Land zonder kerken?
WIÊê
nïmïm
WMM!>
twmlm
ppp
Kerkje in Sybrandahuis
In het maandblad Plan nr. 10, oktober
1976, troffen we van de hand van de
architect Walter Kramer onder boven
staande titel een uitvoerig en zeer gedo
cumenteerd artikel aan over de situatie
van het kerkenbestand in Nederland. In
de veronderstelling, dat de meeste lezers
van ons tijdschrift geen kennis hebben
genomen van het artikel van de heer
Kramer, nemen we het met zijn instem
ming enigszins verkort in Heemschut
over. Voorde medewerking van de heer
Kramer in deze zijn we hem zeer erken
telijk.
Walter Kramer is architect te Amers
foort, is voorzitter van de Monumen-
tenwacht Nederland en publiceerde ver
scheidene artikelen over restauraties en
monumenten.
Het is lang niet denkbeeldig, dat wij in
1986 een krantebericht zullen lezen van
de volgende strekking: ,,Na een storm
achtige en tot diep in de nacht durende
vergadering heeft de gemeenteraad van
X met krappe meerderheid ingestemd
met de afbraak van de voormalige Her
vormde of Lieve Vrouwekerk. De Minis
ter van Cultuur, aan wie reeds herhaal
delijk een sloopvergunning gevraagd
was, had deze tenslotte in het vooruit
zicht gesteld op voorwaarde, dat nog
twaalf maanden gezocht zou worden
naar mogelijkheden tot behoud en her
stel. Nu deze niet gevonden zijn zal uit
voering worden gegeven aan een reeks
voorwaardelijke beslissingen, die de con
sequenties zijn van de sloop. De be
roemde vroegrenaissance koorbanken
met hun rijke snijwerk van Jan Aertsz
gaan naar het Rijksmuseum in Amster
dam, waar zij wegens plaatsgebrek voor
lopig opgeslagen zullen worden in een
magazijn (de voormalige Westerkerk).
Het al even beroemde altaarretabel van
Jan van Scorel blijft niet voor ons land
behouden; het voorlopige koopcontract
met het Metropolitan Museum in New
York zal nu in een definitieve koop wor
den omgezet. De barokke kansel, die ai
enige jaren in het gemeentehuis stond,
krijgt nu een gelukkige bestemming in de
kerk van Y. De koperen kroonluchters
uit de 17e eeuw zullen bij Sotheby geveild
worden. Maar het Müller-orgel moet ais
reddeloos verloren worden beschouwd
sedert de grote vernielingen van het vo
rige najaar; nadat de westelijke schiptra
veeën ingestort waren konden de lood
dieven zich gemakkelijk toegang ver
schaffen in de onbewaakte bouwval.
Hiermee is dan het tragische einde in
3