Als waarschuwing. Zoals
,,De Waddenzee" is voortgekomen uit
vrees voor aantasting en ondergang, zou een
boek als bedoeld uiting kunnen en moeten
zijn van een overeenkomstige angst voor het
dreigende gevaar van steeds verdergaande
wegenaanleg en -verbetering in het land
schap. Een verstedelijkingsaspect. Geen
goede.
Het spijt mij voor mijn vrienden bij water
staat, hoogheemraadschappen en gemeen
ten, die belast zijn met de voorbereiding en
uitvoering ervan en die ik waardeer om hun
kennis en toewijding, dat ik het resultaat van
hun denken zo funest moet vinden voor wie,
als ik, stad en land met heemschutogen be
ziet. Natuurlijk niet overal funest. In en
rond de steden, waar het verkeersaanbod
groot is zullen moderne wegen met kruis
punten en al wat er zoal bijhoort wel nodig
zijn. Maar deugen de maatstaven en richtlij
nen wel?
Wie hun studies, rapporten, ontwerpen en
verslagen leest, zal er begrip voor hebben
dat de bestuurscolleges op rijks-, provin
ciaal en gemeenteniveau en wie maar ver
antwoording draagt voor het wegenbeheer,
de plannen nóch de begrotingen en later de
aanvullende begrotingen kritisch kunnen
bezien en begeleiden. Er is een wetenschap
ontwikkeld met een eigen jargon, met wet
ten en formules die weinigen begrijpen, die
daardoor een zeker gezag uitoefenen en pas
sief de resultaten doen aanvaarden, met ,,zo
zal 't wel moeten als het om de veiligheid
gaat". Ook hier geldt de regel, hoe hoger
het bedrag, hoe minder de bemoeienis. De
bedragen lopen in de honderden miljoenen!
Maar een feit is wel dat een tè kleine groep
een tè grote invloed heeft. Het wordt tijd dat
de tafel waaraan de feitelijke beslissingen
worden genomen wordt vergroot om ook
andere „disciplines" mee te laten denken.
De grote „men" staat vrij kritiekloos
tegenover de aantasting van het landschap.
En Heemschut maar protesteren tegen een
minimale aantasting op ander gebied hier,
actiegroepen in het geweer vooreen te hoge
silo bij een boerderij daar en ondertussen
gaan bij duizenden de lichtmasten de lucht
12
in. Er worden bomen geveld, bruggen ge
vlakt, krommingen rechtgetrokken. De
voorschriften geven de natuur veelal geen
kans. Op de vluchtheuvels wijkt het gras
voor al of niet geblokte tegels en grijs of
bruin gravel.
En toch! Ook na de studies van Ir. Tan, Dr.
Ir. Schreuder, Ir. Westerduin en anderen,
blijft de vraag: „ja, maar hoor eens
even
Ik zeg ude oprechtheid ter ene zijde is even
groot als de verontrusting ter andere.
Toch is er ook twijfel bij de deskundigen en
perfectionisten. De minister: „Intussen zal
er van de zijde van het rijk naar gestreefd
worden overdadige en in bepaalde gevallen
eventueel overbodige verlichting van inter
lokale wegen te voorkomen" (brief 6-
5-'75)
Dus toch.
De A.N.W.B.: „Niet precies is bekend
hoeveel licht er nodig is om in een bepaalde
situatie beveiliging bij duister te verkrij
gen" (brief 21-9-'72 en maandblad „Ver-
keerkunde" april 1976)
Dus toch.
Over de ontsiering van het landschap en het
vreemde element dat veel nieuwe wegen,
aansluitingen en kruispunten erin zijn,
daarover zal weinig verschil van mening
bestaan. Eerlijkheidshalve moet gezegd dat
sommige nieuwe wegverbindingen het goed
doen en uitzicht bieden over het land op een
wijze die voorheen ter plaatse niet mogelijk
was. De nieuwe rondweg om Naarden is er
een voorbeeld van, tot ook dit deel de ver
lichting krijgt als op rijksweg 1 ervoor en
erna.
Men zegt: „Op kruispunten vinden de
meeste ongelukken plaats. Met goede ver
lichting neemt het aantal af." Is dit niet te
simpel gesteld? Welke rol spelen bij onge
lukken de vermoeidheid van de bestuurder,
zijn leeftijd, de alcohol, de technische toe
stand van de auto, de weersomstandighe
den. Ja juist, de weersomstandigheden. Bij
verandering: gladheid, mist, blijkt hoezeer
de waakzaamheid van de gemiddelde auto
bestuurder is verslapt. Elk kan in zijn omge
ving constateren dat het stroomlijnen van
het verkeer het opwekken van de snelheid
betekent. Daarom verdwijnen de wat smalle
en hoge bruggen, de bochten en de bomen
en wat niet al. Een urbanisatieproces dus,
dat overal aan de gang is.
Palen en borden
Kruisingen, aangeduid met landelijke na
men als „Haarlemmermeer", „Staphorst"
en „Krimpenerwaard", vinden, als foto,
echter geen plaats in plaatwerken die de
schoonheid (nog steeds) van ons land beju-
Openbare verlichting heeft een functie voor
het verkeer op hoofdwegen.
•w-.TU