m
i
Landelijk kerkje in Ooy
sproken en gezongen woord.
Lokale trots en soms té krampachtig vast
houden aan bepaalde zgn. kunsthistorische
interieur- en exterieurwaarden kunnen ver
der gebruik van onze kerken in negatieve
zin ontwikkelen. Laten we ons vooral niet
vergissen in die lokale trots; mijn ervaring is
op dit punt bepaald niet positief. Het me
rendeel van de kerkvoogdijen en kerkbestu
ren laat zich inderdaad meer leiden door
ingenomenheid met het onvolprezen mo
nument in de zin van ,kijk eens wat mooi
onze kerk is (geworden)" dan dat zij het
betrekken in hun belangrijke taak en een
optimaal gebruik maken van hun kerk voor
de eredienst. De daaruit direct voort
vloeiende gebruiksmogelijkheden (catechi
saties, zangdiensten, concerten, discussies,
samenkomsten, bezinning) worden maar al
te vaak niet gezien en benut.
Lokale trots
Overigens kan lokale trots vanuit een andere
hoek ook positief zijn. Het behoud van een
kerkgebouw kan ook doorniet-kerkelijk ge
bonden mensen bepleit worden; het ver
trouwde beeld, het herkenningsteken bij uit-
Intentie en lotgevallen
Drie kerken, met dezelfde intentie gesticht,
maar door hun verschillende lotgevallen nu
eigenlijk drie soorten gebouwen vertegen
woordigend;
het nog als kerk functionerende gebouw
het niet meer functionerende gebouw, de
kerk als ruïne
het van functie veranderde gebouw.
En nog is hun bestemming misschien niet
definitief, in tegenstelling tot de oude ge
bruiksvoorwerpen, die men in de musea
kan opbergen.
Nederland telt, zowel in de steden als op het
platteland, een groot aantal waardevolle
kerken. Bekijken we deze gebouwen vanuit
een cultuurhistorisch oogpunt, dan is er
tegenwoordig nauwelijks nog discussie over
het belang van het behoud van deze veelal
als monument aangeduide gebouwen. Be
zien we ze echter vanuit de hoek van het
kerkelijk werk, de kerk met als functie de
eredienst, dan blijken deze oude gebouwen
in herstel en onderhoud erg kostbaar te zijn.
Het zijn echter niet alleen de financiële pro
blemen die een rol spelen. Er kan ook
sprake zijn van geestelijke moeilijkheden in
de zin van een té sterke historische binding.
Het vroeggotische kerkje in Sybrandahuis is
de neerslag van de tijd waarin het ontstond;
het leven van nu is echter wel even anders
dan toen het kerkje gebouwd werd.
Er kunnen conflicten ontstaan tussen histo
rische waarden van een monumentaal inte
rieur en de huidige gebruikseisen. Wij wil
len goed en comfortabel kunnen zitten in
een behaaglijke temperatuur. Sanitair en
garderobe dienen daarbij in de buurt te zijn
en onze oren, gewend geraakt aan stereo
installaties in ons huis, verlangen goede
akoestiek en verstaanbaarheid van het ge-
Kapel in de Markstraat te Ravenstein
1843). Aanvankelijk voor de sloop bestemd
is het, na restauratie, thans bloemenhal.
Het ernaast gelegen woonhuis is eveneens
gerestaureerd. Het daarnaast liggende
pand huisvestte een slagerij; nu een woon
huis.
5